Mobiele menu

Articulating the societal value of community prevention programs against childhood obestity: research methodology development alongside two preventive community programs

Projectomschrijving

Wat doet ertoe in het evalueren van obesitaspreventie?

Vraagstuk

Obesitas komt veel voor en heeft grote gevolgen voor individu en maatschappij. Het voorkomen ervan is dus belangrijk, maar hoe meet en vergelijk je de resultaten van obesitaspreventie? Is er een methode mogelijk die de maatschappelijke impact van obesitaspreventie bij kinderen analyseert? Niet alleen de ‘kosten per kilogram’ doen ertoe, ook andere effecten zijn relevant voor een gezonde leefstijl. Wat telt daarbij vooral?

Onderzoek

De analyse in dit project richtte zich vooral op allochtonen en gezinnen met een lagere sociaaleconomische status. De betrokkenen zelf is gevraagd wat voor hen belangrijk is in het evalueren van preventie.

Uitkomst

Ouders, kinderen en andere belanghebbenden vinden fysieke gezondheid (vooral gewicht) en geestelijk welzijn de twee belangrijkste uitkomstmaten voor de evaluatie van effectiviteit van obesitasprogramma's. De impact op sociaal welzijn en kosten blijken de minst belangrijke uitkomsten. Neem dus zeker fysieke gezondheid en mentaal welzijn mee in maatschappelijke evaluaties van obesitaspreventie voor kinderen.

Producten

Titel: DCE questionnaire

Verslagen


Eindverslag

De maatschappelijke waarde van obesitas preventie bij kinderen is groot, gezien de toename van het aantal kinderen met obesitas en de hiermee gepaard gaande ziektelast en sociale problemen. In dit onderzoek wordt een analyse methode ontwikkeld die de maatschappelijke impact van obesitas preventie in wijken en scholen meet, in het bijzonder ook onder allochtonen en gezinnen met een lagere sociaal economische status. Waar het huidige doelmatigheidsonderzoek focust op ‘kosten per kilogram gewichtsverlies’, worden met de nieuwe methode ook andere effecten zoals een positiever zelfbeeld en deelname aan sociale activiteiten gewaardeerd.
Uit de resultaten zoals verkregen met 2 verschillende meetmethoden (het analytic hierarchy process en een conjoint analyis) blijkt telkens dat gewicht en mentaal welzijn de belangrijkte uitkomstmaten zijn voor alle doelgroepen. Gewicht is circa 2x zo belangrijk als sociaal welzijn en kosten lijken het minst van belang. Ouders zijn gemiddeld bereid om 669 euro te betalen voor een programma dat als resultaat heeft dat een kind met obesitas een normaal gewicht krijgt, en 309 euro voor prgramma dat ertoe leidt dat het kind een gemiddeld sociaal welzijn heeft. Wat opvalt is dat allochtonen en gezinnen met een lager inkomen circa 1,5 tot 2 keer zoveel bereid zijn te betalen voor het bereiken van een gezond gewicht of beter mentaal welzijn dan autochtonen in een hogere inkomensgroep. Dit is een belangrijk gegeven omdat obesitas preventie programma's doorgaans vooral kinderen uit autochtone gezinnen met hogere inkomens bereiken. Verder onderzoek is echter nodig om deze bevinding nader te verklaren.
De belangrijkste aanbeveling van dit onderzoek is het includeren van fysieke gezondheid, met name gewicht en mentaal welzijn, in elke gezondheidseconomische evaluatie van obesitas preventie programma's voor kinderen. Specifieke expertise and additionele middelen zijn nodig om allochtonen of lagere inkomensgroepen te betrekken bij onderzoek naar obestas preventie.

De Universiteit Twente en TNO Kwaliteit van Leven voeren sinds begin 2011 een onderzoek uit naar de maatschappelijke effecten en kosten van obesitas preventie programma’s voor kinderen. De hoofdvraag van het onderzoek is: Hoe meet je de maatschappelijke waarde van obesitas preventie programma’s voor kinderen?

Het doel van dit onderzoek is het ontwikkelen en testen van een analyse methode die de brede maatschappelijke impact van obesitas preventie beter inzichtelijk maakt en die deze ook meet onder allochtonen en mensen met een lagere sociaal economische status. De verwachting is dat door het specifiek inzichtelijk maken van de opbrengsten (gezondheid en andere sociale factoren) en kosten van de programma’s voor alle betrokken organisaties, betere beslissingen kunnen worden genomen over de inhoud en financiering van de obesitas preventie aanpak, dan op basis van de huidige analyses. Tijdens de eerste fase van het onderzoek zijn groepsinterviews gehouden met ouders en kinderen, onderwijzers, zorgprofessionals en vertegenwoordigers van gemeenten, GGD-en en zorgverzekeraars. In totaal hebben 54 personen deelgenomen aan de interviews waarin ten eerste de belangrijkste effecten en kosten van obesitas preventie zijn geidentificeerd en ten tweede de relatieve belangrijkheid van deze aspecten volgens de verschillende doelgroepen. Op basis van deze resultaten wordt een schriftelijke vragenlijst ontwikkeld waarmee we de ervaringen en voorkeuren van mensen ten aanzien van de huidige preventie programma’s meten. Deze vragenlijst wordt in 2012 uitgezet onder circa 350 gezinnen die meedoen in obesitas preventie projecten zoals "Gezonde Slagkracht" en "Gezonde Kinderen in Gezonde Kindomgeving (GKGK)". Na analyse van de data wordt een gezondheidseconomisch model ontwikkeld waarmee de kosten en effecten van obesitas preventie voor kinderen inzichtelijk worden gemaakt. In de laatste fase van het onderzoek worden de resultaten voorgelegd aan een focusgroep bestaande uit vertegenwoordigers van ouders en kinderen, scholen, gemeenten, GGD-en, provincies, zorgverzekeraars etc. Hen wordt gevraagd om op basis van deze resultaten aan te geven hoe zij de preventie programma’s qua inhoud en financiering zouden willen continueren.

Het onderzoek wordt volledig gefinancierd met een subsidie van ZonMw-Preventie (projectnummer 50-51520-98-035)

Samenvatting van de aanvraag

The societal value of community prevention programs against childhood obesity can hardly be underestimated. Yet, current evaluations of their cost-effectiveness (CE) seem to be doing exactly that by narrowing down effectiveness assessments to weight loss, and mainly focusing on direct costs to the health care system. The primary aim of this research is to develop and validate a set of health and non-health effect and cost measures for articulating the wider societal impact of community-based childhood obesity prevention within the cost-benefit framework, and compare the results of this approach with the results of the standard health economic approach, i.e. analysis of incremental cost per quality adjusted life year (QALY), where a QALY is valued in monetary terms using the prevailing willingness to pay threshold of €80.000 / QALY. Hypothesis: inclusion of both health and non-health measures in the effectiveness side of the cost-effectiveness ratio, and direct as well as indirect costs to all program stakeholders and subjects involved on the cost side, will lead to a ‘different’ estimate of incremental cost-benefit than the current approach; i.e. different in a sense that the estimate articulates the wider societal impact of community-based childhood obesity prevention within the cost-benefit framework and suggests another way of spending scarce resources than the current health economic approach would. We propose to adopt the willingness to pay (WTP) approach as part of a contingent valuation of the cost-benefit of community-based obesity prevention programs among a sample of 320 participating children and their families in ten kindergartens, primary and secondary schools in Winterwijk. The WTP approach enables a more comprehensive valuation of benefits than QALYs while the cost-benefit framework allows questions of allocative efficiency to be addressed, not just within the health care sector but across community, household and government sectors. In addition we employ 2 other multi-attribute methods for eliciting preferences, i.e. the Analytic Hierarchy Process [9] and a point allocation method [10] and compare these three methods as regards attribute weights and practical experiences. A secondary aim of this proposal is to compare the relatively novel AHP approach to the CV-WTP and a point allocation method and compare these methods as regards attribute weights and practical experiences. AHP is increasingly gaining attention for its intuitive approach to analyse complex decision problem, while the point allocation method proposed here is particularly useful in budgeting decisions. Both methods have previously been recommended for further methodological study [10]. The relevance of this study, first, lies therein that ZonMw invests in prevention programs and one of these programs is “Gezonde Slagkracht”. The methodological research project proposed here is aligned with and directly contributes to the ZonMw “Gezonde Slagkracht” program in Winterswijk and the “Gezonde Kinderen in Gezonde Kindgemeenten” programs in Winterswijk and 11 other cities in the Netherlands and in Germany, funded by INTERREG. The proposed study contributes to methodology advancement by developing and applying health economic methods to: 1) better articulate the cost-effectiveness of preventative community programs against childhood obesity, by measuring health and non-health impacts of the program; and 2) investigate the distributional cost impact of these prevention programs, not just within the health care sector, but across community, household and government sectors. Herewith, the proposed research explicitly contributes to program themes 1 and 2 as described in the ZonMw “Preventie 4 - Vernieuwing voor Langer Gezond Leven” program text. The proposed channels for knowledge dissemination of this research include: presentations at national and international conferences related to public health, prevention, obesity, health economics and medical decision making, etc.; publication of methodology development and research outcomes in high-ranking national and international scientific journals; publication of methods and results in national lay-press. In addition, the developed CV-questionnaire, cost diary, AHP method and point allocation exercise, including administration and analysis manuals, will be made publicly available online to allow free of charge use by other institutions and projects.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
200400006
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2013
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. L.M.G. Vrijhoef-Steuten
Verantwoordelijke organisatie:
Universiteit Twente