Prevention of neonatal Early Onset Group B streptococcal disease
Projectomschrijving
Verslagen
Eindverslag
Early-onset Groep B- hemolytische streptokokken infectie (EOGBS) is een belangrijke oorzaak van neonatale morbiditeit en mortaliteit tijdens de eerste levensweek. Maternale kolonisatie tijdens de zwangerschap wordt in Nederland geschat op ongeveer 20%. Ongeveer de helft van de kinderen die geboren worden bij deze moeders, wordt ook gekoloniseerd, slechts 1% van deze kinderen zullen ziek worden ten gevolgen van EOGBS. Primaire preventie van EOGBS is mogelijk door middel van toediening van antibiotica tijdens de baring (intrapartum anti-biotic prevention, IAP). Er zijn verschillende strategieën beschikbaar om vrouwen die IAP nodig hebben te identificeren. In Nederland blijkt de risicostrategie (IAP indien een van de vijf risicofactoren aanwezig is) en combinatiestrategie (IAP wanneer een van de vijf risicofactoren aanwezig is in combinatie met een positieve screeningstest), het meest kosteneffectief. Ondanks de ondernomen activiteiten om implementatie van GBS preventie strategieën te bevorderen, blijkt de adherentie aan dit beleid matig vooral daar waar behandeling geïndiceerd is (zogenaamde onderhandeling).
Dit VIMP onderzoek heeft als doel meer inzicht te verwerven naar de diversiteit van factoren die van invloed zijn op deze (non-) adherentie; een overzicht van bestaande kennis en toekomstige mogelijkheden rondom de preventiestrategieën te geven en kennislacunes te identificeren.
Het online focusgroep onderzoek dat in drie verschillende regio’s werd gehouden, liet zien dat matige adherentie verklaard kan worden door een gebrek aan kennis bij zorgverleners die het bovendien lastig vinden om een gevoel van urgentie om te zetten in actie en om oude gewoontes los te laten omdat beleid in hun ogen niet altijd tot betere uitkomsten leidt.
Andere studies hebben laten zien dat prematuriteit en ingewikkelde protocollen bijdragen aan matige adherentie aan preventief EOGBS beleid. Echter een substantieel deel van de niet-behandelde casus lijken door (korte) duur van de baring en de time-to-result niet te kunnen worden voorkomen, ook niet met het perfecte protocol.
Alhoewel bestaande internationale richtlijnen over het algemeen van goede kwaliteit blijken te zijn, geeft de verscheidenheid aan beleidsopties blijk van het gebrek aan voldoende bewijskracht waarop de richtlijnen zijn gebaseerd. In de loop van 2017 wordt een nieuwe richtlijn infectiepreventie, inclusief EOGBS, van de Nederlandse Vereniging van Kinderartsen (NVK) verwacht waarin de preventie van EOGBS uitgebreid wordt besproken.
Toekomstige ontwikkelingen rondom de preventie van EOGBS concentreren zich vooral op de beschikbaarheid van de PCR sneltest, beleid gericht op de meer virulente GBS stammen en het ontwikkelen van een GBS vaccin. Beschikbare studies laten gunstige resultaten zien voor de PCR sneltest die met succes 24 uur / dag op een geschikte locatie beschikbaar kan worden gemaakt waarmee een aantal van de non-adherentie factoren kunnen worden opgelost. Alhoewel de PCR sneltest kosteneffectief is gebleken in een studie met een hypothetisch cohort , dient de kosten effectiviteit in de dagelijkse praktijk nog verder worden onderzocht voordat deze test op grote schaal kan worden geïmplementeerd. De algemene consensus onder experts en onderzoekers is, dat de introductie van een dergelijke test overwogen dient te worden.
Indien specifieke kennis van de betreffende richtlijnen en protocollen laag blijft en uniformiteit in het gebruik van protocollen niet wordt bereikt, verbeterd de preventie van EOGBS niet. Het is daarom van belang dat, onafhankelijk van de gekozen strategie, ruime en hernieuwde aandacht uitgaat naar de implementatie en adherentie van het gekozen beleid. Implementatie moet zich vooral richten op het verbeteren van de kennis van een ondubbelzinnige en heldere richtlijn en protocol met een multidisciplinaire aanpak.