Mobiele menu

Carotid intima media thickness measurement in cardiovascular screening programmes

Projectomschrijving

Zijn hart- en vaatziekten beter voorspelbaar met halsslagadermeting?

Vraagstuk

De kans op hart- en vaatziekten wordt geschat op basis van risicofactoren. Slagaderverkalking – eenvoudig aantoonbaar met een echo – is ook een voorspeller van deze veelvoorkomende aandoeningen. Kan slagaderverkalking toegevoegd worden aan de set voorspellers? En wordt het zo mogelijk om mensen met een laag risico beter te onderscheiden van hoogrisicopatiënten, zodat gerichte preventie mogelijk wordt?

Onderzoek

De studie vergeleek gegevens uit zeventien onderzoeken uit binnen- en buitenland met in totaal 45.000 personen. In de studies was bij aanvang de slagaderverkalking gemeten en was bekend wie later hart- en vaatziekten kreeg.

Uitkomst

Binnen elf jaar kregen ruim 4.000 deelnemers een hartaanval of herseninfarct. Wie van hen een laag, gemiddeld of hoog tienjarig risico had, bleek goed te voorspellen met bekende risicofactoren als leeftijd, geslacht, bloeddruk, cholesterol en rookstatus. Informatie over de wanddikte van de halsslagader verbetert deze voorspelling nauwelijks. Meer dan 90% van de mensen bleef in dezelfde risicoklasse.

Verslagen


Eindverslag

Een meting van de dikte van de wand van de halsslagader (carotis communis) heeft in de kliniek geen toegevoegde waarde voor cardiovasculaire risicopredictie in de algemene bevolking. Deze conclusie wordt getrokken naar aanleiding van de door de ZonMw gefinancierde USE-IMT studie. In deze studie combineerden de onderzoekers data van 17 wetenschappelijke onderzoeken met in totaal 45.000 personen. Deze deelnemers hadden in het begin geen hart- en vaatziekten. Binnen 11 jaar kregen ruim 4.000 deelnemers een hartaanval of herseninfarct. Wie van hen een laag, gemiddeld of hoog tienjarig risico had op een hartaanval of herseninfarct, bleek goed te voorspellen met de bekende risicofactoren bij aanvang van het onderzoek. Dat zijn leeftijd, geslacht, bloeddruk, cholesterol, rookstatus en gebruik van bloeddrukverlagers.
Het toevoegen van informatie over de wanddikte van de halsslagader verbetert deze voorspelling nauwelijks. Meer dan negentig procent van de mensen bleven in dezelfde risicoklasse.

Het project probeert een antwoord te geven op de vraag of het zinvol is om ten behoeve van risicostratificatie bij een individu een vaatwanddikte meting te doen. En indien dat zo is tegen welke kosten dat dan zinvol is, en indien dat niet zo is of er groepen te identificeren zijn waarbij een vaatwanddikte meting wel zinvol zou zijn.

Het project omhelst het samenvoegen van informatie van verschillende cohorten in de wereld om zodoende een voldoende groot cohort te hebben om de onderzoeksvragen valide en precies te beantwoorden.

In het afgelopen jaar hebben wij hoofdonderzoekers van verschillende internationale cohortonderzoekingen benaderd met de vraag of zij mee willen doen met dit project, en of zij bereid zijn hun data te leveren. Op dit moment hebben wij hoofdonderzoekers van 15 cohorten bereid gevonden om mee te doen, en zij hebben de gewenste gegevens inmiddels geleverd. Het betref gegevens van bijna 68.000 personen, allen deelnemers aan bevolkingsonderzoek. De onderzoeken vonden plaats in Nederland, Verenigde Staten, Zweden, Finland, Duitsland, Noorwegen, en Japan. In het afgelopen jaar hebben wij diee ontvangen gegevens geharmoniseerd zodanig dat alle gegevens in één grote database kunnen.

Daarnaast zijn wij begonnen aan de uitgebreide analyse van die gegevens om de hoofdvraagstelling te beantwoorden. Dit betreft het weergeven van de algemene karakteristieken van de cohorten, het verband tussen de vaatwanddikte meting en de kans op hartvaatziekte, en tenslotte het beschrijven van toegevoegde waarde van de vaatwanddikte meting in risicostratificatie. De resultaten zijn aangeboden voor publicatie bij een van de grote internationale medische tijdschriften.

Tevens hebben we een eerste analyse gedaan naar de kosten en effecten van een vaatwanddikte meting in risicostratificatie. Deze analyse is gedaan op basis van gegevens die gepubliceerd zijn en afkomstig zijn van het ARIC onderzoek in de Verenigde Staten. De resultaten hiervan zijn aangeboden ter publicatie bij een van de internationale medische wetenschappelijke tijdschriften.

Samenvatting van de aanvraag

Background Cardiovascular (CV) risk-assessment methods such as the Systematic Coronary Risk Evaluation (SCORE) system divide subjects into risk categories based on age, gender, cholesterol, blood pressure, and smoking: low (<5% 10 year CVD mortality risk); intermediate(5-9%): and high (>10%). Drug treatment recommendations are linked to these categories. However, risk stratification by SCORE leaves much room for improvement. The use of non-invasive measurements of atherosclerosis, such as carotid intima media thickness (CIMT), has been suggested to improve risk assessment based on the consistent findings of increased relative risks with increasing CIMT. Yet, a recent systematic review of the role of CIMT measurements in CVD screening programs concluded that data to support a role for CIMT measurements in risk profiling, i.e., data from studies showing that for an individual a high or low CIMT measurement leads to a shift from one to another risk category and this shift is followed by different treatment consequences, are lacking. Despite the absence of evidence on added value, increasingly commercial initiatives promote to have your CIMT measured on the premise that a CIMT measurement much better assesses an individual's future CV risk than traditional risk factors do. Solid evidence should become available to refute or support the view before efforts and costs are wasted and false feelings of security in people are created. Aim To assess whether a CIMT measurement helps to distinguish a high risk from a low risk subject, above and beyond the contribution of traditional risk factors, at acceptable cost? The general aim is divided into several specific objectives: 1. Does a CIMT measurement help to distinguish a high risk from a low risk subject, on top of the information available from traditional risk factors? 2. Are there subgroups** within the general population, in which a CIMT measurement helps to distinguish a high risk from a low risk subject, on top of the information available from traditional risk factors. ** subgroups are for example, men/women, age groups, subjects with hypertension/hyperlipidemia/obesity; subjects with intermediate risks estimated by Framingham/SCORE prediction models. When either of the above objectives is confirmative: 3. Is it cost-effective to add CIMT measurement to traditional risk assessment with cardiovascular risk factors? Methods Design: Individual participant data from cohort studies will be pooled into one cohort for the current study. This project requires pooling of individual participant data from existing cohorts because of the need for precise estimates of the observed CV risks in subjects that go from high to low risk and vice versa. Study population: These cohorts are general population based, as a CIMT measurement for risk profiling focuses specifically on subjects aged 40-75 yrs free from symptomatic CVD and diabetes mellitus. We aim at pooling of ten to fifteen cohorts, leading to one total cohort of over 55.000 subjects with over 3000 CV events. We have contacted principal investigators of 6 cohorts already, and all were willing to participate. Data from 5 cohorts is already in Utrecht. Measurements: Available data include risk factor levels needed to estimate the SCORE risks (age, sex, systolic pressure, smoking, total and HDL cholesterol). Participants need to have been followed for occurrence of CV events with data on type of CV event, fatal or non-fatal, date of event and date of baseline examination and all cause mortality. CIMT at baseline needs to be available. Data analyses: We start with imputing missing values using multiple imputation. Next, we combine all cohorts. A derivation cohort (75% random sample) and a validation cohort (25% random sample) will be constructed. With the derivation cohort the additional value of a CIMT measurement on top of SCORE will be assessed using regression models, estimates of change in area under the curve, calibration estimates, and estimates of the re-classification of diseased and non diseased for a priori defined probability thresholds and across all probability thresholds. This approach will be repeated for several subgroups. Economic evaluation A full economic evaluation of the lifetime costs, benefits and cost effectiveness in terms of quality adjusted life years gained of switching from usual care to CIMT approach will be performed when the incremental benefit of CIMT in the entire population or in sub-groups is shown. Yield Refute or support the view that CIMT has added value to identify groups at high or low CV risk before efforts and costs are wasted and false feelings of security in people are created.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
200320003
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2010
2013
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. M.L. Bots
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Utrecht