Ouderen die nog zelfstandig wonen, komen soms te weinig tussen de mensen. Als ze het grootste gedeelte van hun tijd alleen thuis doorbrengen, kunnen zij fysieke, psychologische en psychosociale problemen ontwikkelen. Ze bewegen te weinig, raken sociale contacten kwijt en dreigen verder te vereenzamen. ICT kan deze vicieuze cirkel helpen doorbreken.
Digitaal afspreken om elkaar fysiek te ontmoeten, dat is het recept van de virtuele sociale gemeenschap van Co-Living. Via een tablet worden ouderen gestimuleerd mee te doen met activiteiten. De software geeft extra tips (‘Vergeet uw bril niet!’) en laat gebruikers ook anderen uitnodigen mee te komen. Het systeem integreert diensten rond sociale interactie en zorg, welzijn, begeleiding en monitoring van mobiliteit. Familie en mantelzorg kan via de persoonlijke pagina’s meekijken en zo betrokken blijven bij de activiteiten van hun naaste.
Co-Living ondersteunt ouderen bij hun sociaal leven en het ontmoeten van (nieuwe) vrienden. De applicatie geeft structuur aan activiteiten, is laagdrempelig en geeft ouderen het gevoel ‘up-to-date’ te blijven. Kleinkinderen komen bijvoorbeeld graag op bezoek, want opa heeft ook een tablet! Zorgverleners zien mensen opleven en actiever worden. Eventuele inactiviteit kunnen zij via het systeem eenvoudig signaleren, zodat ze een oudere desnoods tijdens een gesprek extra kunnen motiveren. Actief meedoen bevordert het welzijn, gaat psychosociale achteruitgang tegen en voorkomt sociaal isolement.
Voor (redelijk) gezonde ouderen die zelfstandig willen functioneren en graag actief in het leven staan. Hun welzijn is gebaat bij het voorkómen van psychosociale achteruitgang en sociaal isolement.
In vervolg op Co-Living is een zogeheten VIMP-project (Verspreidings- en implementatie Impuls) opgezet: het project OAS in wijksteunpunten.