Efficiency of physiotherapeutic care in Parkinson's disease
Projectomschrijving
Veel mensen met de ziekte van Parkinson hebben baat bij gerichte vormen van fysiotherapie. Neurologen verwijzen de patiënten echter niet standaard naar een fysiotherapeut en fysiotherapeuten hebben – als gevolg van het beperkte aantal patiënten - een gebrek aan specifieke kennis over en ervaring met de behandeling van Parkinsonpatiënten. Binnen ParkinsonNet werken neurologen en fysiotherapeuten nauw samen en worden fysiotherapeuten getraind in de behandeling van Parkinsonpatiënten. De Nijmeegse grondleggers van ParkinsonNet onderzochten wat het effect is van ParkinsonNet op de kwaliteit en kosten van de fysiotherapeutische zorg voor mensen met Parkinson. Het onderzoek wees uit dat binnen ParkinsonNet de fysiotherapeuten de richtlijnen voor het behandelen van Parkinsonpatiënten beter opvolgen, de getrainde fysiotherapeuten meer Parkinsonpatiënten behandelen en de patiënten meer tevreden over hun therapeut zijn. De totale kosten aan medische zorg dalen door ParkinsonNet met ruim €1400,-- per jaar per patiënt.
Richtlijn
De studieresultaten zijn opgenomen in de bijbehorende richtlijn in de FMS richtlijnendatabase
Verspreidings- en Implementatie Impuls (VIMP)
Deze studie heeft een Verspreidings- en Implementatie Impuls (VIMP) gekregen.
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
Objective. To evaluate whether the efficiency of physiotherapeutic care for patients with Parkinson's disease (PD) can be improved, at a reduced cost, by targeting two key elements of the current care system: a) inadequate referral by neurologists; b) suboptimal treatment by physiotherapists. We expect that optimal referral combined with expert treatment will increase the efficiency, as reflected by an improved care for patients and reduced health care costs. Study design. Cluster Randomised Trial. 12 clusters (general hospitals) are randomly allocated to an experimental group (6 "network care clusters" with an altered organisation of physiotherapy care) or a usual care group (6 clusters with unchanged care). Clusters are localised around 3 organisational centres (univ. hospitals of Nijmegen, Leiden and Amsterdam). Enrolees are followed for 6 months to quantify changes in daily functioning and quality of life. Population. PD patients living independently in the community. Health care intervention. This has two elements: a) structured and objective referral by neurologists; and b) improved quality of treatment by therapists trained in using evidence-based guidelines and employed within a specialised network. Outcome measures. Primary: changes in ADL functioning, through objective assessment of speed and safety of everyday activities (Parkinson Activity Scale); health-related quality of life (PDQ-39); and health care costs. Secondary: proportion of correct referrals; quality of physiotherapy. Power/data analysis. Based on published data, the intervention should improve ADL by 0.4 (standardized Z-score). To demonstrate this with 80% power, at least 236 patients must be treated. Assuming that in the experimental group a therapist will treat 50% of patients, we should enrol 472 patients. To compensate for 10% dropouts and incomplete follow-up, 540 patients will be included. Appropriate multilevel (mixed model) analyses will be done, using both continuous outcome parameters (maximal power) and % responders (easy practical interpretation). Economic evaluation. Will be conducted from a societal perspective, including costs incurred by physiotherapy interventions and by patients (resource use). Robustness of the analysis will be explored using sensitivity analysis. Time schedule. 0-3 months: selection of participating clusters / randomisation; 3-12 months: implementation of organisational change in "network care clusters"; 0-12 months: identification of eligible patients; 12-24 months: enrollment / baseline assessment; 18-30 months: follow-up assessments; 30-36 months: data analysis, writing publications and final report. Doel. Onderzoeken of de doelmatigheid van fysiotherapie voor patienten met de ziekte van Parkinson (ZvP) kan verbeteren, bij lagere kosten, door 2 aspecten van het huidige zorgsysteem te verbeteren: a) inadequate verwijzing door neurologen; b) suboptimale behandeling door therapeuten. De combinatie van optimale verwijzing en behandeling moet leiden tot grotere doelmatigheid (betere zorg voor patienten; lagere kosten). Studieopzet. Cluster Randomised Trial. 12 clusters (algemene ziekenhuizen) worden random verdeeld in een experimentele groep (6 "netwerk clusters" met een verandered zorgsysteem) of een "usual care" groep (6 clusters met een overanderd zorgsysteem). De clusters bevinden zich rond 3 organiserende centra (Univ. ZH van Nijmegen, Leiden en Amsterdam). De deelnemers worden 6 maanden vervolgd om het gebruik van fysiotherapie en het dagelijks functioneren te meten. Populatie. Patienten met ZvP die onafhankelijk wonen. Interventie. Deze heeft 2 elementen: a) gestructureerde en objectieve verwijzing door neurologen; b) optimale behandeling door therapeuten getraind in het gebruik van evidence-based richtlijnen en werkzaam in een gespecialiseerd netwerk. Uitkomstmaten. Primair: snelheid en veiligheid van alledaagse activiteiten (Parkinson Activity Scale); kwaliteit van leven (PDQ-39); kosten. Secondair: proportie juiste verwijzingen; kwaliteit van fysiotherapie. Power/data analyse. Gepubliceerde data tonen dat de interventie de ADL kan verbeteren met 0.4 (standaard Z-score). Om dit aan te tonen met 80% power moeten minstens 236 patienten behandeld worden. Omdat een therapeut in de experimentele groep ongeveer 50% van de patienten behandelt moeten we 472 patienten includeren. Ter compensatie van 10% dropouts en incomplete follow-up zullen wij 540 patienten includeren. Multilevel (mixed model) analyses worden gebruikt, met zowel continue data (maximale power) als % responnders (vlotte praktische interpretatie). Economische evaluatie. Weegt de kosten van fysiotherapie en van patienten (gebruik van zorg), en omvat een sensitiveitsanalyse. Tijdpad. 0-3 maanden: selectie deelnemende clusters / randomisatie; 3-12 maanden: implementatie van zorgverandering in "netwerk clusters"; 0-12 maanden: identiferen mogelijke deelnemers; 12-24 maanden: inclusie en baseline beoordeling; 18-30 maanden: follow-up beoordelingen; 30-36 maanden: data analyse, schrijven publicaties en eindreport.