Onderzoeksvoorstel 3e ronde proefbevolkingsonderzoek met FIT in de regio Amsterdam
Projectomschrijving
Vraagstuk Dikkedarmkanker is een van de meest voorkomende doodsoorzaken in Nederland, verantwoordelijk voor ruim 5.000 sterfgevallen per jaar. Inmiddels is een bevolkingsonderzoek ingevoerd, zodat de ziekte in een vroeg stadium kan worden opgespoord. Dit project betreft een van de voorstudies, bedoeld om de bereidheid te peilen om deel te nemen aan vervolgscreeningen na eerder proefbevolkingsonderzoek.
Onderzoek Ruim 10.000 personen (50-75 jaar) in de regio’s Amsterdam en Almere zijn gevraagd voor een derde screeningsronde. Bij een positieve test werd de deelnemer uitgenodigd voor een gesprek op de polikliniek.
Uitkomst De deelnamegraad aan deze derde screeningsronde was 56%. 388 mensen (6.8%) testten positief, waarna uiteindelijk bij 17 personen darmkanker werd gevonden. Er was geen significant verschil in deelnamegraad tussen de opvolgende screeningsrondes.
Verslagen
Eindverslag
Dikke darmkanker is een van de meest voorkomende doodsoorzaken in Nederland, verantwoordelijk voor ruim 5000 doden per jaar. Elke persoon in Nederland heeft ongeveer 5% kans op het krijgen van darmkanker gedurende zijn leven. Bij een bevolkingsonderzoek kan darmkanker in een vroeg stadium worden opgespoord, zodat uiteindelijk minder mensen overlijden aan darmkanker. Van de op dit moment beschikbare screeningstesten, zijn screening met fecal occult blood test (FOBT) en screening met sigmoidoscopie de enige methoden met bewezen effect op de ziektespecifieke mortaliteit. Een dergelijk bevolkingsonderzoek is echter alleen effectief als er voldoende mensen deelnemen.
Vanaf 2013 start in Nederland een landelijk screeningsprogramma met fecal immunochemical testing (FIT). In dit programma wordt iedereen tussen de 55 en 75 jaar uitgenodigd om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek. Deelnemers met een positieve FIT worden geadviseerd een coloscopie te ondergaan om dikke darmkanker en de voorlopers hiervan, adenomen, op te sporen. Om de sensitiviteit van een screeningsprogramma met FIT te optimaliseren, dient de FIT iedere 2 jaar herhaald te worden en moet de participatiegraad hoog zijn en stabiel blijven. In de regio’s Amsterdam en Almere werd in 2006 een proefbevolkingsonderzoek naar dikke darmkanker gestart met pre-selectie op basis van FIT en de deelnamegraad was 57%. Dit onderzoek vormt, tesamen met het proefbevolkingsonderzoek dat in Rotterdam werd uitgevoerd, de basis voor het landelijke bevolkingsonderzoek dat in september 2013 van start zal gaan. In de tweede ronde nam, conform internationaal onderzoek, de deelnamegraad echter af tot 52%. Wat betreft de diagnostische opbrengst is het de verwachting is dat bij herhaalde deelname aan een 2-jaarlijks screeningsprogramma de opbrengst van het programma geleidelijk zal afnemen omdat darmkanker en ook adenomen in een eerder stadium opgespoord en verwijderd worden. In de tweede ronde zagen wij weliswaar een lichte afname in diagnostische opbrengst, maar deze afname was niet statistisch significant.
Dit huidige onderzoek betreft de voortzetting van het 2-jaarlijkse proefbevolkingsonderzoek middels FIT in de regio’s Amsterdam en Almere. Dit onderzoek leverde informatie op over de bereidheid tot herhaalde deelname en de diagnostische opbrengst van drie rondes bevolkingsonderzoek darmkanker middels 2-jaarlijkse FIT in Nederland. Voor dit onderzoek werd het Amsterdamse “voorloper-cohort” van personen die reeds in 2006 voor een eerste ronde voor FIT-screening werden uitgenodigd in stand gehouden. Alle personen woonachtig in de beoogde postcodegebieden in de regio Amsterdam, zowel deelnemers als niet-deelnemers aan de twee eerdere screeningsrondes, werden uitgenodigd voor een 3e ronde van het proefbevolkingsonderzoek ontvangen. Personen die niet deelnamen werd middels een korte vragenlijst naar de belangrijkste rede van niet-deelname gevraagd.
Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in de bereidheid van personen om éénmalig of herhaald deel te nemen aan dit bevolkingsonderzoek. Hierbij kon ook onderscheid gemaakt worden in personen die wel of niet deelnamen aan voorgaande rondes. Naast informatie over de deelnamegraad leverde dit onderzoek informatie op over de opbrengst van de FIT als screeningsmethode gedurende voortgaande screeningsrondes. Door een koppeling te maken tussen de onderzoeksdatabase en de database van de kankerregistratie zou ook het aantal intervalcarcinomen bepaald kunnen worden.
Samenvattend zou deze derde ronde lange termijngegevens over deelname en opbrengst van een 2-jaarlijks FIT-screeningsprogramma in Nederland brengen en de gegevens bijdragen om de landelijke invoering van dit bevolkingsonderzoek doelgerichter in te zetten.