Mobiele menu

Cost-effectiveness of monitoring of psychotherapeutic treatments: A randomized comparison on the effects of feedback to therapists and patients in three settings of outpatient psychotherapy.

Projectomschrijving

Psychotherapie is een effectieve methode om psychische problemen te 
behandelen, maar is niet effectief voor iedereen. Bij 5-10% is zelfs 
achteruitgang. Eén methode ter verbetering is voortgangsinformatie te 
geven over het klachtenniveau. Dit is in de Verenigde Staten ontwikkeld. 
Daar leidde het tot een betere verdeling van therapiesessies. Goed 
verlopende therapieën kregen een kortere behandelduur en minder goed 
verlopende een wat langere, maar met betere resultaten.
Dit onderzoek moet nagaan welk effect voortgangsinformatie heeft op 
behandelingsduur en resultaten. Deelnemers worden willekeurig ingedeeld 
in drie groepen: één met voortgangsinformatie aan de therapeut, één met 
daarbij ook voortgangsinformatie aan de cliënt en een controlegroep 
zonder voortgangsinformatie. We verwachten dat goed verlopende 
therapieën eerder beëindigd kunnen worden en dat minder goed verlopende 
therapieën langer voortgezet worden met alsnog een goed resultaat. Zo 
wordt een efficiëntere sessieverdeling verkregen en worden betere 
resultaten behaald voor cliënten die momenteel niet voldoende profiteren 
van de therapie.

Producten

Titel: Geen, maar het was verplicht een product op te geven

Verslagen


Eindverslag

Kosteneffectiviteit van het geven van voortgangsinformatie bij psychotherapeutische behandelingen. Psychotherapie is een effectieve methode om psychische problemen te behandelen, maar is niet effectief voor iedereen. Bij 5-10% is zelfs achteruitgang. Eén methode ter verbetering is voortgangsinformatie te geven over het klachtenniveau. Dit is in de Verenigde Staten ontwikkeld. Daar leidde het tot een betere verdeling van therapiesessies. Goed verlopende therapieën kregen een kortere behandelduur en minder goed verlopende een wat langere, maar met betere resultaten. In dit onderzoek is het effect van voortgangsinformatie heeft op behandelingsduur en resultaten nagegaan. Deelnemers werden willekeurig ingedeeld in drie groepen: één met voortgangsinformatie aan de therapeut, één met daarbij ook voortgangsinformatie aan de cliënt en een controlegroep zonder voortgangsinformatie. We verwachtten dat goed verlopende therapieën eerder beëindigd zouden kunnen worden en dat minder goed verlopende therapieën langer voortgezet zouden worden met alsnog een goed resultaat. Zo wordt een efficiëntere sessieverdeling verkregen en worden betere resultaten behaald voor cliënten die tot voorheen niet voldoende profiteren van de therapie.
Na onze voortgangsrapportage in juli 2007 hebben wij de volgende maatregelen genomen: 1. Nieuwsbrief: Elke twee maanden wordt een nieuwsbrief uitgebracht 2. Belronden: ook ongeveer elke twee maanden wordt met alle deelnemers persoonlijk contact opgenomen. 3. Onderzoeksassistente: We hebben per half december een onderzoeksassistente aangenomen die helpt bij het implementeren van het onderzoek bij nieuwe instellingen.. 4. Poster en Folder: De cliënteninformatie (PIF) is zeer uitgebreid (6 pag.). In de folder staat kort en overzichtelijk beschreven wat het onderzoek inhoudt. 5. Kerst mailing: Voor de kerst hebben wij deze poster en 25 folders naar alle deelnemers verstuurd. In de begeleidende brief stonden we stil bij het afgelopen jaar en bedankten we de inspanningen van de deelnemers. Bij deze brief hebben we een cadeaubon gevoegd. Deze inspanningen hebben nu concreet tot de volgende ontwikkelingen geleid: In december heeft De Friesland Zorgverzekeraar (DFZ) ons de mogelijkheid geboden in Leeuwarden een presentatie over het onderzoek te houden. DFZ heeft besloten om iedere therapeut die meewerkt aan het onderzoek 5 % extra te vergoeden. Naar aanleiding van deze bijeenkomst hebben zich twintig nieuwe therapeuten aangemeld. Vier nieuwe instellingen zijn geworven die aan het onderzoek zullen deelnemen. Twee van deze zijn al van start gegaan en twee zijn met de implementatie begonnen. Daarnaast zijn we in gesprek met nog twee grote psychotherapeutische organisaties. Het proces van cliënten-inclusie heeft een zekere traagheid. 1. Potentieel deelnemende instellingen moeten worden gezocht en benaderd. 2. Een afspraak moet gemaakt worden. 3. In een presentatie kan nadere interesse worden gewekt. 4. Indien men geïnteresseerd is geraakt, moet men met anderen over deelname beslissen. 5. Indien men akkoord gaat zal de plaatselijke METC toestemming moeten geven. 6. Aanschaf en plaatsing van PC('s) in de wachtkamer. 7. Verzorgen internetaansluiting(en). 8. Therapeuten moeten dan nog daadwerkelijk aan het onderzoek gaan meewerken. Ook is er sprake van een na-ijl effect. Zou men op gegeven moment geen nieuwe deelnemers meer werven en ook bestaande contacten niet voldoende meer onderhouden, dan stopt de instroom niet direct. Door de invoering van de Diagnose Behandeling Combinaties (DBC’s) zijn therapeuten de afgelopen weken geconfronteerd met een nieuwe manier van werken. Door de invoering van deze veranderingen hebben een aantal (vrijgevestigde) therapeuten het onderzoek (tijdelijk) een lagere prioriteit gegeven. Momenteel merken we dat de verwikkelingen rond het invoeren van de DBC's nu afnemen en dat er weer meer cliënten instromen. Het beloop van de instroom volgt van week 30 tot 40 redelijk de prognose. Daarna begint deze af te nemen. Wij vermoeden dat de reden hiervoor het 'na-ijl' effect is van het overlijden onze projectleider, Wim Trijsburg. De inclusiedaling door dit na-ijl effect is pas een flinke tijd later, na circa 20 weken ingezet. Wij zijn onze verhoogde inspanningen na de vakantie in augustus begonnen. Door de bovenbeschreven traagheid, hebben deze echter pas ook circa 20 weken later, in week 52, effect. Op dit moment zijn 309 actieve cliënten geïncludeerd en de instroom in januari was 28. Volgens de planning van augustus 2007 zouden dit er 385 hebben moeten zijn, met een instroom van 38. Wij gaan ervan uit dat wij er in zullen slagen om de progressief vergrote instroom -volgens de planning van augustus 2007- te kunnen waarmaken, zij het dat wij niet de pretentie hebben de door traagheid opgelopen achterstand van ca. 12 weken (zie grafiek) te kunnen inlopen. De extra kosten die door deze vertraging zijn opgelopen zullen uiteraard door het Erasmus MC worden gedragen.

Samenvatting van de aanvraag

Psychotherapie is een effectieve methode om psychische problemen te 
behandelen, maar is niet effectief voor iedereen. Bij 5-10% is zelfs 
achteruitgang. Eén methode ter verbetering is voortgangsinformatie te 
geven over het klachtenniveau. Dit is in de Verenigde Staten ontwikkeld. 
Daar leidde het tot een betere verdeling van therapiesessies. Goed 
verlopende therapieën kregen een kortere behandelduur en minder goed 
verlopende een wat langere, maar met betere resultaten.
Dit onderzoek moet nagaan welk effect voortgangsinformatie heeft op 
behandelingsduur en resultaten. Deelnemers worden willekeurig ingedeeld 
in drie groepen: één met voortgangsinformatie aan de therapeut, één met 
daarbij ook voortgangsinformatie aan de cliënt en een controlegroep 
zonder voortgangsinformatie. We verwachten dat goed verlopende 
therapieën eerder beëindigd kunnen worden en dat minder goed verlopende 
therapieën langer voortgezet worden met alsnog een goed resultaat. Zo 
wordt een efficiëntere sessieverdeling verkregen en worden betere 
resultaten behaald voor cliënten die momenteel niet voldoende profiteren 
van de therapie.

Kenmerken

Projectnummer:
94506414
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2006
2011
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. R. Timman