Sporters komen in aanraking met allerlei stressoren van fysieke aard (zoals hoge trainingsbelasting) en mentale aard (zoals verliezen van een wedstrijd). Om hier adequaat mee om te gaan, moeten sporters veerkracht laten zien. Daarom zien Nederlandse topsportorganisaties zoals NOC*NSF en KNVB het als een prioriteit dat sporters fysiek en mentaal veerkrachtig zijn en blijven. De grote uitdaging waar zowel sportwetenschap als -praktijk voor staan, is het inzichtelijk maken van de veerkracht van sporters. Daarvoor zijn integratie van data en innovatieve analyses van individuele fysieke en mentale processen nodig. Door onze kennis op het gebied van psychologie, bewegingswetenschappen en data science te bundelen, kunnen wij de veerkracht van individuele sporters statistisch analyseren en risicoperiodes detecteren. Dit is belangrijk omdat sporters vaak zelf niet onderkennen dat hun veerkracht aan het afnemen is en dat zij in de gevarenzone zitten. Door fysieke en mentale data te combineren, en deze op een begrijpelijke manier met sporters en coaches te delen, kunnen op tijd effectieve maatregelen worden genomen, zoals het aanpassen van training- en wedstrijdschema’s. In dit innovatieve project halen wij gegevens van sporters binnen via sensoren en een app, die wij doorsluizen naar een veilig data-platform. Wij zetten deze tools en nieuwe data science algoritmes in om de veerkracht van sporters en periodes van afnemende veerkracht te detecteren. Er wordt hierbij samengewerkt met voetbalclubs FC Groningen, Vitesse en PSV. Deze praktijkpartners hebben al een geavanceerde infrastructuur om dagelijks fysieke en mentale gegevens van sporters te meten. Echter, momenteel vindt interpretatie van deze gegevens plaats op basis van inschattingen van experts binnen de voetbalclubs. Er is dus winst te behalen door op betrouwbare en wetenschappelijk onderbouwde wijze de veerkracht van de individuele speler te bepalen. Binnen ons interdisciplinaire project combineren wij de nieuwste kennis en mogelijkheden op sport- en data sciencegebied. In nauwe samenwerking met voetbalclubs en hun infrastructuur, willen wij ervoor zorgen dat de veerkracht van sporters behouden blijft en waar mogelijk wordt versterkt, waardoor zij optimaal kunnen (blijven) presteren. Na dit project willen wij bekijken of, en hoe, onze tools en inzichten verder uitgerold worden binnen de topsport en in de breedtesport.
In de eerste twee jaren van het project is hard gewerkt aan de meetinfrastructuur en workflow bij de voetbalclubs. Via (bv. Polar) sensoren werd al dagelijks informatie binnengehaald over trainingsduur en -intensiteit. Daarnaast hebben wij op maat gemaakte applicaties ontwikkeld voor de clubs binnen ons consortium. Deze applicaties zijn zo gebouwd dat de clubs zelf (bijvoorbeeld een trainer of sportwetenschapper) via een “manager dashboard” metingen kunnen klaarzetten voor de spelers. Deze metingen zijn gericht op belasting, herstel, motivatie, vertrouwen, stemming en prestatie. Daarnaast wordt er regelmatig naar stressvolle gebeurtenissen gevraagd die plaats hebben gevonden. Voor iedere speler worden alle fysieke en psychologische gegevens automatisch verwerkt en gestructureerd in de database. Naast de efficiënte workflow die wij hebben ontwikkeld voor de dataverzameling, hebben wij een feedback dashboard gebouwd om rechtstreeks inzichten te geven in de toestand en veerkracht van de spelers. Deze feedback verloopt via dezelfde app als waar de data mee verzameld worden.
Verder zijn er diverse presentaties en workshops gegeven op nationale en internationale bijeenkomsten en congressen. Meerdere wetenschappelijke artikelen zitten op dit moment in “de pijplijn” en in 2021 is er een artikel geaccepteerd in International Journal of Sports Physiology and Performance. Dit artikel laat zien dat groepsresultaten over stress- en herstelprocessen in de sport niet generaliseren naar individuele sporters. Deze inzichten, en de implicaties die daaruit volgen, zijn van belang om een meer gepersonaliseerde aanpak in de sport te stimuleren.
Athletes are exposed to various physical and mental stressors, such as high training loads and defeats. For professional sports organizations, maintaining and improving the resilience of athletes is a top priority to prevent performance decrements and physical or mental problems. The aim of this project is to gain novel insights into resilience, and to provide athletes and coaches with concrete feedback on the resilience of athletes.
Resilience can be defined as an athlete’s ability to return to the previous level of functioning, following a stressor. The resilience of an athlete can change over time and is individual-specific. Although sports organizations increasingly measure physical and mental data of athletes, they lack the resources to integrate these data and to use it to determine the resilience of individual athletes. Our innovative project fills this gap, and answers two main questions: 1) By integrating daily fluctuations in the physical and mental states of athletes, can we accurately predict resilience lapses (e.g., injuries, mental problems)? 2) Do coaches and athletes benefit from personalized feedback on the physical and mental resilience of athletes?
To answer these questions, we established an interdisciplinary collaboration between psychologists, human movement scientists, and data scientists. Furthermore, we collaborate with sports clubs that have high-quality resources (measurement infrastructure and personnel) to obtain daily measures of physical and mental states of athletes: The Dutch premier division soccer clubs PSV, Vitesse, and FC Groningen. From year 1 of our project, based on heart rate and position data of the athletes, we can measure their physical states and stressors (e.g., duration and intensity of trainings and matches). In addition, we utilize a phone app to track the mental states of athletes (e.g., mood, motivation). This information is integrated in a secured data platform that we have developed in the past years. We apply data mining algorithms to detect “deviations” in the physical and mental states of individual athletes, as possible warning signals for a resilience lapse (research question 1).
In years 2 and 3, the automated algorithms will be connected to an app, so that coaches and athletes are provided with feedback. More specifically, athletes and coaches will receive personalized insights into their physical and mental states, and signals when vulnerabilities are detected by the algorithms. This information can help athletes and coaches to adjust training and match schedules to individual athletes. We will evaluate the effect of the feedback (research question 2) by comparing occurrences of resilience lapses in athletes before they started using the feedback (year 1), and while using the feedback (year 2 and 3).
Year 4 is devoted to disseminating our knowledge to other sports. We will organize workshops for embedded scientists of different sports on how to implement similar data platforms and apps. Finally, via our platform and the Sport Data Valley, where we will store our data and analyses, our data and algorithms can be (re-)used by other researchers.