Developing a composite work functioning measure for (cost-)effectiveness studies
Projectomschrijving
Effectieve begeleiding op het werk bij gezondheidsklachten
Vraagstuk
Mensen met gezondheidsklachten hebben moeite om goed te functioneren op hun werk. Er zijn allerlei begeleidingsvormen, maar deze kunnen tegenstrijdige effecten hebben. Zo kan een werknemer dankzij begeleiding misschien weer fulltime werken, maar dit kost dan zoveel inspanning dat hij of zij ’s avonds volledig uitgeput is. Is deze begeleiding dan wel succesvol? Wat telt vooral in het werkfunctioneren?Onderzoek
In dit project is een ‘samengestelde gewogen maat’ voor functioneren in het werk ontwikkeld. Werknemers en werkgevers is gevraagd wat zij daarin belangrijke en minder belangrijke aspecten vinden.Uitkomst
Het domein kwaliteit van werk weegt het zwaarst, gevolgd door herstelkosten na het werk, kwantiteit van het geleverde werk en tot slot de mentale en fysieke capaciteit om het werk uit te voeren. Onderzoekers kunnen met het ontwikkelde meetinstrument zien hoe goed een interventie het werkfunctioneren van mensen met gezondheidsklachten verbetert. Bedrijfsartsen kunnen er hun keuze voor interventies op baseren.Producten
Auteur: Dr. Edwin J. Boezeman Dr. Karen Nieuwenhuijsen Prof.dr. Judith K. Sluiter
Link: http://tinyurl.com/gqdhwod
Auteur: Boezeman, Edwin J., Sluiter, Judith K., Nieuwenhuijsen, Karen
Magazine: Journal of Occupational Rehabilitation
Auteur: Boezeman, Edwin J., Nieuwenhuijsen, Karen, de Bekker-Grob, Esther W., van den Akker-van Marle, M. Elske, Sluiter, Judith K.
Magazine: Journal of Occupational and Environmental Medicine
Verslagen
Eindverslag
Werkende mensen met een aanhoudende gezondheidsaandoening hebben het vanwege gezondheidsklachten weleens moeilijk met het functioneren op het werk. Om hen te helpen zijn er allerlei begeleidingsvormen mogelijk. Wetenschappelijke studies proberen te bepalen of die begeleiding daadwerkelijk helpt om het functioneren in het werk te verbeteren. Lastig is dat begeleiding tegenstrijdige effecten kan hebben op verschillende aspecten van ‘functioneren in het werk’. Stel, een werknemer kan dankzij begeleiding wel weer volledig werken, maar dit kost zoveel inspanning dat hij of zij ’s avonds volledig uitgeput is. Is deze begeleiding dan wel succesvol? In dit project maakten en de onderzoekers een samengestelde gewogen maat (een meetinstrument) voor het meten van het functioneren in het werk van werknemers met aanhoudende gezondheidsklachten. Ze vroegen aan werknemers met en zonder gezondheidsklachten en aan werkgevers wat zij zien als de belangrijke en minder belangrijke aspecten van ‘functioneren in het werk’ van werknemers met gezondheidsklachten. Groepsinterviews en een keuze-experiment (‘Discrete Choice Experiment’) werden uitgevoerd. De deelnemers kregen bij het keuze-experiment herhaaldelijk twee scenario’s van werknemers met een gezondheidsklacht gepresenteerd en gaven aan, door het maken van een keuze op basis van informatie over het functioneren van de werknemer, welke medewerker een beter (“gezonder”) functioneren in het werk had.
De gemaakte keuzes van de onderzoeksdeelnemers gaven informatie over het relatieve belang van de verschillende aspecten van functioneren in het werk. Op basis hiervan werd voor elk aspect het relatieve gewicht in de somscore bepaald. Op die manier werd een wegingsprocedure vastgesteld voor de berekening van een gewogen maat voor functioneren in het werk. Vervolgens werd met bestaande schalen een meetinstrument samengesteld voor het meten van de verschillende aspecten van functioneren in het werk. In een vragenlijst onderzoek werd nog onderzocht of dit meetinstrument meet wat het beoogt te meten. Dit bleek het geval te zijn. Voortaan kan ‘functioneren in het werk’ dus omvattend gemeten worden én wordt er bij het berekenen van de somscore rekening gehouden met het relatieve belang van de verschillende aspecten.
Werkende mensen met een aanhoudende gezondheidsaandoening hebben het vanwege gezondheidsklachten weleens moeilijk met het functioneren op het werk. Om hen te helpen zijn er allerlei begeleidingsvormen mogelijk. Wetenschappelijke studies proberen te bepalen of die begeleiding daadwerkelijk helpt om het functioneren in het werk te verbeteren. Lastig is dat begeleiding tegenstrijdige effecten kan hebben op verschillende aspecten van ‘functioneren in het werk’. Stel, een werknemer kan dankzij begeleiding wel weer volledig werken, maar dit kost zoveel inspanning dat hij of zij ’s avonds volledig uitgeput is. Is deze begeleiding succesvol? In dit project maken de onderzoekers een samengestelde gewogen maat (een meetinstrument) voor het meten van het functioneren in het werk. Ze vragen aan werknemers met en zonder gezondheidsklachten en aan werkgevers wat zij als belangrijke aspecten zien van ‘functioneren in het werk’. Dit door middel van groepsinterviews en een keuze-experiment (‘Discrete Choice Experiment’). Deelnemers krijgen bij het keuze-onderzoek herhaaldelijk twee scenario’s van werknemers gepresenteerd en geven dan aan, door het maken van een keuze, welke medewerker een beter (“gezonder”) functioneren in het werk heeft. Op basis hiervan wordt voor elk aspect het relatieve gewicht in de somscore bepaald. Voortaan kan ‘functioneren in het werk’ dan omvattend gemeten worden én wordt er bij het berekenen van de somscore rekening gehouden met het relatieve belang van de verschillende aspecten.