Mobiele menu

Samen doen wat nodig is om armoede te bestrijden. Praktijkgericht onderzoek naar de werkzaamheid van ervaringsdeskundigen-inzet bij het creëren van toekomstgerichte handelingsperpectieven voor en door bewoners in een armoedesituatie

Projectomschrijving

Vraagstuk

Veel Leeuwarders melden zich met financiële ondersteuningsvragen bij de sociale wijkteams. Wijkteammedewerkers ondersteunen deze bewoners met integrale individuele ondersteuning, maar ook door het ondersteunen van zogenaamde peer groups; de ene bewonersgroep begint een kringloopwinkel, een andere groep start een wekelijks spreekuur. Wat zijn de effecten en werkzame bestanddelen van deze aanpak?

Onderzoek

In Leeuwarden zijn diverse initiatieven voor mensen die in armoede leven. Het onderzoeksteam heeft er vier onderzocht, door middel van onder meer interviews en observaties. De 'peergroups´ zijn gevolgd, net als individuele deelnemers. Ook hun sociale netwerk werd betrokken bij het onderzoek.

Uitkomst

Deelname aan deze peer groups draagt bij aan het zelfvertrouwen en de sociale participatie van uitkeringsgerechtigden. Deelname kan eveneens bijdragen aan perspectieven op scholing, werk en ondernemerschap wanneer deelnemers de gelegenheid krijgen om hun sociale netwerk uit te breiden, leren omgaan met weerstanden, onderlinge steun ervaren en feedback van peers ontvangen. De gemeente kan deze mogelijkheden bevorderen door meer ruimte te geven aan bewoners die zich vanuit een uitkeringssituatie willen laten scholen, bijverdienen en/of een onderneming starten.

Producten

Zie ook

Artikel Trots op je vak: Meer zelfvertrouwen, meer perspectief

Betrokken organisaties

Gemeente Leeuwarden, Coöperatie Amyrillis, NHL Hogeschool en Stenden University of Applied Science.
 

Verslagen


Eindverslag

Samenvatting: Samen doen wat nodig is om armoede te bestrijden.

Veel bewoners melden zich met ondersteuningsvragen op het terrein van financiële zelfredzaamheid bij de sociale wijkteams. De ondersteuning vanuit de wijkteams vindt daar waar mogelijk plaats door het arrangeren van sociale leerprocessen in Communities of Practice (=peer groups). De ervaring van de deelnemers aan deze peer groups is positief, echter een wetenschappelijke onderbouwing van de effecten en werkzame bestandsdelen ontbreekt. De hoofdvraag van het onderzoek luidt: Op welke wijze draagt de ondersteuning van ervaringsdeskundigheid vanuit peer groups door sociaal werkers bij aan toekomstgericht handelingsperspectieven van bewoners in een armoedesituatie? Voor het onderzoek naar de effecten van peer groups is gekozen voor een tweeledige aanpak. Enerzijds een groepsvolgende benadering waarbij aan de hand van de Theory of Change de sociale leerprocessen worden gevolgd, geanalyseerden, op veranderkundige wijze beïnvloedt en daarmee de werkzame bestanddelen van deze sociale leerprocessen achterhaald. Hiervoor zijn participerende observaties uitgevoerd, diepte-interviews met uiteenlopende stakeholders afgenomen en in wisselende samenstellingen focusgroepgesprekken gevoerd. En anderzijds een individu-volgende benadering. Hierbij is aan de hand van een systematische N=1 benadering zijn de individuele gedragsveranderingen in beeld gebracht.

Samenvatting van de aanvraag

Veel Leeuwarders melden zich met ondersteuningsvragen op het terrein van financiële zelfredzaamheid bij de sociale wijkteams van Amaryllis, met name in de sociaaleconomisch kwetsbare wijken, zoals Heechterp-Schieringen, volgens het jaarlijkse Armoedesignalement al vijf jaar lang ‘ de armste wijk van Nederland’. Wijkteammedewerkers ondersteunen deze bewoners bij de aanpak van hun financiële problemen door het aanbieden van integrale individuele ondersteuning, maar ook door het arrangeren van sociale leerprocessen in zogenaamde Communities of Practice. De sociaal werkers nodigen ‘lotgenoten’ uit om samen met ervaringsdeskundigen vraagstukken op het terrein van financiële zelfredzaamheid aan te pakken. Bij de lichte ondersteuning van deze sociale activiteiten vervullen sociaal werkers een actieve, arrangerende en faciliterende rol. De verschijningsvormen en activiteiten van deze Communities of Practice lopen sterk uiteen. Aangezien de initiatieven van bewoners leidend zijn voor de inhoud van de activiteiten, mag dit ons niet bevreemden; de ene bewonersgroep begint een kringloopwinkel, een andere groep start een wekelijkse gespreksavond. Desalniettemin kunnen we van één interventie spreken; de sociale wijkteammedewerkers hanteren bij de ondersteuning van deze communities consequent de werkprincipes van Amaryllis. Om tot generiek inzicht te komen in de effectiviteit en werkzame bestanddelen van de ondersteuning volgens deze werkprincipes kiezen we in het onderzoek voor drie casestudies binnen drie sterk uiteenlopende Communities of Practice: de deelnemers aan de bijeenkomsten van het bewonerscollectief De kunst van het rondkomen, de vrijwilligersgroep van de Happy Return Winkel en de deelnemersgroep van de Werkplaats Heechterp. Binnen deze communities wordt ervaringsdeskundigheid al enkele jaren actief ingezet bij het oppakken van vraagstukken rondom armoede door bewoners zelf, ondersteund door sociale wijkteams. De eerste ervaringen van de deelnemers aan deze Communities of Practice zijn positief. Tegelijkertijd is er uit onderzoek nog maar weinig bekend over de effecten en werkzame bestanddelen van een dergelijke collectieve en informele aanpak. Om de effectiviteit van de beleidsaanpak te vergroten en (toekomstige) professionals beter voor te bereiden op nieuwe vormen van professionele ondersteuning bij preventieve en collectieve arrangementen willen Coöperatie Amaryllis, gemeente Leeuwarden, de Cliëntenraad Werk en Inkomen, NHL en Stenden Hogeschool een praktijkgericht evaluatieonderzoek uitvoeren naar de effecten en werkzame bestanddelen van deze collectieve en informele aanpak, alsmede de implicaties hiervan voor de professionalisering en opleiding van (toekomstige) sociaal werkers. De hoofdvraag van het beoogde onderzoek luidt: Op welke wijze draagt de inzet van ervaringsdeskundigen door de Leeuwarder sociale wijkteams in Communities of Practice bij aan toekomstgericht handelingsperspectieven van bewoners in een armoedesituatie? Om de effecten van deelname aan de Communities of Practice op de toekomstgerichte handelingsperspectieven van de bewoners te bepalen wordt gebruikgemaakt van de systemische N=1 benadering. In deze benadering worden leden van het sociale netwerk van een deelnemende bewoner op vooraf bepaalde momenten ingeschakeld om een oordeel over gedragsaspecten van een persoon uit te spreken met behulp van een gestandaardiseerde vragenlijst zodat gedragsverandering gemeten kan worden. Als deelname aan de communities bijdraagt aan de toekomstgerichte handelingsperspectieven van deelnemende bewoners in een armoedesituatie, dan is de vraag welke factoren van deze deelname daar aan bijdragen. In het beoogde Theory of Change-onderzoek naar de werkzame bestanddelen van de Communities of Practice zullen we gebruik van maken van de zogenaamde What Works-principes. In de onderzoeksopzet onderscheiden we de volgende fasen: Fase I: Meervoudige praktijkbeschrijving, doelverkenning en nulmeting Fase II: Gemeenschappelijke beschrijving van de interventie, de werkzame bestanddelen en tussenmeting Fase III: Versterking van de werkzame bestanddelen, analyse van eerste bevindingen en 1-meting In elke fase zal gebruik worden gemaakt van de volgende vier onderzoeksmethoden: 1. Participerende observatie 2. Focusgroepgesprekken 3. Verdiepende interviews 4. Effectmeting met behulp van de gestapelde N=1-netwerkanalyse (in fase I en III) De resultaten van het onderzoek zullen in een rapportage worden beschreven en actief binnen alle relevante netwerken worden verspreid. Verder zal het onderzoeksproject resulteren in: • Een interventiebeschrijving die kan worden opgenomen in de Databank Effectieve sociale interventies van Movisie; • Een miniconferentie waarin de resultaten van het onderzoek met stakeholders worden besproken; • Een artikel in de lokale media, een vaktijdschrift en een wetenschappelijk tijdschrift; • Uiteenlopende onderwijsproducten.

Kenmerken

Projectnummer:
535006004
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2017
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
G. Frans
Verantwoordelijke organisatie:
Gemeente Leeuwarden