Mobiele menu

Quality of life and time to death: have the health gains of prevention been underestimated?

Projectomschrijving

‘Rekenfout’ rond kwaliteit van leven en effecten preventie hersteld

Vraagstuk

Als preventie leidt tot een hogere levensverwachting, lopen mensen risico op andere ziekten in de gewonnen levensjaren, waardoor hun kwaliteit van leven afneemt. Valt de winst van langer leven als het ware weg tegen die afnemende kwaliteit? Of onderschatten we zo onterecht de winst van interventies, omdat gezondheidsverliezen juist worden uitgesteld door het via preventie ‘uitstellen’ van de dood?

Onderzoek

Dit project stelde de vraag of kwaliteit van leven is gerelateerd aan de tijd tot sterven in plaats van de tijd sinds de geboorte (lees: de leeftijd), zoals gangbaar is in (economische) evaluaties van preventie.

Uitkomst

Hoe dichter bij de dood, hoe lager de kwaliteit van leven. Wie geen rekening houdt met het feit dat verlies in kwaliteit van leven is geconcentreerd in de laatste levensfase, onderschat de gezondheidswinst van levensverlengende preventieve interventies. Die stellen immers de dood uit. Om deze ‘denkfout’ te compenseren, is een softwarepakket ontwikkeld voor herberekeningen in evaluaties van preventie.

Verslagen


Eindverslag

Als een preventieve interventie leidt tot winst in levensverwachting, lopen personen risico op andere ziekten in gewonnen levensjaren. Deze ziekten kunnen leiden tot verliezen in kwaliteit van leven (KvL). In economische evaluaties van preventieve interventies wordt vaak aangenomen dat de kwaliteit van leven in de gewonnen levensjaren gelijk is aan het leeftijd-specifieke gemiddelde van de bevolking. Dit suggereert dat de gewonnen levensjaren als gevolg van een interventie worden doorgebracht in slechte gezondheid omdat KvL afneemt met de leeftijd. Het kan echter het geval zijn dat KvL daalt met de leeftijd onmdat simpelweg meer mensen sterven op hogere leeftijd en dat de periode voorafgaand aan sterven gepaard gaat met lage KvL. Als dit het geval is, zijn QALY winsten van levensverlengende interventies onderschat omdat de gezondheidsverliezen op oudere leeftijd worden uitgesteld door het uitstellen van de dood.

De centrale onderzoeksvraag van dit project is of KvL is gerelateerd aan tijd tot sterven en welke implicaties dit heeft voor de economische evaluaties van preventieve interventies. Om deze hypothese te onderzoeken gebruiken we data m.b.t. KvL afkomstig van studies uitgevoerd in de algemene bevolking die met succes zijn gekoppeld aan de Nederlandse doodsoorzaken. Resultaten van de statistische analyses zullen in een softwarepakket waarmee HTA onderzoekers naar onze inschatting combineren met hun ziekte-specifieke schattingen van KvL verliezen in economische evaluaties van levensverlengende ingrepen worden opgenomen. Dit softwarepakket zal vrij beschikbaar zijn.

Als iemand dankzij een succesvolle preventieve interventie langer leeft is het waarschijnlijk dat deze persoon in zijn of haar extra levensjaren niet is gevrijwaard van ziekte. In het algemeen kunnen we stellen dat als een interventie leidt tot winst in levensverwachting, mensen het risico lopen op andere ziekten in hun ‘ gewonnen’ levensjaren. Deze ziekten zullen resulteren in een afname in de kwaliteit van leven (KvL). In economische evaluaties van preventieve interventies wordt vaak aangenomen dat KvL in gewonnen levensjaren gelijk is aan het leeftijdsspecifieke gemiddelde van de bevolking. Dit suggereert dat gewonnen levensjaren door een interventie worden doorgebracht met een slechte gezondheid, omdat KvL afneemt met de leeftijd. Het kan echter zijn dat de gemiddelde KvL afneemt met de leeftijd omdat meer mensen sterven op hogere leeftijd en de periode voordat ze sterven vergezeld gaat met een lage KvL. Als dit het geval is wordt de gezondheidswinst van levensverlengende interventies onderschat.

De onderzoeksvraag van dit project is of KvL is gerelateerd aan de periode vlak voor overlijden in plaats van leeftijd en welke gevolgen dit heeft voor de economische evaluatie van preventieve interventies. Om deze onderzoeksvraag te onderzoeken, gebruiken we data van studies met KvL informatie uit de algemene bevolking en koppelen deze aan de Nederlandse doodsoorzakenstatistieken.

Samenvatting van de aanvraag

If a preventive intervention results in gains in life expectancy, persons are at risk for other diseases in added life years that might decrease their health related quality of life (QoL). In economic evaluations of preventive interventions it is often assumed that QoL in life years gained equals the age-specific average of the population. This suggests that life years gained by an intervention are primarily spent in poor health since QoL decreases with age. However, it could be the case that QoL decreases with age simply because more people die at old age and that the period before dying is associated with a a low QoL. If this is the case, QALY gains of life prolonging interventions are underestimated since health losses at older ages are postponed by postponing death. The main research question of this project is whether QoL is related to time to death rather than age and what implications this has for economic evaluations of preventive interventions. To test this hypothesis we use QoL studies carried out in the general population that have been successfully linked to the Dutch death registry. Results of the statistical analyses will be incorporated in a software package that enables HTA researchers to combine our estimate with their disease specific estimates of QoL losses in economic evaluations of life prolonging interventions. This software package will be freely available.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
200400009
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2013
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. P.H.M. van Baal
Verantwoordelijke organisatie:
Erasmus Universiteit Rotterdam