Mobiele menu

Preventive effects of Integrated Multidisciplinary Care ('ketenzorg') on disabled persons within homes for the elderly, a controlled clinical trial

Projectomschrijving

Een driemaandelijkse systematische observatie van bewoners van verzorgingshuizen, gevolgd door multidisciplinair overleg met huisarts, verpleeghuisarts en psycholoog kan de kwaliteit van zorg in verzorgingshuizen verbeteren. De kosten dalen licht.
De verzorgenden kregen een training om elke drie maanden de bewoners te beoordelen.  Vervolgens werden de bewoners besproken in een multidisciplinair teamoverleg. Bij extra zorgvragen, kon verpleeghuisarts of psycholoog in consult worden geroepen. De verzorgenden waren zelf zeer tevreden over de training en het instrument, maar het ontbrak hun aan de tijd en voldoende computers. Huisartsen waren in het algemeen ook tevreden en kwamen vaker op het overleg. Opmerkelijk is dat bij slechts 13% van alle bewoners het volledige protocol uitgevoerd werd. In de groep die uiteindelijk geanalyseerd kon worden, waren er wel verbeteringen. Zo zag men een afname van de achteruitgang in incontinentie voor faeces en urine, een afname van het delirium risico en van de verergering van pijn.

Producten

Titel: The cost-effectiveness of a new disease management model for frail elderly living in homes for the elderly, design of a cluster randomized controlled clinical trial; BMC Health Services Research 2008,8:143. http://www.biomedcentral.com/1472-6963/8/143
Auteur: M Boorsma, HPJ van Hout, DH Frijters, MW Ribbe, G Nijpels
Magazine: BMC Health Services Research
Titel: Een pilotverslag van een nieuw zorgmodel voor ouderen in verzorgingshuizen. Tijdschrift voor Geriatrie en Gerontologie (accepted)
Auteur: M Boorsma, M Eliel M van der Horst, H van Hout, G Nijpels.
Magazine: Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie
Titel: Is It Time for a Change? A Cost-Effectiveness Analysis Comparing a Multidisciplinary Integrated Care Model for Residential Homes to Usual Care
Auteur: Janet L. MacNeil Vroomen, Marijke Boorsma, Judith E. Bosmans, Dinnus H. M. Frijters, Giel Nijpels, Hein P. J. van Hout
Magazine: PLoS ONE
Titel: A cross-sectional study to compare care needs of individuals with and without dementia in residential homes in the Netherlands
Auteur: Eva S van der Ploeg1, Dieuwertje Bax, Marijke Boorsma, Giel Nijpels and Hein PJ van Hout
Titel: Multidisciplinair zorgmodel in verzorgingshuizen
Auteur: Marijke Boorsma, Dinnus Frijters, Dirk Knol, Miel Ribbe, G. Nijpels, Hein van Hout
Magazine: Huisarts & Wetenschap
Link: https://www.henw.org/artikelen/multidisciplinair-zorgmodel-verzorgingshuizen

Verslagen


Eindverslag

ACHTERGROND: Verzorgingshuisbewoners lijden in hoge mate aan chronische ziekten en fysieke en cognitieve beperkingen. Multidisciplinaire geïntegreerde zorg (ketenzorg) wordt sterk aanbevolen om de kwaliteit van zorg te verbeteren. Er is echter zeer weinig bewijs voor de kosten-effectiviteit van ketenzorg in deze setting. DOEL / VRAAGSTELLING: Wat is de kosten-effectiviteit van multidisciplinaire geïntegreerde zorg voor bewoners van verzorgingshuizen? STUDIE-OPZET: We volgden bewoners van 10 verzorgingshuizen waarbij na loting 5 huizen het nieuwe zorgmodel uitvoerden en 5 gebruikelijke zorg leverden. Terminaal zieken en personen die op het punt stonden naar een verpleeghuis te gaan werden geëxcludeerd. INTERVENTIE: Ketenzorg werd in 3 stappen vorm gegeven: 1) Verzorgenden werden getraind om 3-maandelijkse geriatrische observaties vast te leggen volgens het Resident Assessment Instrument (RAI-LTCF). De observaties werden digitaal vastgelegd hetgeen directe en gevalideerde probleemidentificatie mogelijk maakte. 2) De verzorgden presenteerden de bevindingen tijdens een multidisciplinair overleg (MDO) waarvoor ook de huisarts, een verpleeghuisarts en psycholoog uitgenodigd werden. Het team beslist over de aanpak van behandelbare of modificeerbare aandoeningen en risicofactoren. 3) Een aanvullende consultatie door verpleeghuisarts of psycholoog bij complexe zorgvragen van de meest kwetsbaren was optioneel. UITKOMSTMATEN: KLINISCH: Risico indicatoren voor kwaliteit van zorg (RAI-LTCF); kwaliteit van leven (SF12D); Functionele gezondheid (COOP-WONCA & SF12); (I)ADL beperkingen (GARS); tevredenheid over de zorg (QUOTE); ziekenhuisopnames; sterfte; ECONOMISCH: kosten van (informeel) zorggebruik. PROCES: we analyseerden de mate waarin het nieuwe zorgmodel werden uitgevoerd evenals de opinies van het personeel en de huisartsen hierover. RESULTATEN: 324 bewoners participeerde op bassline en voor 232 bewoners waren uitkomsten beschikbaar na 6 maanden. KLINISCH: De interventiehuizen scoorden significant beter op 10 van de 32 risicoindicatoren voor kwaliteit van zorg dan de controlehuizen. Ook de optelzom van deze indicatoren gaf een substantiele reductie van risicoindicatoren te zien (mean difference -2.9 p=0.013). Ook neigde de tevredenheid van bewoners over de zorg beter te zijn hoger in de interventiehuizen. De overige uikomsten bleken niet significant te verschillen. ECONOMISCH, KOSTEN: De medicatie kosten waren significant lager in de interventie huizen (€-257). Daarentegen waren de totale kosten per bewoner ongeveer €15000 in 6 maanden en deze waren vergelijkbaar tussen beide groepen. Verblijf in het verzorgingshuis en ziekenhuisopnames waren de belangrijkste kostenposten. De KOSTEN-EFFECTIVITEIT-analyse liet echter zien dat de reductie van risico indicatoren waarschijnlijk samengaat met lagere kosten. PROCES; VERZORGENDEN: a) was zowel tevreden over de training ten behoeve van het werken met RAI (82%) als over de gebruiksvriendelijkheid van het instrument (70%). De meesten (65%) vonden de kwaliteit van het MDO verbeterd en 70 % vond dat de huisarts beter op de hoogte was van de zorgbehoefte van de bewoner. De verzorgenden (83%) waren van mening dat indien zij meer tijd zouden krijgen om met RAI te werken de kwaliteit van zorg verder zou verbeteren. Zij gaven aan dat onvoldoende tijd om RAI in te vullen en onvoldoende (goede) computers grote barrières vormden. b) HUISARTSEN: 77% van de huisartsen vond de invoering van een nieuw zorgmodel nodig en 71% waardeerde de verbeterde structuur en verbeterde samenwerking met de verzorgenden. 43% gaf ook aan dat de kwaliteit van de zorg verbeterd was sinds de invoering van dit zorgmodel. c) PROTOCOL werd in zijn geheel uitgevoerd bij slechts 13%. Echter 55% werd wel met RAI geobserveerd. De reden hiervoor is dat enkele interventie huizen nog maar nauwelijks het nieuwe model hadden geïmplementeerd tijdens de evaluatie periode. CONCLUSIE: Multidisciplinaire geïntegreerde zorg voor bewon
. Achtergrond: Verzorgingshuisbewoners lijden in hoge mate aan (multipele) chronische ziekten. Ketenzorg wordt sterk aanbevolen om de kwaliteit van zorg te verbeteren voor chronische patienten. Er is echter zeer weinig bewijs voor de kosten-effectiviteit van ketenzorg in deze setting. . Doel / vraagstelling: 1) Wat is de kosten-effectiviteit van ketenzorg voor bewoners van verzorgingshuizen? 2) Welke bewoners in verzorgingshuizen hebben het meeste baat bij ketenzorg? . Studie-opzet: Een gerandomiseerd gecontroleerd experiment in 5 interventie en 5 verzorgingshuizen met gebruikelijk zorg in West-Friesland. Randomisatie vindt plaats op huis na matching in tweetallen op percentage psychogeriatrische patiënten. . Studiepopulatie: De verzorgingshuizen hebben gezamelijk ruim 500 bewoners. Terminaal zieken, wachtend op verpleeghuisopname en ernstig cognitief gestoorden (MIS<2) worden geexcludeerd. . Interventie: Ketenzorg is op procesniveau geoperationaliseerd in drie sequentiele stappen: Ten eerste worden de gezondheidsstatus en zorgbehoefte van de bewoners getaxeerd door een verpleegkundige met het multidimensionele Resident Assessment Instrument (RAI). Het RAI wordt gecomputeriseerd afgenomen hetgeen is directe en gevalideerde probleemidentificatie mogelijk maakt en ziekte/disability management stuurt. De bevindingen worden besproken in een multidisciplinair overleg (MDO) waarbij de verpleegkundige, de huisarts, een verpleeghuisarts en psycholoog betrokken zijn. Het MDO maakt geindividualiseerde zorgplannen gericht op behandelbare of modificeerbare aandoeningen en risicofactoren. . Uitkomstmaten: primair: (I)ADL beperkingen(GARS); Quality Adjusted Life Years (Euroqol); Functionele gezondheid (COOP-WONCA & SF12). secundair: Zorgsatisfactie van bewoners (verkorte QUOTE); Stemming (PRiME-MD); Aantal opnamedagen in een ziekenhuis en tijd tot verpleeghuis, en sterfte; Quality of Care (Zimmerman criteria). . Power-/data-analyse: We streven naar de inclusie van 166 bewoners hetgeen is berekend op detecteerbare verschillen met een effect size van 0.5. in de primaire maten (beta =0.2 & alfa=0.05 & anticiperend op intracluster inflatie 10% & 15% uitval). . Economische evaluatie: De kosten worden gemeten vanuit maatschappelijk perspectief. Zowel directe (bv zorgconsumptie) als indirecte kosten (bv zorgtijd door verzorgingshuispersoneel) worden gemeten. . Tijdplanning: totaal 24 maanden, 12 maanden inclusie, 6 maanden follow-up, 6 maanden analyses en rapportage.

Samenvatting van de aanvraag

. Background: Persons in homes of the elderly suffer frequently from (multiple) chronic diseases. Transmural Integrated Care (TIC) is strongly recommended for (chronic) patients. Little is known about the cost-effectiveness of TIC in this setting. . Objectives: (1) To determine the cost-effectiveness of TIC (ketenzorg) for disabled residents with chronic disorders in homes for the elderly. (2) To identify residents who benefit most from the intervention. . Methods: A non-randomised two-group controlled clinical trial, in 5 intervention homes and 5 usual care homes in West-Friesland that comprise over 600 residents. We include persons who have at least one chronic disorder and are ADL disabled (GARS score<50). Exclusion criteria are terminally ill, waiting for nursing home placement, cognitive impairment (MMSE<18). Intervention: TIC is on a process level operationalised in three sequential elements. Firstly, an in home multidimensional assessment is carried out by trained staff (nurse) of the patients functional health and care needs with the Resident Assessment Instrument (RAI). Computerisation of the RAI enables immediate identification of problem areas and guides individualised care plans. Secondly, the assessment outcomes are discussed in a multidisciplinary consultation (MC) with the nurse, GP, nursing home phyisician, and psychologist. The MC presents individualised care plans to manage or treat modifiable disabilities and risk factors. Thirdly, consultation by a nursing home physician and psychologist is offered to the frailest residents at risk for nursing home admission (according to the RAI). . Outcome Measures Primary: disability (GARS); Quality Adjusted Life Years (Euroqol); Functional health (SF12) Secondary: Patients´ care satisfaction (brief QUOTE); hospital days; time to nursing home; and to mortality. Carers of incompetent residents are interviewed for proxy information on outcomes. . Power/data analysis: We strive to include 166 residents which is powered to detect a difference in the primary outcomes with an effect size of 0.5. (beta =0.2; alfa=0.05; anticipating intracluster inflation 10% and 15% loss to follow up). . Economic evaluation: The costs are measured from societal perspective. Both direct (e.g. care consumption) and indirect (e.g. care time by residential workers) are measured. Cost-effectiveness analyses will be done for the primary outcomes. . Time schedule: Total 2 years: 12 months inclusion, 6 months follow up, 6 months analyses and reporting. Samenvatting . Achtergrond: Verzorgingshuisbewoners lijden in hoge mate aan (multipele) chronische ziekten. Ketenzorg wordt sterk aanbevolen om de kwaliteit van zorg te verbeteren voor chronische patienten. Er is echter zeer weinig bewijs voor de kosten-effectiviteit van ketenzorg in deze setting. . Doel / vraagstelling: 1) Wat is de kosten-effectiviteit van ketenzorg voor ADL beperkte bewoners met chronische aandoeningen van verzorgingshuizen? 2) Welke bewoners in verzorgingshuizen hebben het meeste baat bij ketenzorg? Studie-opzet: Een niet-gerandomiseerd gecontroleerd experiment in 5 interventie verzorgingshuizen en 5 verzorgingshuizen met gebruikelijk zorg in West-Friesland. . studiepopulatie / databronnen: De verzorgingshuizen hebben gezamelijk ruim 600 bewoners. De doelgroep voor de studie zijn bewoners met tenminste een chronische aandoening en ADL beperkingen (GARS<50). Terminaal zieken, wachtend op verpleeghuisopname en cognitief gestoorden (MMSE<18) worden geexcludeerd. interventie: Ketenzorg is op procesniveau geoperationaliseerd in drie sequentiele stappen: Ten eerste worden de gezondheidsstatus en zorgbehoefte van de bewoners getaxeerd door een verpleegkundige met het multidimensionele Resident Assessment Instrument (RAI). Het RAI wordt gecomputeriseerd afgenomen hetgeen is directe en gevalideerde probleemidentificatie mogelijk maakt en ziekte/disability management stuurt. De bevindingen worden besproken in een multidisciplinair overleg (MDO) waarbij de verpleegkundige, de huisarts, een verpleeghuisarts en psycholoog betrokken zijn. Het MDO maakt geindividualiseerde zorgplannen gericht op behandelbare of modificeerbare aandoeningen en risicofactoren. . Uitkomstmaten: primair: (I)ADL beperkingen(GARS); Quality Adjusted Life Years (Euroqol); Functionele gezondheid (SF12) secundair: Stemming (CESD); Zorgsatisfactie van bewoners (verkorte QUOTE), Aantal opnamedagen in een ziekenhuis en tijd tot verpleeghuis, en sterfte. . Power-/data-analyse: We streven naar de inclusie van 166 bewoners hetgeen is berekend op detecteerbare verschillen met een effect size van 0.5. in de primaire maten (beta =0.2 & alfa=0.05 & anticiperend op intracluster inflatie 10% & 15% uitval). . Economische evaluatie: De kosten worden gemeten vanuit maatschappelijk perspectief. Zowel directe (bv zorgconsumptie) als indirecte kosten (bv zorgtijd door verzorgingshuispersoneel) worden gemeten. . Tijdplanning: totaal 24 maanden, 12 maanden inclusie, 6 maanden follow-up, 6 maanden analyses en rapportage.

Kenmerken

Projectnummer:
94505030
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2005
2008
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. H.P.J. van Hout
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie VUmc