Mobiele menu

Prevention of neonatal Early Onset Group B streptococcal disease

Projectomschrijving

Early-onset Groep B- hemolytische streptokokken infectie (EOGBS) is een belangrijke oorzaak van neonatale morbiditeit en mortaliteit tijdens de eerste levensweek. Er zijn verschillende strategieën om EOGBS te voorkomen. Ondanks activiteiten om implementatie van GBS preventie strategieën te bevorderen, blijkt de adherentie matig vooral als behandeling geïndiceerd is (zogenaamde onderhandeling). Uit dit onderzoek blijkt dat matige adherentie verklaard kan worden door een gebrek aan kennis en urgentie bij zorgverleners, en aanpassen handelen omdat beleid in hun ogen niet altijd tot betere uitkomsten leidt. Een deel van de niet-behandelde casus kan niet worden voorkomen door de (korte) duur van de baring en de time-to-result. Er is onvoldoende bewijskracht voor een enkele strategie. De toekomstige preventie van EOGBS moet zich vooral richten op de beschikbaarheid van de PCR sneltest, beleid mbt virulente GBS stammen en het ontwikkelen van een GBS vaccin.

Verslagen


Eindverslag

Early-onset Groep B- hemolytische streptokokken infectie (EOGBS) is een belangrijke oorzaak van neonatale morbiditeit en mortaliteit tijdens de eerste levensweek. Maternale kolonisatie tijdens de zwangerschap wordt in Nederland geschat op ongeveer 20%. Ongeveer de helft van de kinderen die geboren worden bij deze moeders, wordt ook gekoloniseerd, slechts 1% van deze kinderen zullen ziek worden ten gevolgen van EOGBS. Primaire preventie van EOGBS is mogelijk door middel van toediening van antibiotica tijdens de baring (intrapartum anti-biotic prevention, IAP). Er zijn verschillende strategieën beschikbaar om vrouwen die IAP nodig hebben te identificeren. In Nederland blijkt de risicostrategie (IAP indien een van de vijf risicofactoren aanwezig is) en combinatiestrategie (IAP wanneer een van de vijf risicofactoren aanwezig is in combinatie met een positieve screeningstest), het meest kosteneffectief. Ondanks de ondernomen activiteiten om implementatie van GBS preventie strategieën te bevorderen, blijkt de adherentie aan dit beleid matig vooral daar waar behandeling geïndiceerd is (zogenaamde onderhandeling).

Dit VIMP onderzoek heeft als doel meer inzicht te verwerven naar de diversiteit van factoren die van invloed zijn op deze (non-) adherentie; een overzicht van bestaande kennis en toekomstige mogelijkheden rondom de preventiestrategieën te geven en kennislacunes te identificeren.
Het online focusgroep onderzoek dat in drie verschillende regio’s werd gehouden, liet zien dat matige adherentie verklaard kan worden door een gebrek aan kennis bij zorgverleners die het bovendien lastig vinden om een gevoel van urgentie om te zetten in actie en om oude gewoontes los te laten omdat beleid in hun ogen niet altijd tot betere uitkomsten leidt.

Andere studies hebben laten zien dat prematuriteit en ingewikkelde protocollen bijdragen aan matige adherentie aan preventief EOGBS beleid. Echter een substantieel deel van de niet-behandelde casus lijken door (korte) duur van de baring en de time-to-result niet te kunnen worden voorkomen, ook niet met het perfecte protocol.
Alhoewel bestaande internationale richtlijnen over het algemeen van goede kwaliteit blijken te zijn, geeft de verscheidenheid aan beleidsopties blijk van het gebrek aan voldoende bewijskracht waarop de richtlijnen zijn gebaseerd. In de loop van 2017 wordt een nieuwe richtlijn infectiepreventie, inclusief EOGBS, van de Nederlandse Vereniging van Kinderartsen (NVK) verwacht waarin de preventie van EOGBS uitgebreid wordt besproken.
Toekomstige ontwikkelingen rondom de preventie van EOGBS concentreren zich vooral op de beschikbaarheid van de PCR sneltest, beleid gericht op de meer virulente GBS stammen en het ontwikkelen van een GBS vaccin. Beschikbare studies laten gunstige resultaten zien voor de PCR sneltest die met succes 24 uur / dag op een geschikte locatie beschikbaar kan worden gemaakt waarmee een aantal van de non-adherentie factoren kunnen worden opgelost. Alhoewel de PCR sneltest kosteneffectief is gebleken in een studie met een hypothetisch cohort , dient de kosten effectiviteit in de dagelijkse praktijk nog verder worden onderzocht voordat deze test op grote schaal kan worden geïmplementeerd. De algemene consensus onder experts en onderzoekers is, dat de introductie van een dergelijke test overwogen dient te worden.
Indien specifieke kennis van de betreffende richtlijnen en protocollen laag blijft en uniformiteit in het gebruik van protocollen niet wordt bereikt, verbeterd de preventie van EOGBS niet. Het is daarom van belang dat, onafhankelijk van de gekozen strategie, ruime en hernieuwde aandacht uitgaat naar de implementatie en adherentie van het gekozen beleid. Implementatie moet zich vooral richten op het verbeteren van de kennis van een ondubbelzinnige en heldere richtlijn en protocol met een multidisciplinaire aanpak.

Samenvatting van de aanvraag

Early onset Group B- haemolytic streptococcus infection (EOGBS) is an important cause of neonatal morbidity and mortality within the first week of life. Different prevention strategies are used internationally. In 2009 a cost effectiveness study showed a strategy with IAP treatment based on five risk factors (risk based strategy) or based on a positive screening test in combination with one or more risk factors (combination strategy) to be most cost-effective in the Netherlands. However, cost effectiveness was based on the assumption of 100% adherence to each strategy. Since adherence in daily practice will be lower, adherence of the risk strategy, combination strategy and current guideline was examined in 2014-2105 in three regions in the Netherlands. using a pretest (n=616) post test design (n=1011). In the post-test, the overall adherence in the three regions combined increased from 88% to 91%. Under treatment did not decrease (8%) and less overtreatment was seen (from 5% to 2%). The risk based strategy had the highest overall adherence (93%) compared to the adapted Dutch guideline (87%) and the combination strategy (81%). Under treatment was seen more often with the adapted Dutch guideline compared and over treatment was seen more often with the combination strategy compared to the risk based strategy and the adapted Dutch guideline (p<0.001). Given the moderate to poor adherence of all prevention strategies for women needing treatment in our study it seems warranted that before a new guideline will be introduced in the Netherlands it is necessary to gain insight in the reasons for the diversity in adherence per strategy and target population and to provide an overview of the existing knowledge on current and possible future preventive strategies. Method: to identify in depth possible factors related to the diversity in management, adherence and implementation, a sample of GBS cases from the implementation study , will be intensively analyzed in a so called “audit” with the care providers involved per region (primary care midwives, hospital based midwives, obstetricians, pediatricians, maternity care assistant, laboratory staff, obstetric nurses and general practitioner) (month 1-3). Second, the results of the implementation study will be disseminated by sending a short summary of the study findings to all professionals involved, followed by a presentation and discussion in a regional meeting. During this meeting the main results that will be discussed are the (diversity) in adherence per strategy, the diversity in management and adherence within their region, the lessons learned from the “audit” in phase 1 and all experienced inhibiting and impeding factors for adherence. Participants will be asked to present tips and tops for further implementation of the strategy piloted in their region. Aim is to have established at the end of this meeting the most important lessons learned and best practices for national implementation of a) the preventive strategy piloted in that region and b) alternative EOGBS preventive strategies. (month 4-6) To present an overview of the current knowledge, current and (near) future technologies and gaps in knowledge a literature study will be performed addressing the following questions: What is known about the levels of adherence to different preventive strategies for EOGBS, (the solution of) inhibiting factors of implementation of different EOGBS strategies and current and future developments regarding screening and maternal and neonatal treatment? What are the potential positive and negative effects of the most applied preventive EOGBS strategies? What are the current knowledge gaps.(month 1-6) In addition to the literature study stakeholders information will be gained among research groups experimenting with new screening methods (f.e. on the spot PCR), vaccines’ developers as well industrial developers in the field of EOGBS . Also the authors of the recently drafted guideline on neonatal sepsis will be approached to share their knowledge and rationale behind their choices within the drafted guideline. Finally all results will be presented and discussed during an invitational conference with professional experts on EOGBS, representatives of the professional organizations involved, client representatives, industry in the field of EOGBS, health insurance companies and ZonMW. Aim of the conference is to determine: the most optimal and feasible prevention strategy, the best method of implementation and the most relevant area’s for further research. A report of all activities will be presented and disseminated to ZonMW, the participating members of the invitational conference and the organizations they represent, of as well as other relevant stakeholders. (month 7-12)

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
2003200081
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2017
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. S.M.P.J. Jans
Verantwoordelijke organisatie:
TNO