Bij rolstoeltennis is het aandrijven van de rolstoel verschillend voor beide handen. De atleet heeft namelijk een racket in één van de handen. Er bestaan verschillen in aandrijftechniek (o.a. kracht en timing) tussen het aandrijven van een rolstoel met en zonder racket. Er treedt vermogensverlies op bij het koppelen van de hand met racket aan de hoepel en om dat te compenseren ontstaan er hogere piekkrachten tijdens de duwfase. Het is te verwachten dat optimalisatie van de koppeling van de hand met racket aan de hoepel zal leiden tot een prestatieverbetering van de atleet. De nieuwe prototypen voor zowel de racketkant als de niet-racketkant kenmerken zich door een veranderde vorm, textuur en materiaal ten opzichte van de huidige hoepels welke in veel rolstoelsporten worden gebruikt. Het doel van dit project is de optimalisatie van de prototypen en de uiteindelijke vermarkting van de producten in samenwerking met MIFA.