Mobiele menu

Gynaecological cancer: diagnostic value of radiological tests

Projectomschrijving

Zowel bij de behandeling als bij het na de behandeling controleren van patiënten met een gynaecologische tumor (eierstokkanker, baarmoederhalskanker, baarmoederkanker) speelt het gebruik van beeldvormende technieken als echografie en CT-scan een belangrijke rol. Niet duidelijk is hoe (kosten)effectief het gebruik van deze technieken is. In Utrecht is dit in kaart gebracht door bij een groepen patiënten na afloop na te gaan in hoeverre het toevoegen van de uitslag van de beeldvormende technieken heeft bijgedragen aan het veranderen van de behandeling. Uiteindelijk is dit alleen uitgevoerd voor het toevoegen van de CT-scan bij patiënten met eierstokkanker. Hierbij blijkt de uitslag van de CT-scan na 3  kuren chemotherapie een minimaal effect te hebben op de verdere behandeling en na 6 kuren chemotherapie geen effect te hebben.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

Bij de behandeling en follow-up van gynaecologisch oncologische patiënten wordt veel gebruik gemaakt van beeldvormende diagnostiek. Dit betreft conventionele, maar ook geavanceerde diagnostiek. Er zijn geen richtlijnen voor het gebruik hiervan. Het voorstel beoogt de doelmatigheid van met name de CT scan en de echo-abdomen bij selecte patiëntengroepen na te gaan. Objective. De studie beoogt het nut van de CT-scan en de echo te evalueren in de therapiefase en follow-up van patiënten met een gynaecologische tumor. Er zijn geen richtlijnen die standaard gebruik van deze vormen van radiodiagnostiek regelen. Toch blijkt uit een voorstudie in het UMCU dat bv iedere patiënte met ovariumkanker gemiddeld twee CT scans tijdens de chemokuren en twee CT scans en één buikecho tijdens de follow-up krijgt. De studie beoogt het doelmatig gebruik van radiodiagnostiek te bevorderen. Research question. a. Heeft de CT scan cq echo-abdomen een toegevoegde waarde (ten opzichte van lichamelijk en laboratorium-onderzoek) in het therapiebeleid van patiënten met ovariumkanker?b. Heeft de CT scan cq echo-abdomen een toegevoegde waarde (ten opzichte van lichamelijk en laboratorium-onderzoek) in de follow-up van patiënten met ovariumkanker?Bovenstaande vragen ook voor patiënten met tumor van endometrium, en cervix. Study design . De studie is een vergelijkend diagnostisch onderzoek. Voor ieder van de onderzoeksvragen worden de volgende stappen gedaan:A. Retrospectieve identificatie van patiënten met (ovarium) kanker, gediagnosticeerd in een bepaalde periode, die de therapie en follow-up in het UMCU hebben gehad. Beoogde aantal per type kanker: 50-100.B. Via statusonderzoek en gebruik makend van de registratiesystemen bij radiologie (RRN), ZIS, Apotheek, het aantal CT scans en echo's dat bij deze groep gemaakt is, nagaan: reden aanvraag, uitslag test, therapie beleid.C. Selectie maken van relevante subset van cases, waarbij in een panel van behandelaars gekeken wordt of de CT scan heeft bijgedragen in het beleid. Behandelaars laten beslissen over beleid mèt en zónder de uitslag van de CT scan. Deze sessie wordt herhaald in enkele ziekenhuizen in de IKMN regio en in het land. De twee geadviseerde vormen van therapie beleid worden vergeleken met het actuele beleid (=referentie of gouden standaard) en bijbehorende sensitiviteit en specificiteit worden vergeleken.D. Op basis van bovenstaande resultaten richtlijnen opstellen en implementeren Study population / data sources . Patiënten met een gynaecologische tumor (ovariumkanker, cervixcarcinoom of endometriumkanker) in de periode 1990-1995 gediagnosticeerd in het UMCU. Identificatie: door middel van de regionale kankerregistratie (IKMN). Binnen de afdeling röntgenologie is een gecomputeriseerd bestand aanwezig van alle verrichtingen door de radiologie uitgevoerd. Koppeling hiermee levert data van CT-scans en echo-abdomen onderzoeken op. Vervolgens wordt gericht in het ZIS (ontslagbrieven) en zonodig in de status gezocht naar indicatie voor de aanvraag, uitslag van het onderzoek en het gevoerd beleid. Intervention / study selection. De klinische gegevens en laboratoriumuitslagen van patiënten zullen opnieuw aan een panel van behandelaars worden aangeboden. Hen zal worden gevraagd wat hun therapie beleid is mèt en zónder de aanwezige uitslag van het radiodiagnostisch onderzoek. Outcome measurements. Vergelijking van therapiebeleid (mèt en zónder radiologisch onderzoek) met het actuele beleid dat gevoerd is. Het feitelijke therapiebeleid geldt hier als 'gouden standaard'. In vergelijking hiermee worden sensitiviteit en specificiteit berekend. Op basis hiervan worden richtlijnen over radiologische tests opgesteld. De behandeling zelf is geen onderwerp van studie. Data analysis. Vergelijking van beide beleidsvoorstellen (op basis van mèt en zònder beeldvormende test) ten opzichte van het actuele beleid. Berekenen sensitiviteit en specificiteit. Opstellen richtlijnen. Time schedule. 2 maanden: identificatie van patiëntgroepen, 6 maanden: dataverzameling uit ZIS, RRN en status, 6 maanden: herbeoordeling behandelaars; 4 maanden invoer data en analyse; 6 maanden: opstellen richtlijnen.

Kenmerken

Projectnummer:
94510004
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2001
2002
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. J.L.L. Kimpen
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Utrecht