Mobiele menu

Evaluatie programma Verward gedrag

Projectomschrijving

Problematiek rondom mensen met ‘verward gedrag’ krijgt veel aandacht.

Doel

Dit onderzoek:

  1. analyseert de wijze waarop de centrale en gemeentelijke overheden, alsmede professionals die te maken hebben met mensen met verward gedrag, de opvang van en zorg voor deze mensen vormgeven. Er wordt daarbij specifiek gekeken naar de invulling en voortgang van de vele projecten die daarvoor de afgelopen jaren zijn opgezet.
  2. maakt een opzet voor een grotere evaluatie die de effecten van deze projecten en maatregelen op de problematiek gaat analyseren.

Werkwijze

We maken in de voorstudie gebruik van vooral kwalitatieve onderzoeksmethoden (documentenanalyse, interviews) waarbij we ook een aantal ‘patient trajectories’ in kaart gaan brengen. Daarnaast kijken we welke data waar beschikbaar is en zetten we een raamwerk op voor de grotere evaluatie.

Resultaten

De tussentijdse resultaten van de centrale evaluatie laten de complexiteit en gelaagdheid van de problematiek zien. Een rechtlijnige aanpak is daarom niet passend. Initiatieven die aangeduid worden als goede praktijk richten zich op een ‘reframing’ naar een meer persoonsgerichte aanpak. Integrale samenwerkingsverbanden in de regio’s hebben geholpen deze reframing in de keten te bewerkstelligen. Ondanks de aandacht voor de borging van goede praktijken, bleek dit niet altijd gemakkelijk.

Een productie-gedreven werkomgeving, bestuurlijke traagheid en complexiteit zijn voorbeelden van structurele uitdagingen. De verspreiding van kennis over goede praktijken is momenteel nog fragmentarisch en de coördinatie ontbreekt nog. Daarnaast is verspreiding veelal gericht op het overbrengen van kennis in plaats van gezamenlijk leren. Om toe te werken naar een regionale aanpak die recht doet aan de complexiteit en gelaagdheid van de problematiek, is een proces van continu leren nodig. Het ontwikkelen van reflexieve monitoring en de borging daarvan binnen de regio’s wordt daarom aanbevolen.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Personen met verward gedrag vormen een belangrijk maatschappelijk vraagstuk, waarin verschillende waarden met elkaar botsen--met name die van maatschappelijke veiligheid en de zorg voor kwetsbare mensen. De afgelopen jaren zijn er vele initiatieven ontplooid om met dit vraagstuk om te gaan. In dit voorstel geven wij een beschrijving van de eerste fase van de evaluatie van het Programma verward gedrag. Voor de evaluatie hanteren we een conceptueel model dat uitgaat van de gelaagdheid van de problematiek van mensen met verward gedrag, waarbij landelijke, regionale en lokale contexten in elkaar grijpen. Het onderzoek is erop gericht de dynamiek van deze gelaagdheid in kaart te brengen. We gaan daarbij uit van de volgende probleemstelling: Hoe kunnen goede praktijken (good practices) met betrekking tot de omgang met mensen met verward gedrag geïdentificeerd, geborgd en verspreid worden, rekening houdend met de complexiteit en gelaagdheid van de problematiek? De volgende onderzoeksvragen staan centraal: 1. Wat zijn de resultaten van projecten binnen het programma verward gedrag? 2. Hoe kunnen we good practices identificeren? - ten aanzien van de effectiviteit van de aanpak van verward gedrag - ten aanzien van de betrokkenheid van en samenwerking tussen stakeholders 3. Wat is de optimale samenhang tussen lokale, regionale en landelijke initiatieven en beleid? 4. Wat draagt bij aan de bevordering van verspreiding en borging van good practices? De eerste fase bestaat uit drie onderdelen: - een reconstructie van de beleids- en programmatheorie met betrekking tot mensen met verward gedrag; - een eerste analyse van de werkzame mechanismen in de gekozen aanpak; - het maken van een plan van aanpak voor de tweede fase van de evaluatie. De gehanteerde methoden voor deze eerste fase betreffen vooral literatuur- en documentenanalyse en interviews. Daarnaast brengen wij een drietal 'patient journeys' in kaart om beter zicht te krijgen op de praktische problemen en oplossingen in de praktijk van de zorg voor en omgang met mensen met verward gedrag. Deze eerste fase van de evaluatie mondt uit in: - een rapportage over de eerste inzichten in de werkzame mechanismen van de effectiviteit, borging en verspreiding van de aanpak van mensen met verward gedrag - een plan van aanpak voor de tweede fase van de evaluatie. Beide rapportages worden eind november 2019 opgeleverd.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
638050511
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2019
2020
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. R. Bal
Verantwoordelijke organisatie:
Erasmus Universiteit Rotterdam

Gegevens projectleider

E-mailr.bal@bmg.eur.nl
Telefoon: 010 408 85 55