Mobiele menu

Ontwikkeling en evaluatie van het Nevobo programma ter preventie van volleybalblessures

Projectomschrijving

VolleyVeilig werd als warming-up programma ontwikkeld om blessures bij volleyballers te voorkomen of verminderen. VolleyVeilig (10-15 minuut) kent de volgende indeling: een cardiovasculaire warm-up, romp-stabiliteit oefeningen, oefeningen gericht op het voorkomen van knieblessures en oefeningen gericht op de preventie van schouderblessures. De oefeningen gericht op de preventie van enkelblessures zijn binnen de gehele warming-up ingebed. VolleyVeilig is beschikbaar via een website en applicatie voor smartphone/tablet. Om de effectiviteit van VolleyVeilig te verkennen werd tijdens het seizoen 2017-2018 een onderzoek uitgevoerd onder 672 volwassen volleyballers verdeeld in een interventie- (gebruik van VolleyVeilig) en een controlegroep (geen gebruik van VolleyVeilig). Het onderzoek heeft aangetoond dat het gebruik van VolleyVeilig tot minder acute blessures leidde. Nevobo en partners zullen de komende jaren aan de implementatie van VolleyVeilig werken.

Producten

Titel: The prevention of musculoskeletal injuries in volleyball: the systematic development of an intervention and its feasibility
Auteur: Gouttebarge Vincent, van Sluis Marije, Verhagen Evert, Zwerver Johannes
Magazine: Injury Epidemiology
Titel: Preventing musculoskeletal injuries among recreational adult volleyball players: design of a randomised prospective controlled trial
Auteur: Gouttebarge, Vincent, Zwerver, Johannes, Verhagen, Evert
Magazine: BMC Musculoskeletal Disorders
Titel: Preventing musculoskeletal injuries among recreational adult volleyball players: design of a randomised prospective controlled trial
Auteur: Gouttebarge Vincent, Zwerver, Johannes, Verhagen Evert
Magazine: BMC Musculoskeletal Disorders
Titel: Volleybal Blessurepreventief programma
Auteur: Jacqueline de Wit -Coördinator Deskundigheidsbevordering van de Nevobo

Verslagen


Eindverslag

VolleyVeilig werd als warming-up programma ontwikkeld om blessures bij volleyballers te voorkomen of verminderen. VolleyVeilig (10-15 minuut) kent de volgende indeling: een cardiovasculaire warm-up, romp-stabiliteit oefeningen, oefeningen gericht op het voorkomen van knieblessures, en oefeningen gericht op de preventie van schouderblessures. De oefeningen gericht op de preventie van enkelblessures zijn binnen de gehele warming-up ingebed. VolleyVeilig is beschikbaar via een website en applicatie voor smartphone/tablet. Om de effectiviteit van VolleyVeilig te verkennen werd tijdens het seizoen 2017-2018 een onderzoek uitgevoerd onder 672 volwassen volleyballers verdeeld in een interventie- (gebruik van VolleyVeilig) en een controlegroep (geen gebruik van VolleyVeilig). Het onderzoek heeft aangetoond dat het gebruik van VolleyVeilig tot minder acute blessures leidde. Nevobo en partners zullen de komende jaren aan de implementatie van VolleyVeilig werken.

Jaarlijks lopen volleyballers gemiddeld 170.000 blessures op, vooral vingers/duim-, enkel-, schouder- en knieblessures. Daarom is de Nevobo samen met VeiligheidNL, het AMC, het UMCG en DotcomSport een project gestart om het aantal volleybalblessures terug te dringen. Daarvoor is VolleyVeilig ontwikkeld, een warming-up programma ter preventie van volleybalblessures, in het bijzonder enkel-, knie- en schouderblessures. VolleyVeilig bestaat uit meer dan 60 oefeningen en duurt per keer ongeveer 15 minuten. Bij de ontwikkeling van VolleyVeilig zijn volleybalcoaches/trainers, volleyballers en professionals actief in het volleybal (bijvoorbeeld fysiotherapeuten) betrokken. VolleyVeilig is op dit moment alleen voor de onderzoekspopulatie beschikbaar als website en als applicatie voor smartphone/tablet.

Ná de ontwikkelingsfase is de volgende stap van het project het evalueren of VolleyVeilig daadwerkelijk zorgt voor een vermindering van blessures onder volleyballers. Daarvoor wordt gedurende het seizoen 2017-2018 een gerandomiseerde gecontroleerde studie uitgevoerd bij minimaal 420 volwassen volleyballers (verdeeld over een interventiegroep en een controlegroep). Alléén de volleyballers uit de interventiegroep worden gevraagd VolleyVeilig te gebruiken. Elke twee weken gedurende de hele studie worden alle volleyballers (interventie- en controlegroep) gevraagd hoeveel ze de afgelopen twee weken hebben getraind en gespeeld, en of ze een blessure hebben opgelopen. Aan het eind van de studie wordt een vergelijking gemaakt tussen de interventie- en de controlegroep in het aantal opgelopen blessures. Aan de hand van deze evaluatie worden eventuele aanpassingen aan VolleyVeilig gemaakt en de toekomstige landelijke implementatie voorbereid.

Samenvatting van de aanvraag

Jaarlijks lopen volleyballers gemiddeld 170.000 blessures op, vooral vingers/duim-, enkel-, schouder- en knieblessures. Daardoor heeft de Nevobo het doel om nog meer aandacht voor sportblessurepreventie te hebben. Dat komt niet alleen overeen met de subsidieoproep “Sportblessurepreventie”, maar ook met de behoeften van volleyballers en hun trainers: één op de twee volleyballers geeft aan meer aandacht voor sportblessurepreventie te willen hebben. Doelstellingen van het project Doelstelling 1: het ontwikkelen van een interventie, namelijk een volleybal-specifiek blessurepreventief programma ter voorkoming van vingers/duim-, schouder-, knie- en enkelblessures bij volleyballers en het uittesten van deze interventie (inhoudelijke werkzame elementen). Doelstelling 2: het evalueren van het effect van de ontwikkelde interventie (en bijhorende strategieën) ten opzichte van ‘volleybal as usual’ ter voorkoming van vingers/duim-, schouder-, knie- en enkelblessures bij volleyballers gedurende een volleybalseizoen. Aanpak doelstelling 1 Voor de ontwikkeling van de interventie wordt gebruik gemaakt van de Intervention Mapping methode. Een (systematisch) literatuur onderzoek wordt uitgevoerd voor het identificeren van (i) mogelijke effectieve maatregelen/hulpmiddelen/oefeningen (inhoudelijke werkzame elementen) voor het voorkomen/verminderen van vingers/duim-, schouder-, knie- en enkelblessures bij volleyballers, en (ii) mogelijke strategieën/praktische werkzame elementen voor een optimale implementatie en compliantie/adoptie van de interventie. Een doelgroeponderzoek (vragenlijst en interviews) wordt uitgevoerd om gedragsveranderingsdoelen te formuleren en determinanten (bijvoorbeeld kennis, vaardigheden, opvattingen, zelfefficiëntie, intentie) die invloed hebben op het gedrag van de doelgroepen te identificeren. De praktische uitvoerbaarheid van de geselecteerde maatregelen/hulpmiddelen/oefeningen wordt tijdens een pretest verkend onder negen volleybalteams uit drie verschillende verenigingen. Op basis van alle vergaarde kennis en informatie wordt het volleybal-specifieke blessurepreventief programma ontwikkeld. Aanpak doelstelling 2 Er wordt een cluster gerandomiseerde gecontroleerde studie met een follow-up van één zaalvolleybalseizoen (10 maanden) uitgevoerd (competitieregio als eenheid van randomisatie). In totaal worden 42 teams uit twee competitieregio’s verdeeld in de interventie- of de controlegroep (matching op leeftijd en volleybalniveau). De primaire uitkomstmaat is het aantal vingers/duim-, schouder-, knie- en enkelblessures (incidentie per 1000 uur blootstelling) in de interventie- en controlegroep tijdens de follow-up van één volleybalseizoen. Blessures (evenals blootstelling aan volleybal) worden door de deelnemers geregistreerd met behulp van een standaard online formulier (elke twee weken verstuurd). Twee secondaire uitkomstmaten worden gemeten, namelijk compliance en gedragsdeterminanten.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
536001007
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2018
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
V. Zuidema
Verantwoordelijke organisatie:
Stichting VeiligheidNL