Mobiele menu

Verbetering van de toegang tot de jeugdzorg: een studie naar het expliciteren van keuzes en monitoring van sturingsprocessen.

Projectomschrijving

Een belangrijk doel van de nieuwe jeugdwet van 2015 was om jeugdigen en hun ouders eerder de juiste hulp op maat te bieden en de inzet van (onnodige) specialistische hulp te verminderen. Deze aanname was voor de Academische Werkplaats Jeugd in Noord-Brabant aanleiding om in vier West-Brabantse gemeenten een onderzoek op te zetten met de volgende twee doelstellingen:

  1. Het ontwikkelen van een instrument voor generalistische professionals dat hen kan helpen bij hun afweging voor de inzet van specialistische hulp.
  2. Het ontwikkelen van kennis over de samenhang tussen de organisatie van zorg in gemeenten en het inschakelen van specialisten.

In nauwe samenwerking met professionals en ouders is een digitale ondersteuningstool Bram. (Beslissen, Reflecteren & Analyseren Met ouders en jeugdigen) ontwikkeld, die ingezet kan worden wanneer er verschil van inzicht bestaat tussen ouders en professionals.

De inrichting van de toegangsorganisatie heeft slechts ten dele invloed op de inzet van specialistische hulp.
Meer informatie hierover is te vinden op de website van Tranzo.


Regio: Midden Brabant, Noord-Oost Brabant, West-Brabant Oost, West Brabant West, Zuid-Oost Brabant

Bekijk de video op YouTube

Flyer: Academische Werkplaats Transformatie Jeugd - Verbetering van de toegang tot de jeugdzorg: een studie naar het expliciteren van keuzes en monitoring van sturingsprocessen.

Verslagen


Eindverslag

Voor een samenvatting van het hele project wordt verwezen naar de het eerder ingediende eindverslag.

De BRAM. tool is in een verlengde testfase verder uitgetest en aangepast. Op basis van bevindingen van 1) de professionals, die ook betrokken waren bij de ontwikkeling, 2)jeugdprofessionals uit een andere gemeente 3)studenten uit de minor jeugd van Avans en 4) ouders zijn aanpassingen doorgevoerd, die geleid hebben tot de uiteindelijke versie van BRAM.

Avans Hogeschool is eigenaar van deze tool. Dat betekent dat geintereseerde professionals via Avans toegang tot de tool kunnen krijgen.

De belangrijkste resultaten van het totale project staan in ons eerdere eindverslag gemeld.

Specifiek voor de verlengde testfase geldt het volgende.

De tool is verder uitgetest bij een groep professionals, die ook betrokken was bij de ontwikkeling. Ten tweede is de tool besproken en uitgeprobeerd bij professionals binnen een andere gemeente. Daarnaast hebben leerlingen van de minor jeugd van Avans Hogeschool de tool uitgeprobeerd. En tenslotte zijn in een focusgroep met ouders de mogelijkheden van de tool besproken. De uiteindelijke versie van BRAM. kan, voor professionals, via Avans Hogeschool opgevraagd worden.

Tot slot wordt er in januari nog een wetenschappelijk artikel over het proces van de ontwikkeling van de tool aangeboden aan een tijdschrift.

Samenvatting van de aanvraag

ACHTERGROND Vanaf 1 januari is de nieuwe Jeugdwet in werking getreden. Deze nieuwe wet heeft tot doel het jeugdstelsel te vereenvoudigen, efficiënter en effectiever te maken. Door de (financiële) verantwoordelijkheid voor de jeugdhulp onder te brengen bij de gemeenten hoopt de regering een einde te maken aan de versnippering in de jeugdzorg. De beleidsaanname die ten grondslag ligt aan de transformatie is dat het dichterbij het gezin organiseren van zorg en het stimuleren van de eigen kracht van gezinnen, leidt tot minder gebruik van de niet vrij toegankelijke zorg. In West-Brabant hebben gemeenten een aantal concrete beleidsdoelen vastgesteld, die naadloos aansluiten bij deze beleidsaanname van het nieuwe jeugdhulpstelsel. Aan deze doelen ligt de ambitie ten grondslag om meer gezinnen op eigen kracht opvoed- en opgroeidrempels te laten nemen. Essentieel daarbij is de rol van de professionals. Zo hebben generalisten (professionals in de vrij toegankelijk hulp) de opdracht om niet te snel specialistische (niet vrij toegankelijke) zorg in te schakelen. Deze taak, het besluiten over opschaling naar specialistische hulp, is nieuw voor de generalisten en zij kunnen hier ondersteuning bij gebruiken. INSTEEK HUIDIGE ONDERZOEKSPROJECT Het onderzoeksproject voorziet enerzijds in de behoefte aan handvatten voor generalistische professionals bij de afweging om wel/geen specialisten in te schakelen voor die gezinnen waarbij een begeleidingsbehoefte is vastgesteld. Anderzijds is het een verdieping van de Transformatiemonitor Jeugd, waarmee door West-Brabantse gemeenten wordt gewerkt. Deze monitor stelt deze gemeenten in staat om de vastgestelde beleidsdoelen te monitoren. In het onderzoeksproject wordt aangesloten op de behoefte van bestuurders om inzicht te krijgen in de effectiviteit van het jeugdhulpstelsel. DOELEN EN DEELPROJECTEN Het onderzoeksproject heeft twee doelen en bestaat uit twee parallelle en complementaire deelprojecten: Doel 1. Het bieden van handvaten aan generalisten, die ze kunnen gebruiken bij hun afweging om wel of geen specialistische hulp in te schakelen. Doel 2. Het verkrijgen van inzicht in de samenhang tussen de manier waarop gemeenten de toegang hebben georganiseerd en het verloop van het inschakelen van specialisten VRAAGSTELLINGEN In het eerste deelproject worden de volgende vragen beantwoord: 1a. Op basis van welke overwegingen dienen generalisten, tijdens de begeleiding van gezinnen, specialistische hulp in te schakelen? 1b Welk instrument kan hiervoor worden ingezet? Het tweede deelproject kent vier vraagstellingen: 2a. Hoe is het verloop van doorverwijzingen in de periode 2016-2018 in verschillende gemeenten? 2b. Hoe is het toegangsproces binnen geselecteerde gemeenten georganiseerd? 2c. Hoe functioneert het toegangsproces? 2d. Op welke wijze kunnen verschillen in aantallen doorverwijzingen verklaard worden door de werkprocessen en de organisatie van de toegang in de gemeenten? DATAVERZAMELINGSMETHODE Het toegangsproces naar de zorg is complex, divers en situaties zijn veranderlijk. Dit vraagt om een methode die ruimte geeft om aan te sluiten bij dit proces. Hiervoor wordt de Realistische Evaluatie Methodiek gebruikt. Deze methodiek gaat uit van vier concepten (1. mechanismen, 2. context, 3. outcome patronen en 4. mechanismecontext en outcome configuratie). Voor het onderzoeksproject wordt de methodiek van de multiple casestudie ingezet. Bij een multiple casestudie worden meerdere casussen op dezelfde beschrijvende manier bestudeerd en met elkaar vergeleken om tot een meer generaliserende verklaring of theorie te komen. Het onderzoek is gericht op vier gemeenten: Breda, Oosterhout, Woensdrecht en Roosendaal. Tijdens de uitwerking en uitvoering van het onderzoeksproject zal regelmatig advies worden ingewonnen bij de begeleidingscommissie. In deze commissie zijn het NJi, organisaties voor maatschappelijk werk, welzijnswerk en jeugdhulpverlening, gemeenten, Avans, Tranzo, een cliëntenorganisatie en GGD vertegenwoordigd Het onderzoeksproject is een unieke samenwerking van GGD West-Brabant, Tranzo, Avans en West-Brabantse gemeenten. Bovendien is het project ingebed in de Academische Werkplaats Jeugd (AWJ), gevestigd bij Tranzo, Tilburg University. Aan de AWJ is een groot aantal organisaties uit de jeugdsector verbonden: jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, jeugd-GGZ, jeugd-licht verstandelijke beperking, hogescholen, kennisinstituten, en cliënten-vertegenwoordiging. Deze constructie maakt dat wetenschappelijke kennis en kennis van de praktijk in het onderzoeksproject worden gecombineerd en geïntegreerd. De onderzoeksresultaten worden lokaal, regionaal en landelijk gedeeld door aan te sluiten bij bestaande overlegstructuren en platforms.

Kenmerken

Projectnummer:
737200008
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2015
2020
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. J.J.P. Mathijssen MSc
Verantwoordelijke organisatie:
Universiteit van Tilburg