Mobiele menu

Implementatie gehoorscreening bij at risk pasgeborenen met behulp van een geautomatiseerde auditory brainstem response methode (ALGO-1)

Projectomschrijving

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Vroegtijdige onderkenning van perceptief gehoorverlies gevolgd door interventie en begeleiding leidt tot een verbetering van de intellectuele - en de sociaal-emotionele ontwikkeling van het gehoorgestoorde kind. Zowel in de Verenigde Staten als in Europa is er consensus dat neonatale gehoorscreening gewenst is. Uit kosten-effectiviteitsoverwegingen zal een landelijk neonataal gehoorscreeningsprogramma bestaan uit twee pijlers. De ene pijler betreft de screening van kinderen die op een neonatale intensive care unit (NICU) worden behandeld (hoog risicogroep). De andere pijler betreft de screening van de kinderen die in de eerste levensmaand bij de jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor controle komen (laag risicogroep). Deze implementatiestudie heeft betrekking op de screening van de NICU-populatie. Het betreft ongeveer 2% van alle pasgeborenen. De NICU-populatie bevat tenminste 25% van het totaal aantal kinderen met een perceptief gehoorverlies. Per jaar betreft het ongeveer 50 kinderen met een perceptief gehoorverlies. Uitbreiding van de huidige implementatiestudie naar alle 10 NICU’s (aantal locaties is 11) zal per jaar ongeveer fl 530.000,- kosten (zie bijlage 2). Per opgespoorde patiënt bedragen de kosten ongeveer fl 10.000,-. De opbrengst van de screening bestaat uit een verbetering van de ontwikkeling van de opgespoorde patiënten, een vermindering van psychosociale begeleiding van het gezin, een lagere deelname aan het speciaal onderwijs, en verbeterde kans op de arbeidsmarkt. De omvang van de financiële baten is moeilijk aan te geven. Deze baten zouden echter wel eens aanzienlijk kunnen zijn. Zo is het verschil in kosten tussen speciaal en regulier onderwijs per kind per jaar ongeveer fl 10.000,-. Dankzij de screening zal een belangrijk deel van de patiënten het regulier onderwijs kunnen volgen in plaats van het speciaal onderwijs. Uitgaande van een opleidingsduur van 12 jaar is de besparing per kind fl 120.000,- (12 x fl 10.000,-). Dit betekent dat een NICU-screening al kostenneutraal is indien slechts 5 van de 50 patiënten naar het regulier in plaats van het speciaal onderwijs gaan. Het lijkt echter aannemelijk dat dit aantal hoger zal zijn. Verwacht wordt dat over enige tijd ook de laag risicogroep gescreend zal worden. Deze screening zal plaatsvinden in de jeugdgezondheidszorg. Zodra dit het geval is, is er sprake van een landelijke neonatale gehoorscreening en kan de Ewing/CAPAS gehoorscreening komen te vervallen. De Ewing/CAPAS screening is wat betreft de totale screeningskosten vergelijkbaar met de screeningskosten van een landelijke neonatale gehoorscreening (Verkerk en Boshuizen 1998). Invoering van een landelijke neonatale gehoorscreening (JGZ inclusief de NICU screening) zal dus vrijwel kostenneutraal kunnen geschieden. De kosten per opgespoorde patiënt zijn bij de neonatale gehoorscreening aanzienlijk lager dan bij de Ewing/CAPAS-screening, omdat bij de Ewing/CAPAS-screening een belangrijk deel van de patiënten gemist wordt.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
55550085
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2000
2003
Onderdeel van programma:
Projectleider en penvoerder:
Dr. H.L.M. Straaten
Verantwoordelijke organisatie:
Isala klinieken