Mobiele menu

Inventarisatie van initiatieven en interventies ter verbetering van de mondgezondheid van kinderen met een melkgebit

Projectomschrijving

Hoe verbeteren we de mondgezondheid bij de jongste jeugd?

Vraagstuk

De mondgezondheid van de Nederlandse jeugd is traditioneel goed, maar sinds 2007 lijkt sprake van een licht verval. Bij bepaalde groepen is het er zelfs slecht mee gesteld. Ook blijkt 40% van de 2- en 3-jarigen nog niet naar de tandarts te gaan. Er zijn verschillende projecten om de zelfzorg en/of het tandartsbezoek te stimuleren. Hoe kan preventie bijdragen aan het verbeteren van de mondgezondheid bij de jongste jeugd?

Onderzoek

Een inventarisatie van bestaande activiteiten en een literatuurstudie werd gevolgd door een expertmeeting over een effectieve interventie om cariës bij jonge kinderen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Uitkomst

De experts pleiten voor een interventie met een nadrukkelijke focus op gedragsbeïnvloeding van ouders, te beginnen als de kinderen tussen 0 en 1 jaar oud zijn. De interventie, in welke vorm dan ook, moet worden uitgevoerd door mensen die zowel deskundig zijn op het gebied van mondzorg als motiverende communicatie. De gewenste uitkomstmaat is het succesvol voorkomen van het ontstaan van cariës.

Verslagen


Eindverslag

Ondanks het feit dat de mondgezondheid van veel jeugdigen in Nederland in vergelijking met die in andere landen redelijk tot goed genoemd mag worden, constateerde het College voor Zorgverzekeringen in 2007 tekenen die duiden op een licht verval van de mondgezondheid van jeugdigen. Met de mondgezondheid van bepaalde groepen jeugdigen is het zelfs slecht gesteld. Verder is gebleken dat het tandartsbezoek van vooral de jongste jeugd voor verbetering vatbaar is. Het blijkt namelijk dat 40% van de 2- en 3-jarigen nog niet naar een tandarts gaat, terwijl binnen de kindertandheelkunde wordt bepleit om met het tandartsbezoek al op deze jonge leeftijd te beginnen. In combinatie met collectieve preventie, ter stimulering van een adequate zelfzorg (door de ouders), zou dit de beste garantie bieden voor een goede mondgezondheid van kinderen. Er bestaan in Nederland op lokaal, regionaal en zelfs landelijk niveau dan ook verschillende projecten om de zelfzorg en/of tandartsbezoek te stimuleren. Deze projecten variëren echter op tal van punten (inhoud, opzet, doelgroep, looptijd, evaluatie e.d.) van elkaar, waardoor nog onvoldoende duidelijk is wat de praktische haalbaarheid en/of de ‘preventiekracht’ c.q. 'stimuleringskracht' is van de verschillende initiatieven als het gaat om een landelijke aanpak van het verbeteren van de mondgezondheid bij de jongste jeugd. Teneinde hierop beter zicht te krijgen, is een studie ondernomen waarin de volgende drie activiteiten zijn ontplooid. 1 Verzamelen en vergelijken van informatie over alle lokale, regionale en landelijke (meer of minder programmatisch ingestelde) projecten die sinds 2000 in Nederland zijn opgezet om het tandartsbezoek en/of de zelfzorg (door ouders) van jonge kinderen te stimuleren. 2 Bestuderen van de buitenlandse onderzoeksliteratuur van na 2000 rond interventies en programma’s op het gebied van de mondzorg van de jongste jeugd. 3 Organiseren van een meeting waarin deskundigen op het gebied van preventie en kindertandheelkunde, op basis van de inventarisatie en de literatuur, ideeën hebben geformuleerd over een effectieve interventie om de prevalentie van cariës bij jonge kinderen te verminderen c.q. om het optreden van cariës zoveel mogelijk te voorkomen. Voorts is in deze expertmeeting op hoofdlijnen ingegaan op de inhoud en de gewenste opzet van een wetenschappelijke studie naar het effect van deze interventie.

Samenvatting van de aanvraag

Ondanks het feit dat de mondgezondheid van veel jeugdigen in Nederland redelijk tot goed genoemd mag worden (1)(2), constateerde het College voor Zorgverzekeringen in 2007 tekenen die duiden op een licht verval van de mondgezondheid van jeugdigen. Met de mondgezondheid van bepaalde groepen jeugdigen is het zelfs slecht gesteld (3). Verder is gebleken dat het tandartsbezoek van vooral de jongste jeugd voor verbetering vatbaar is. Het blijkt namelijk dat 40% van de 2- en 3-jarigen nog niet naar een tandarts gaat (4), terwijl binnen de kindertandheelkunde wordt bepleit om met het tandartsbezoek al op jonge leeftijd te beginnen. In combinatie met collectieve preventie, ter stimulering van een adequate zelfzorg (door de ouders), zou dit de beste garantie bieden voor een goede mondgezondheid van kinderen. Er bestaan in Nederland op lokaal, regionaal en zelfs landelijk niveau dan ook verschillende projecten om een adequate zelfzorg en/of tandartsbezoek te stimuleren. Deze projecten variëren echter op tal van punten (inhoud, opzet, doelgroep, looptijd, evaluatie e.d.) van elkaar, waardoor nog onvoldoende duidelijk is wat de praktische haalbaarheid en/of de ‘preventiekracht’ c.q. 'stimuleringskracht' is van de verschillende initiatieven als het gaat om een landelijke aanpak van het verbeteren van de mondgezondheid bij de jongste jeugd. Teneinde hierop beter zicht te krijgen, wordt voorgesteld om op een systematische wijze te inventariseren welke projecten er in Nederland in de afgelopen jaren zijn en momenteel nog worden uitgevoerd ter stimulering van adequate zelfzorg en/of tandartsbezoek. Deze inventarisatiestudie zal bestaan uit de volgende activiteiten. a Verzamelen van de literatuur en overige informatie (eventueel via interviews) van alle vanaf 2000 uitgevoerde projecten rond de stimulering van de mondgezondheid van de jeugd met een melkgebit. b Doornemen van de verzamelde informatie en schematisch vastleggen en vergelijken van alle relevante aspecten van de desbetreffende projecten. Daarbij zal in ieder geval aandacht worden besteed aan de aard van de interventies om tandartsbezoek en zelfzorg te stimuleren, aan de samenstelling van de doelgroep, aan de organisatie en duur van het project, aan de uitvoerende partijen, aan de eventuele resultaten van (empirische) evaluaties en andere relevante aspecten. c Uitvoeren van een studie van de buitenlandse onderzoeksliteratuur vanaf 2000 op het gebied het stimuleren van tandartsbezoek en/of goede zelfzorg bij de jongste jeugd met een melkgebit. d Organiseren van een beperkte expertmeeting, waarin deskundigen op het gebied van de kindertandheelkunde worden gevraagd om op basis van de resultaten van de inventarisatie van projecten (a+b) en de literatuur (c) gedachten te formuleren over een wetenschappelijke studie naar het effect van interventies ter stimulering van tandartsbezoek en zelfzorg op de feitelijke preventie van tandbederf (cariës) bij de jongste jeugd met een melkgebit. Voor de expertmeeting zullen onder meer vertegenwoordigers van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) en van het Ivoren kruis worden uitgenodigd. In het eindrapport van de inventarisatiestudie wordt verslag gedaan van het vastleggen en vergelijken van de relevante aspecten van de in de studie betrokken projecten ter stimulering van de mondgezondheid van de jeugd met een melkgebit. Voorts zullen de belangrijkste inzichten uit de verrichte literatuurstudie worden beschreven en zal verslag worden gedaan van de uitkomsten van de expertmeeting. Beoogd wordt uit de expertmeeting zo concreet mogelijke inzichten te verwerven over een te ondernemen onderzoek naar het effect van interventies ter stimulering van tandartsbezoek en zelfzorg op de feitelijke preventie van tandbederf (cariës) bij de jongste jeugd met een melkgebit. In het bijzonder met betrekking tot de formulering van de vraagstelling (‘wat moet worden gemeten’) en de operationalisering ('hoe moet worden gemeten') van zo’n onderzoek. De looptijd van deze inventarisatiestudie bedraagt 4 maanden (zie bijlage 1 voor een nadere planning) en de kosten voor uitvoering bedragen € 19.684,- (zie bijlage 2). (1) Poorterman JHG, Schuller AA. Tandheelkundige verzorging Jeugdige Ziekenfondsverzekerden. Een onderzoek naar veranderingen in mondgezondheid en preventief tandheelkundig gedrag. Amsterdam: ACTA, 2006. (2) Truin GJ, Frencken JE, Mulder J, Kootwijk AJ, Jong E de. Prevalentie van tandcariës en tanderosie bij Haagse schoolkinderen in de periode 1996-2005. Ned Tijdschr Tandheelkd 2007; 114: 335-342. (3) Dekker J den, Abbink EJAA. Signalement Mondzorg 2007. Diemen: College voor zorgverzekeringen (CVZ), 2007. (4) CBS. POLS Gezondheidsenquête 2001 t/m 2005.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
200120010
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2014
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. J.J.M. Bruers
Verantwoordelijke organisatie:
Nederlandse Maatschappij tot Bevordering der Tandheelkunde