Food for thought: what do we know about the relation between dietary intake and mental disorders across the life span?
Projectomschrijving
Doel
In dit project brengen wij systematisch in kaart wat er tot nu toe bekend is over de relatie tussen voeding en psychische aandoeningen.Werkwijze
Dit doen we door:- uitgebreid te onderzoeken wat er al bekend is uit wetenschappelijk onderzoek
- te kijken hoe er in de praktijk wordt gedacht over het gebruik van voedingsinterventies in de behandeling van psychische aandoeningen
- de relatie te bekijken tussen voeding en psychische gezondheid gedurende de levensloop
- voor de geboorte
- de kindertijd
- de adolescentie
- de volwassenheid
Verwachte opbrengsten
De resultaten van dit project leiden tot aanbevelingen voor verder onderzoek en misschien ook tot aanbevelingen voor gezonde voeding in het voorkomen en behandelen van psychische aandoeningen.Verslagen
Eindverslag
In dit project hebben wij onderzocht wat er bekend is uit de wetenschappelijke literatuur over de relatie tussen voeding en psychische aandoeningen gedurende de levensloop. Daarnaast hebben we geïnventariseerd of er voedingsadviezen staan beschreven in zorgstandaarden en richtlijnen voor de behandeling van psychische aandoeningen. Ook hebben we onderzocht of zorgprofessionals voedingsadviezen geven aan cliënten met psychische aandoeningen, wat voor voedingsadviezen zij geven en wat redenen zijn om wel of geen voedingsadvies te geven. In ons onderzoek hebben we drie levensfases onderscheiden: het vroege leven (prenataal en kindertijd), de adolescentie (12 – 25 jaar) en de volwassenheid (> 25 jaar). Binnen deze levensfases hebben we onderzocht of voedingspatronen en inname van nutriënten (vetzuren, vitamines en mineralen) samenhangen met de kans op het krijgen van een psychische aandoening en of voedingsinterventies en nutriëntsuppletie effectief kunnen zijn in de behandeling van psychische aandoeningen. In iedere levensfase hebben we de aandoeningen onderzocht die zorgen voor de hoogste ziektelast. Bij kinderen betreft dit ADHD, Autisme spectrum stoornissen (ASS) en depressie. Bij adolescenten en volwassenen zijn dit depressieve stoornissen, angststoornissen en psychotische stoornissen.
De resultaten van dit project zijn beschreven in een rapport en in factsheets. Op basis van de resultaten van dit onderzoek hebben wij aanbevelingen gegeven voor de praktijk en voor verder onderzoek. De belangrijkste bevindingen zijn dat gezonde voedingspatronen samenhangen met een lagere kans op depressieve klachten of een depressie bij gezonde volwassenen. Bij kinderen en adolescenten bestaan die verbanden mogelijk ook, maar bij die doelgroepen is er nog te weinig goed onderzoek gedaan om dat te bevestigen. N-3 vetzuren hebben een gunstig effect in de behandeling van depressieve stoornissen bij volwassenen. Bij kinderen en adolescenten bestaan die effecten mogelijk ook, maar bij die doelgroepen is dat nog minder goed onderzocht. Vetzuursuppletie kan effectief zijn in het verminderen van symptomen van ADHD bij kinderen met ADHD.
Hoewel er een paar duidelijke patronen van associaties tussen voedingspatronen en nutriënten en psychische aandoeningen uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, is de belangrijkste conclusie dat er nog veel kennishiaten bestaan, die met verder onderzoek moeten worden ingevuld.