Mobiele menu

Man/vrouw verschillen in het ontstaan van depressie: Van begrip naar preventie

Projectomschrijving

Man/vrouw verschillen in het ontstaan van depressie: voorkomen door begrijpen

Vraagstuk

Vrouwen hebben een grotere kans om depressief te worden dan mannen. Waarom dat zo is weten we niet goed. Daardoor weten we ook niet goed hoe we depressies kunnen voorkómen bij mannen en vrouwen. In dit project willen we man/vrouw verschillen in depressie beter leren begrijpen.

Onderzoek

Het onderzoek TRAILS heeft jongeren gevolgd vanaf hun 11e jaar, totdat ze 29 jaar waren. In deze periode ontstonden veel depressies, vooral bij meisjes en jonge vrouwen. Hoe kwam dat? Welke eigenschappen van de TRAILS-meisjes en jongens en van hun omgeving maakten de meisjes vaker depressief? Dat gaan we uitzoeken door een groot aantal eigenschappen te bestuderen.

Verwachte uitkomst

De resultaten zullen laten zien waarom mannen beter beschermd zijn tegen depressie dan vrouwen. Deze kennis kan helpen om depressies beter te voorkomen.

Verslagen


Eindverslag

Vrouwen hebben een grotere kans om depressief te worden dan mannen. Waarom dat zo is weten we niet goed. Daardoor weten we ook niet goed hoe we depressies kunnen voorkómen bij mannen en vrouwen. In dit project willen we man/vrouw verschillen in depressie beter leren begrijpen. Dat doen we met behulp van het onderzoek TRAILS, waarin jongeren zijn gevolgd vanaf hun 11e jaar, totdat ze 29 jaar waren. In deze periode ontstonden veel depressies, vooral bij meisjes en jonge vrouwen. Hoe kwam dat? Welke eigenschappen van de TRAILS-meisjes en jongens en van hun omgeving maakten de meisjes vaker depressief? Dat gaan we uitzoeken door een groot aantal eigenschappen te bestuderen. We hopen door dit onderzoek beter te begrijpen waarom mannen minder vaak depressief worden dan vrouwen. Deze kennis kan helpen om depressies beter te voorkomen.

Samenvatting van de aanvraag

Eén van de meeste consistente bevindingen met betrekking tot depressie is dat vrouwen ongeveer tweemaal zo veel kans hebben om deze stoornis te ontwikkelen als mannen. Veel is nog onduidelijk ten aanzien van de mechanismen die ten grondslag liggen aan de man/vrouw verschillen in de kans op een depressie. Man/vrouw verschillen in de prevalentie van depressie ontstaan rond de puberteit. Tijdens deze periode gaan sekse-gerelateerde ontwikkelingen (bijv. hormonale transities) en gender-gerelateerde ontwikkelingen (bijv. veranderingen in sociaal-cultureel bepaalde verwachtingspatronen) hand in hand. Het is van belang om meer te weten te komen over het samenspel van sekse- en gender-gerelateerde factoren en de rol die beide spelen in de ontwikkeling van depressieve symptomen zo goed mogelijk te ontrafelen, omdat dat aanknopingspunten kan bieden voor preventie. Wat er ten grondslag ligt aan de verhoogde kans van vrouwen om depressieve problemen te ontwikkelen is nog verre van duidelijk. Dat is niet alleen een hiaat in onze kennis, maar belemmert ook de ontwikkeling van effectieve preventiestrategieën. Dat mannen en vrouwen een verschillende kans op depressie hebben betekent dat biologische, psychologische en/of sociale risicofactoren voor het ontwikkelen van deze stoornis ongelijk verdeeld zijn over de geslachten. Een mogelijke consequentie hiervan is dat andere preventiestrategieën gewenst zijn voor mannen en vrouwen. Om preventiehandvatten te kunnen ontlenen aan man/vrouw verschillen in de ontwikkeling van depressie moeten we voorbijgaan aan het simpele vaststellen van deze verschillen en proberen deze ‘weg te verklaren’ door veranderbare sekse- en vooral gender-gerelateerde factoren. Deze aanpak leidt niet alleen tot een beter onderbouwde theorie van man/vrouw verschillen in depressie, maar verschuift bovenal het accent van de onveranderlijke tweedeling man/vrouw naar processen die mogelijk wel te beïnvloeden zijn en daarmee kansen op verbeterde preventie bieden. Dit zal tevens inzicht geven in de wenselijkheid van genderspecifieke preventiestrategieën, een vooralsnog onontgonnen gebied. Om substantiële stappen in de richting van meer kennis omtrent man/vrouw verschillen in depressie te zetten zijn longitudinale studies nodig waarin mensen worden gevolgd tijdens levensfasen met een hoge incidentie van depressie. In deze studies moet een breed scala aan mogelijke risicofactoren zijn gemeten, zodat een zo volledig mogelijk beeld van zowel persoons- als omgevingskenmerken kan worden verkregen. Het langlopende onderzoek TRAILS (TRacking Adolescents’ Individual Lives Survey), waarin twee cohorten zijn gevolgd vanaf het begin van de adolescentie (ca. 11 jaar) tot in de volwassenheid (ca. 29 jaar), voldoet aan al deze voorwaarden. Dit voorgestelde project beoogt het inzicht in processen die ten grondslag liggen aan man/vrouw verschillen in de kans op een depressie te vergroten, met als ultiem doel betere handvatten te kunnen bieden voor preventieactiviteiten gericht op de verminderen van deze gezondheidsverschillen. Door middel van een serie statistische analyses zal worden getoetst welke – combinatie van – sekse- en gender-gerelateerde factoren het directe effect van sekse op het ontstaan van depressie tijdens de adolescentie en jongvolwassenheid verkleinen. Hiermee zal de focus verschuiven van de onveranderbare tweedeling man-vrouw naar veranderbare risicofactoren. De (temporele) samenhang van de geïdentificeerde risicofactoren en de omstandigheden waarin ze hun effect uitoefenen zullen dienen als basis voor de ontwikkeling van gender-sensitieve preventie-activiteiten. In overleg met vertegenwoordigers van relevante stakeholders zal een stappenplan worden opgesteld dat concreet beschrijft wat er nodig is om te komen van deze geïdentificeerde risicofactoren tot een goed onderbouwd preventieplan.

Kenmerken

Projectnummer:
555003010
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2020
2021
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. A.J. Oldehinkel
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Groningen