Towards cost-effective diagnostic management of patients with primary aldosteronism: adrenal vein sampling or CT-scan?
Projectomschrijving
Verslagen
Eindverslag
Het zogenaamde Spartacusonderzoek gaat over de ziekte primair hyperaldosteronisme. Bij deze aandoening hebben patiënten een hoge bloeddruk doordat één of beide bijnieren teveel van het bloeddrukhormoon aldosteron maken. Als één bijnier teveel aldosteron, meestal door een goedaardig tumortje van de schors, maakt dan kan met een kijkoperatie deze bijnier verwijderd worden. Hierdoor geneest de hoge bloeddruk of wordt die makkelijker behandelbaar. Als beide bijnieren teveel aldosteron maken moet een specifiek medicijn gebruikt worden.
Het onderzoek gaat over de vraag hoe het beste het onderscheid tussen een eenzijdige of een dubbelzijdige oorzaak gemaakt kan worden. Vroeger, en in veel ziekenhuizen nog steeds, ging dat met een CT-scan: als één bijnier vergroot was, dan werd die eruit gehaald. Nadeel is dat kleine tumortjes gemist kunnen worden en dat een vergrote bijnier niet altijd extra aldosteron maakt. Tegenwoordig is er ook de mogelijkheid om een dun slangetje in te brengen in een ader in de lies. Met dat slangetje wordt dan wat bloed uit de rechter en linker bijnier apart opgevangen. Daarin wordt dan aldosteron gemeten. Deze 'bijnieradersampling' is een moeilijke en dure techniek, maar als die nauwkeuriger is dan de CT-scan dan is dat een groot voordeel. Het Spartacusonderzoek heeft als doel vast te stellen welke van de twee de beste resultaten geeft. Tweehonderd patiënten met primair hyperaldosteronisme zijn daarvoor in twee groepen verdeeld door een loting. De ene groep kreeg een CT-scan, de andere een bijnieradersampling. De uitslag van deze onderzoeken bepaalde of een patiënt geopereerd werd of de specifieke medicijnen kreeg. Na een jaar werd gekeken wat het effect op het medicijngebruik voor de bloeddruk was. Als één van de twee manieren van onderzoek nauwkeuriger zou zijn dan mag verwacht worden dat gemiddeld minder medicijnen nodig zijn om de bloeddruk onder controle te hebben.
Op dit moment hebben nog niet alle patiënten de periode van één jaar afgerond, zodat er nog geen definitieve resultaten zijn. Een tussenanalyse van 130 patiënten lijkt erop te wijzen dat er niet veel verschil tussen CT-scan en bijnieradersampling bestaat.
Definitieve resultaten hiervan komen in de zomer van 2015 beschikbaar.
Hoe kan een arts het beste bij een patiënt de oorzaak vaststellen van ‘primair hyperaldosteronisme’? Deze meest voorkomende (5%) vorm van hoge bloeddruk kent twee oorzaken: een adenoom, een goedaardig gezwel van één bijnier (ongeveer 50%) , en een ‘bilaterale hyperplasie’ waarbij een verdikking van beide bijnieren bestaat. Operatie met verwijdering van een adenoom geeft een sterke verbetering van de bloeddruk. Een adenoom is dus belangrijk om te diagnosticeren. Dat kan met een CT-scan of met een ‘bijnieradersampling’ (BAS). In 40% van de gevallen geven CT-scan en BAS een verschillende uitkomst. BAS is moeilijk, duur, mislukt in 10%, kent een complicatierisico, maar voorspelt misschien beter het succes van een bijnieroperatie. In dit onderzoek worden patiënten door loting verdeeld in twee groepen, één waarin CT-scan en één waarin BAS de behandeling bepaalt. Als de operatie in één van beide groepen na een jaar gemiddeld betere resultaten geeft, is de diagnostiek naar de oorzaak beter geweest.
Het onderzoek heeft nu ook een naam: SPARTACUS. Dit staat voor Subtyping Primary Aldosteronism: a Randomized Trial comparing Adrenal vein sampling and CompUted tomography Scan.