Mobiele menu

De effectiviteit van de Piëzomethodiek

Projectomschrijving

Doel

De PiëzoMethodiek is in Zoetermeer een van de belangrijkste methoden waarmee onder andere vluchtelingen met een vergunning ondersteund worden bij participatie en werk. De PiëzoMethodiek bestaat uit 5 fases, van maatschappelijke activering tot opleiding of reguliere baan. De methodiek wordt door meerdere gemeenten als succesvol ervaren, maar is nog niet eerder wetenschappelijk onderzocht. Wat is de effectiviteit ervan op het gebied van participatie, werk en gezondheid? Wat zijn de werkzame elementen? En hoe kan de methodiek geoptimaliseerd worden?

Aanpak/werkwijze

In dit project is een praktijk gestuurd effectonderzoek uitgevoerd waarbij het meten van effecten is ingebed in het reguliere werkproces. Daarnaast is er verklarend onderzoek gedaan om in zicht te krijgen in de ervaren effectiviteit, de werkzame mechanismen en de verbeterpunten. De werkzame mechanismen zijn met behulp van mixed methods (documentanalyse, literatuursearch, diepte-interviews, focusgroepen) in kaart gebracht, waarbij ook een lerende dialoog tussen onderzoekers en de diverse bij de interventie betrokken partijen is ontstaan.

Samenwerkingspartners

Gemeente Zoetermeer, Movisie, Stichting Piëzo en Vluchtelingenwerk Zuidwest Nederland.

Resultaten

De PiëzoMethodiek heeft als doel het vergroten van de maatschappelijke participatie van mensen die door omstandigheden nog niet volwaardig participeren in de samenleving. Dit onderzoek levert bewijs volgens de eerste aanwijzingen van effectiviteit. Het is niet mogelijk om aan te tonen dat effecten bij deelnemers daadwerkelijk worden veroorzaakt door de PiëzoMethodiek, maar door het combineren van meerdere onderzoeksmethoden is het wel aannemelijk dat bepaalde effecten optreden. Daarnaast is inzicht verkregen waarom deze effecten op zouden treden (werkzame mechanismen) en hoe de effectiviteit kan worden vergroot (verbeterpunten). Dit onderzoek geeft dus duidelijke aanwijzingen dat in het bijzonder mensen die sociaal geïsoleerd en kwetsbaar zijn en een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, met de PiëzoMethodiek belangrijke stappen maken richting deelname aan sociaal culturele activiteiten, vrijwilligerswerk, opleiding en betaald werk. Dat geldt zeker ook voor de groep statushouders. Statushouders zelf geven aan dat de methodiek hen vooral veel heeft opgeleverd wat betreft de Nederlandse taal en maatschappelijke participatie. Hoewel statushouders zelf ook aangeven dat zij ervaren dat hun kansen op werk groter zijn geworden in de loop van de methodiek, benadrukken veel van hen tegelijkertijd dat het vinden van passend werk lastig blijft. Effecten op het gebied van gezondheid worden nauwelijks gevonden.

Producten

Het onderzoeksproject heeft naast een eindrapportage, waarin de resultaten besproken worden, ook een handreiking voor trajectbegeleiders opgeleverd. Deze handreiking expliciteert per fase de doelen, werkwijze en aandachtspunten voor de begeleiding.

Producten van ZonMw

Producten

Titel: Eindrapportage De effectiviteit van de PiëzoMethodiek
Titel: Stichting Piezo
Link: https://stichtingpiezo.nl/
Titel: Meteen aan de slag of eerst meer taal- en werkervaring?

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

In de gemeente Zoetermeer, waar de Piëzomethodiek is ontwikkeld, is het een van de belangrijkste instrumenten waarmee nieuwe vergunninghouders ondersteund worden bij de participatie en toeleiding naar werk. Er is al tien jaar ervaring opgedaan met deze methodiek. Hij sluit aan bij de in het kader van het Bestuursakkoord Verhoogde Instroom Vluchtelingen (november 2015) aanbevolen integrale individuele begeleiding van vergunninghouders (zie ook: WRR 2015; Klaver 2015, Razenberg e.a. 2016). De interventie wordt binnen steeds meer gemeenten door organisaties ingezet. Inmiddels gaat het om acht gemeenten: Leiden, Amsterdam, Rotterdam, Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Alphen aan den Rijn, Rijswijk, Katwijk. Op achttien locaties zijn inmiddels bijna 10.000 deelnemers actief, hiervan is ruim een kwart van de deelnemers vergunninghouder. De methodiek maakt op grote schaal gebruik van de inzet van faciliterende vrijwilligers: op dit moment zo’n 1500. Nog zo’n 10 gemeenten en organisaties hebben belangstelling getoond met de Piëzomethodiek te gaan werken, waarvan sommigen al vergevorderde plannen hebben. De Piëzomethodiek bestaat uit vijf fases: eerste maatschappelijke activering (fase 0), deelname aan activiteiten in het Piëzocentrum als educatieve plek (fase 1), lerend vrijwilligerswerk binnen het Piëzocentrum (fase 2), lerend vrijwilligerswerk bij partnerorganisaties (fase 3), naar een opleiding en/of reguliere baan (fase 4). De deelnemers worden ondersteund door trajectbegeleiders. Aan het einde van iedere fase heeft de deelnemer iets nieuws geleerd. De Piëzomethodiek wordt ingezet door maatschappelijke organisaties en betreft een echte netwerkinterventie. De Piëzocentra zijn gesitueerd in laagdrempelige voorzieningen in de wijk en zijn het kloppend hart en de veilige thuishaven voor deelnemers die vaak ontwrichtende gebeurtenissen hebben meegemaakt. Het bevorderen van gezondheid is weliswaar geen expliciet doel van deze interventie, maar wordt wel nadrukkelijk als belangrijke factor tijdens het ondersteuningstraject meegenomen. De inmiddels langdurige inzet en spreiding van de interventie laat zien dat deze als succesvol wordt ervaren. De methodiek is echter nog nauwelijks geëvalueerd. Vanuit de gemeente Zoetermeer en Stichting Piëzo bestaat behoefte om beter zicht te krijgen op de effectiviteit. In dit project zal een effectonderzoek gedaan worden dat bewijskracht voor de Piëzomethodiek levert volgens eerste aanwijzingen van effectiviteit. We kiezen daarbij voor een praktijkgestuurd effectonderzoek (Van Yperen e.a., 2008) waarbij het meten van effecten wordt ingebed in het reguliere werkproces. We verrijken het in de Piëzomethodiek gehanteerde volgsysteem PMsys met de in het onderzoeksproject gedefinieerde uitkomstmaten voor participatie, toeleiding naar werk en gezondheid. Het voordeel van deze inbedding is onder meer dat na beëindiging van het onderzoeksproject de ontwikkeling van de deelnemers gevolgd kan blijven worden, ook in het kader van de monitor die momenteel door het CBS wordt opgezet. Daarnaast voeren we verklarend onderzoek uit om inzicht te krijgen in de werkzame mechanismen. De onderzoeksopzet van dit onderdeel is gebaseerd op het model van het SCO Kohnstamm instituut voor verklarend onderzoek (Pather e.a. 2012). De werkzame mechanismen worden daarbij met behulp van mixed methods (documentanalyse, literatuursearch, diepte-interviews, focusgroepen) in kaart gebracht, waarbij bovendien een lerende dialoog tussen onderzoekers en de diverse bij de interventie betrokken partijen ontstaat. Bij de werkzame mechanismen maken we onderscheid tussen inhoudelijke en praktische werkzame mechanismen. Bij de inhoudelijke werkzame mechanismen gaat het om de ingezette methoden en technieken die de kern vormen van de interventie en verantwoordelijk zijn voor het effect. Bij praktische werkzame mechanismen gaat het om uitvoeringsaspecten die van belang zijn voor de implementatie van de interventie. Bij de invoering van een interventie in een nieuwe wijk of gemeente is het belangrijk na te gaan of deze uitvoeringsaspecten aanwezig of realiseerbaar zijn. Inzicht in beide type werkzame mechanismen vergroot de overdraagbaarheid van de interventie. De beoogde eindproducten zijn onder meer een onderzoeksrapportage die inzicht geeft in de werkzame mechanismen en effectiviteit van de Piëzomethodiek in relatie tot participatie, toeleiding naar werk en gezondheid; en een praktijkgerichte handreiking voor trajectbegeleiders, waarin per fase beschreven staat hoe de begeleiding aan deelnemers van de Piëzomethodiek, en vergunninghouders in het bijzonder, eruit ziet en met welke werkzame mechanismen rekening gehouden moet worden. Gemeenten die de interventie al uitvoeren of daar mogelijk belangstelling voor hebben worden tijdens de loop van het onderzoek op de hoogte gebracht van de uitkomsten, onder meer via nieuwsberichten, de zes wekelijkse overleggen van de projectleiders in de diverse gemeenten en het jaarlijkse Piëzocongres.

Kenmerken

Projectnummer:
535005002
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2016
2019
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. M. Booijink
Verantwoordelijke organisatie:
Movisie