Mobiele menu

Een meervoudige casestudy naar de effecten van de integrale aanpak door sociale (wijk)teams, WerkBedrijf en gemeentelijke afdeling Inkomen in gemeente Nijmegen en regiogemeenten Beuningen en Druten.

Projectomschrijving

Sinds 2015 valt de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Wet op de Jeugdzorg en de Participatiewet onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Dit houdt in dat alle verantwoordelijkheden voor de eerstelijnszorg en welzijn vanuit de nationale overheid zijn verschoven naar de gemeenten. Gemeenten hebben sociale (wijk)teams opgericht om vorm te geven aan de transformatie, waarbij het begrip integraal werken centraal staat.

Doel

Dit onderzoek richt zich op het integrale werken tussen de domeinen zorg & welzijn en werk & inkomen bij de aanpak van armoede en (arbeids)participatieproblemen. Hoe wordt de integrale aanpak ervaren door professionals en cliënten? Vinden ze het een meerwaarde? Wat zijn werkzame factoren? Leidt het tot de gewenste resultaten volgens professionals en cliënten?

Aanpak/werkwijze

In dit onderzoek is verschillende casuïstiek met elkaar vergeleken via een meervoudige casestudy. Via een casestudy kan het verloop van een aanpak en de beleefde impact ervan op uitvoerders of de doelgroep nauwgezet worden omgeschreven. Zo zijn er middels diverse interviews met cliënten en professionals, gezamenlijke cliëntoverleggen en observaties gegevens verzameld over de werkzame factoren en ervaringen van de integrale aanpak voor mensen die leven in armoede, een afstand tot de arbeidsmarkt hebben en problemen ervaren op andere levensdomeinen.

Samenwerkingspartners

Gemeente Nijmegen, Gemeente Druten, Gemeente Beuningen, Tilburg University, WBR Rijk van Nijmegen, Stichting Sterker Onderzoek & Ontwikkeling en HAN. 

Resultaten

De integrale werkwijze wordt, vanuit zowel het perspectief van de cliënt als van de professional, ervaren als een efficiëntere handelingswijze die altijd een meerwaarde oplevert. De integrale werkwijze draagt bij aan gewenste resultaten op het gebied van armoede en (arbeids)participatieproblematiek, evenals een verbeterde situatie op andere levensdomeinen. Het gezamenlijk cliëntoverleg is één van de belangrijkste werkzame factoren van de integrale werkwijze. Door in de beginfase van een cliënttraject te investeren in structurele gezamenlijke cliëntoverleggen tussen de domeinen zorg & welzijn en werk & inkomen worden sneller resultaten bereikt bij de aanpak van armoede en (arbeids)participatieproblemen in combinatie met problemen op andere levensdomeinen. Cliënten voelen zich meer en beter gehoord, serieus genomen door de aandacht die ze krijgen en sterker verbonden met de professionals. Volgens cliënten en professionals leidt de integrale aanpak tot een gevoel van onderlinge gelijkwaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid. 

Producten van ZonMw

VIMP project waarmee een verdere impuls wordt gegeven aan de verspreiding en implementatie van de inzichten uit dit onderzoek en de andere onderzoeken uit de programmalijn Intgegraal werken.

Producten

Titel: Trainingsopzet
Titel: Format gezamenlijk cliëntenoverleg
Titel: Observatieformulier
Titel: Casusbeschrijving
Titel: 'Financiële problemen werken vaak verlammend'

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Sinds 2015 valt de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Wet op de Jeugdzorg en de Participatiewet onder de verantwoordelijkheid van gemeenten. Dit heeft nogal wat gevolgen gehad én heeft het nog steeds voor professionals, vrijwilligers, mantelzorgers maar ook voor cliënten in het Sociale Domein. De wijziging in de uitvoering van de drie wetten leidt dan ook tot een enorme cultuurverandering voor iedereen die actief is in dit domein. Dit wordt ook wel de “transformatie” genoemd. Om vorm te geven aan de uitgangspunten van de transformatie hebben veel gemeenten de afgelopen jaren sociale (wijk)teams opgericht. Met de komst van deze teams is de transformatie nog volop in ontwikkeling. Centraal in de transformatie staat het begrip integraal werken. Integraliteit en onderlinge afstemming om als één team tot een integrale aanpak te komen blijkt door gemeenten als grootste knelpunt genoemd. Problemen op het gebied van werk en inkomen hangen onlosmakelijk samen met problemen op andere domeinen, zoals gezondheid (lichamelijk en psychisch welbevinden), huiselijke relaties, sociale contacten en schulden. Er wordt in Nederland volop geëxperimenteerd om ondersteuning op het gebied van werk en inkomen te verbinden met andere domeinen, maar het blijkt dat deze integrale benadering nog in de kinderschoenen staat. Een integrale aanpak waarbij professionals vanuit verschillende aandachtsgebieden en werkomgevingen gezamenlijk aan de slag gaan met cliënten op het gebied van ‘werk’ en ‘welzijn’ is gemakkelijker gezegd dan gedaan: het ontbreekt aan gezamenlijke casuïstiekvorming, monitoring en onderzoek naar de werkwijze en effectiviteit van de integrale aanpak tussen professionals werkzaam op verschillende domeinen. Wat zijn de werkzame principes in de integrale aanpak bij mensen met problemen op meerdere levensdomeinen waaronder problemen met werk en inkomen? Hoe wordt de integrale aanpak ervaren door professionals en cliënten? Vinden ze het een meerwaarde? Leidt het tot de gewenste resultaten volgens professionals en cliënten? Allemaal vragen die in dit onderzoeksvoorstel worden onderzocht. Tranzo, de Academische Werkplaats Sociaal Werk (Universiteit van Tilburg) wil, samen met praktijkorganisatie Sterker sociaal werk, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, de gemeenten Nijmegen, Beuningen en Druten, en het WerkBedrijf Rijk van Nijmegen, in een tweejarige studie, onderzoek doen naar werkzame principes van de integrale aanpak tussen sociale (wijk)teams, WerkBedrijf en gemeentelijke afdeling Inkomen. De doelstelling van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in de werkzame principes van de integrale aanpak, tussen de sociale (wijk)teams, WerkBedrijf en gemeentelijke afdeling Inkomen, ten einde de effectiviteit van deze aanpak te vergroten en optimaal aan te sluiten bij behoeften van professionals en cliënten. Dit onderzoek beoogt een sterkere verbinding en een continue leerproces te bewerkstelligen tussen de verschillende professionals die ieder een dienst verlenen aan de doelgroep waarop dit onderzoek is gericht: mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en problemen op andere levensdomeinen. Deelnemers aan het onderzoek zijn bewoners vanaf 18 jaar die zich aanmelden voor ondersteuning bij het sociaal (wijk)team, WerkBedrijf of gemeentelijke afdeling Inkomen. De bewoner die zich aanmeldt voor ondersteuning heeft een hulpvraag op het gebied van werk en inkomen en kampt met problemen op andere levensgebieden waarvoor betrokkenheid vanuit het sociaal (wijk)team nodig is. Het onderzoek betreft een kwalitatief beschrijvend onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd met behulp van een casestudy design. Er wordt gezamenlijke casuïstiekvoering ingevoerd en er worden middels verschillende informatiebronnen gegevens verzameld over de werkzame principes en ervaringen van de integrale aanpak. Het onderzoek kent verschillende fasen. De opstartfase bestaat hoofdzakelijk uit het werven van cliënten voor het onderzoek. In de uitvoerende fase vindt de dataverzameling plaats door 1) het volgen en vastleggen (middels Actie-Leren) van gezamenlijke casuïstiekvoering tussen professionals van het sociaal (wijk)team, WerkBedrijf en/of gemeentelijke afdeling Inkomen, 2) het voeren van interviews met cliënten en 3) het voeren van groepsinterviews met professionals. Gedurende de eindfase van het onderzoek vindt een spiegelbijeenkomst plaats met cliënten en professionals en wordt het eindrapport geschreven waarin een concrete beschrijving van de antwoorden op de onderzoeksvragen wordt gegeven. Tot slot vindt er een bijeenkomst plaats voor alle betrokken gemeenten, organisaties, professionals en cliënten om de bevindingen van het onderzoek te verspreiden.

Kenmerken

Projectnummer:
535003005
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2018
2021
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. M.R.F. van Regenmortel
Verantwoordelijke organisatie:
Tilburg University