Mobiele menu

An innovative network-based approach to study and enable well-inFormed dEcision-Making among TurkIsh- and MoroccaN-Dutch women regarding cervIcal caNcer scrEening: the FEMININE study

Projectomschrijving

The FEMININE study: goed geïnformeerd kiezen voor deelname aan bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker door Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen

Doel


Het was onbekend waarom er relatief weinig Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen meedoen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker, terwijl deze kanker juist bij hen vaker voorkomt. Het was de vraag of hun besluitvorming gebaseerd is op een goed geïnformeerde keuze en of we deze besluitvorming kunnen verbeteren door cultureel op maat gemaakte voorlichtingsfilmpjes in hun sociale netwerken te verspreiden.

Aanpak

We onderzochten in hoeverre de huidige besluitvorming van deze vrouwen gebaseerd is op een goed geïnformeerde keuze, en welke factoren meespelen. Vervolgens probeerden we de besluitvorming te verbeteren door het ontwikkelen, verspreiden en evalueren van voorlichtingsfilmpjes.

Resultaat

Uit het FEMININE project is gebleken dat Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen gebrekkige kennis hebben over baarmoederhalskanker en het bevolkingsonderzoek. Daarmee is de geïnformeerde besluitvorming beperkt. Deze vrouwen nemen echter niet alleen feitelijke medische informatie mee in hun besluit, maar vooral ook praktische, emotionele, culturele en religieuze aspecten. Er zijn belemmerende en bevorderende factoren gevonden en verwerkt in cultureel op maat gemaakte filmpjes. De filmpjes zijn vervolgens online via influencers en sociale netwerken succesvol verspreid. Bij Marokkaans-Nederlandse vrouwen leidde een filmpje tot beter geïnformeerde beslissingen dan wanneer alleen de folder werd bekeken. Bij Turks-Nederlandse vrouwen was dit niet het geval. Ook dachten vrouwen door de filmpjes vaker dat de zelfafnameset makkelijk te gebruiken is en minder vaak dat het pijnlijk zou zijn. De filmpjes zijn daarom toegevoegd aan de landelijke communicatie over het bevolkingsonderzoek.

Implementatie project

In 2020 is vanuit de programmalijn Kennisbenutting en Implementatie van het Preventieprogramma een implementatie impuls gehonoreerd. Dit implementatieproject zal zich met de opgedane ervaringen focussen op de implementatie van een effectieve “blended learning approach”. Zie voor meer informatie over dit project met de titel Stimuleren van weloverwogen besluitvorming aangaande deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker bij Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen – a blended learning approach.

Producten

Titel: Reasons for cervical cancer screening participation among Turkish- and Moroccan-Dutch: focus groups
Auteur: Eline Marchena, Nora Hamdiui, Mart L. Stein, Jim E. van Steenbergen, Maria van den Muijsenbergh, Aura Timen
Titel: Decision-making, barriers, and facilitators regarding cervical cancer screening participation among Turkish and Moroccan women in the Netherlands: a focus group study
Auteur: Nora Hamdiui, Eline Marchena, Mart L Stein, Jim E van Steenbergen, Rik Crutzen, Hilde M van Keulen, Ria Reis, Maria E T C van den Muijsenbergh, Aura Timen
Magazine: Ethnicity & Health
Titel: Cultuursensitieve educatiefilmpjes over baarmoederhalskanker en het bevolkingsonderzoek
Auteur: Zouka Media, RIVM, Pharos en Centrum Media & Gezondheid (mogelijk gemaakt door ZonMw)
Titel: Stimuleren van weloverwogen besluitvorming aangaande deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker bij Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen – a blended learning approach
Auteur: Drs. Ali Lahdidioui, Prof. Dr. Aura Timen, Prof. Dr. Maria van den Muijsenbergh, Mehmet Uygun, Drs. Nora Hamdiui, Dr. Anita Huis, Dr. Mart Stein

Verslagen


Eindverslag

Het was tot op heden onbekend waarom er relatief weinig Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen meedoen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker, terwijl deze kanker juist bij hen vaker voorkomt. Ook was het de vraag of hun besluitvorming gebaseerd is op een goed geïnformeerde keuze en of we deze besluitvorming kunnen verbeteren door cultureel op maat gemaakte filmpjes te ontwikkelen. Van de Turks-Nederlandse vrouwen maakt 29% een geïnformeerde beslissing over het bevolkingsonderzoek. Dit percentage ligt bij Marokkaans-Nederlandse vrouwen op 42%. De factoren die hierbij van invloed bleken te zijn, waren opleidingsniveau en eerdere deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. We hebben daarmee gevonden dat deze vrouwen gebrekkige kennis hebben over baarmoederhalskanker en het bevolkingsonderzoek. Ook kennen zij alleen de voordelen van het bevolkingsonderzoek en zijn zij zich niet bewust van de eventuele nadelen. Ondanks dat de geïnformeerde besluitvorming daarmee beperkt is, laat ons onderzoek zien dat vrouwen niet alleen feitelijke medische informatie meenemen in hun besluit, maar vooral ook praktische, emotionele, culturele en religieuze aspecten om wel of niet mee te doen aan het bevolkingsonderzoek. Daarnaast hebben we een aantal belangrijke belemmerende en bevorderende factoren gevonden waarom vrouwen wel of niet aan het bevolkingsonderzoek deelnemen. Een aantal belemmerende factoren waren schaamte en taboe rond baarmoederhalskanker, het hebben van een mannelijke huisarts, het niet kunnen lezen en/of spreken van de Nederlandse taal, angst voor het testresultaat, angst voor kanker en angst voor de dood. Deze angsten zouden deelname aan het bevolkingsonderzoek kunnen verhinderen, maar ook kunnen stimuleren. De religie zou als een barrière kunnen functioneren als vrouwen een fatalistische kijk hebben en de ziekte zien als iets wat door God gegeven is en buiten hun macht ligt. Het zou ook als facilitator kunnen functioneren door het nemen van de verantwoordelijkheid voor je eigen gezondheid en gebruik te maken van alle medische opties gegeven door God. Bevorderende factoren waren het krijgen van een uitnodigingsbrief en het bevolkingsonderzoek daarmee zien als iets evidents (“beter voorkomen dan genezen”) en dat het bevolkingsonderzoek een simpele procedure is die gratis is. De meeste deelnemers hadden daarnaast nog nooit gehoord van de zelfafnameset, maar lieten weten er een positieve attitude tegenover te hebben (voornamelijk onder vrouwen die niet naar de huisarts zouden willen gaan). Echter, gebrek aan zelfeffectiviteit om de zelfafnameset correct uit te voeren speelde een belangrijke rol. Vrouwen stonden daardoor wantrouwig tegenover het testresultaat en twijfelden daarom teveel om gebruik te maken van de zelfafnameset. Daarom hadden veel vrouwen uiteindelijk een voorkeur voor het uitstrijkje bij de huisarts. Om de geïnformeerde besluitvorming onder deze vrouwen te verbeteren, hebben we cultureel op maat gemaakte filmpjes ontwikkeld. Omdat de huidige informatiefolder gericht is op het verhogen van kennis hebben we de filmpjes voornamelijk gericht op emoties en ervaringen en daarmee het positief beïnvloeden van de attitude. De belangrijkste thema’s van invloed op geïnformeerde besluitvorming en geïncludeerd in onze filmpjes waren 1) meer zekerheid over het hebben van een voorstadium van baarmoederhalskanker, 2) de religieuze verantwoordelijkheid om goed voor de eigen gezondheid te zorgen, 3) spanning, schaamte en privacy, 4) makkelijk en niet pijnlijk om een zelfafnameset uit te voeren en 5) het vertrouwen in zichzelf om de zelfafnameset correct uit te voeren. Tijdens onze gerandomiseerde interventiestudie hebben we door middel van online respondent-driven sampling 712 Turks- en 878 Marokkaans-Nederlandse vrouwen succesvol bereikt. Uit dit onderzoek blijkt dat onze filmpjes veel vaker worden bekeken dan de huidige informatiefolder en daardoor potentieel een veel groter bereik kunnen hebben onder
Er doen relatief weinig Turks- en Marokkaans-Nederlandse vrouwen mee aan het landelijk gratis bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Het is onbekend waarom. Dit baart zorgen, omdat deze kanker juist bij deze groepen vaker voorkomt. Ook heeft meer dan de helft van alle baarmoederhalskanker gevallen niet eerder deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek. Het is de vraag of het besluit van de vrouwen om al dan niet deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek gebaseerd is op een goed geïnformeerde keuze. In dit project onderzoeken we de mate van geïnformeerde besluitvorming en welke factoren een rol spelen bij dit besluit. Vervolgens ontwikkelen we op basis van de bevindingen specifiek op deze twee groepen vrouwen toegespitst voorlichtingsmateriaal (educatiefilmpjes) dat hen beter helpt bij het besluit. Daarna verspreiden en evalueren we deze educatiefilmpjes. Omdat we daarna de filmpjes via zussen, vriendinnen en kennissen (‘het sociale netwerk’) gaan verspreiden, verwachten we dat veel vrouwen een beter geïnformeerde keuze kunnen en zullen maken over hun deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker.

Samenvatting van de aanvraag

To detect cervical cancer (CC) in an early treatable stage, every five years women in the Netherlands (aged 30 to 60 years) are invited to participate in the national screening programme. Since 2017, the Netherlands switched from cytology-based to human papillomavirus (HPV)-based screening because of substantial evidence that the latter is more effective in reducing the incidence of cervical (pre)cancer. An important advantage of HPV-based screening is that HPV testing can be done on a sample collected by women themselves (i.e., ‘self-sampling’). Despite the availability of a national free of charge CC screening programme, participation is very low among migrant women, in particular among Turkish- and Moroccan-Dutch. Based on data in the period of 2005-2010, CC screening participation is 64% among Turkish- and 53% among Moroccan-Dutch women, much lower compared to the participation of 79% of Dutch women (1). Whether this is based on informed decision-making (IDM) is still unknown. What we do know from previous research is that there is limited IDM regarding CC screening among the native Dutch population due to insufficient decision-relevant knowledge (2). As previous studies reported 1) lack of awareness and knowledge as main reason for nonattendance to cancer screening programmes among Turkish- and Moroccan-Dutch women (3, 4) and 2) lower (health) literacy levels among migrants compared to non-migrants (5), we hypothesise that the IDM regarding CC screening is even less among non-western women. This is especially worrying as the CC incidence is higher among these women (6) and more than half of the CCs occur in women who have not participated in screening (1). Unfortunately, also no quantitative research regarding the acceptability of self-sampling has been done on migrant women specifically and data on IDM regarding self-sampling is also lacking. This calls for urgent investigation of the extent of IDM regarding self-sampling, factors causing this (un)informed decision-making, and developing interventions including instructions on how to conduct self-sampling for CC screening. Culturally Competent Educational Films (CCEFs) have been proven successful in improving IDM for prenatal screening, showing great potential for CC screening (7). As family, friends, and colleagues influence health behaviour, spreading CCEFs through a social network approach can help strengthen the effect of this intervention. Moreover, a social network approach can help to reach and survey migrant women, who are often harder to reach with standard sampling methods. Previous research has shown close-knit social networks among Turkish and Moroccan immigrants in the Netherlands (8) and migrant’s strong local networks have shown not to be determined by nationality only, but migrants often have strong transnational ties as well (9). These are important observations that underlie the potential success of using a social network approach to study and spread peer-driven CCEFs among Turkish- and Moroccan-Dutch women. We, therefore, aim to 1) examine to what extent non-participation and participation in CC screening for both the self-test and the Pap smear is based on an informed decision, and 2) assess factors causing uninformed and informed decision-making regarding CC screening. If our hypothesis of a low IDM is true, we also aim to 3) develop and use an innovative peer-driven social network intervention using CCEFs to improve IDM among Turkish- and Moroccan-Dutch women. Even if our hypothesis of a low IDM is found not to be true, we aim to (3) develop and use this peer-driven social network intervention using CCEFs to provide easy accessible information with instructions on how to conduct self-sampling for CC screening.

Kenmerken

Projectnummer:
531002030
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2019
2022
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. M.L. Stein
Verantwoordelijke organisatie:
RIVM