Mobiele menu

Effectiveness and costs of post-diagnosis treatment in dementia coordinated by multidisciplinary memory clinics in comparison to treatment coordinated by GPs. (Short title: AD-EURO study)

Projectomschrijving

De zorg voor en begeleiding van mensen bij wie de diagnose dementie is gesteld, kan door diverse hulpverleners worden geleverd. Onderzoek in Nijmegen vergeleek de (kosten)effectiviteit van  de zorg en begeleiding door een team van de geheugenpoli met de (kosten)effectiviteit van de zorg en begeleiding door de huisarts. Het onderzoek is  uitgevoerd onder 175 koppels van een dementerende en diens mantelzorger. Het laat 1 jaar na het stellen van de diagnose geen verschillen zien tussen de groep die begeleiding krijgt vanuit de geheugenpoli en de groep die door de huisarts wordt begeleid. Ook wat de kosten van de begeleiding betreft verschillen de beide groepen niet. De conclusie is dat de voorkeur van de patiënt/mantelzorger de leidraad moet zijn bij de keuze door wie de zorg en begeleiding uitgevoerd moeten worden.

Producten

Titel: Design of the AD-Euro study
Titel: An overview of quality of life measurement in dementia.
Titel: AD-Euro study: clinical and economic evaluation on how to organize post-diagnosis care for dementia patients and exploration of the relationship between patient and proxy HRQL measurement.
Titel: Single versus multicomponent intervention in frail elderly: simplicity or complexity as precondition for success?
Auteur: Vliek S, Melis RJ, Faes M, Golüke-Willemse GA, de Leest BJ, Meeuwsen E, van Raak FH, Schölzel-Dorenbos CJ, Olde Rikkert MG.
Magazine: Journal of Nutrition, Health and Aging
Titel: Cost-effectiveness of post-diagnosis treatment in dementia coordinated by multidisciplinary memory clinics in comparison to treatment coordinated by general practitioners: an example of a pragmatic trial.
Auteur: Meeuwsen EJ, Melis RJ, Adang EM, Goluke Willemse GA, Krabbe PF, De Leest BJ, Van Raak FH, Scholzel Dorenbos CJ, Visser MC, Wolfs CA, Vliek S, Olde Rikkert MG.
Magazine: Journal of Nutrition, Health and Aging
Titel: Integrating unmet needs into dementia health-related quality of life research and care; Introduction of the Hierarchy Model of Needs in Dementia (HMND)
Auteur: Schölzel Dorenbos CJM, Meeuwsen EJ, Olde Rikkert MGM
Magazine: Aging and Mental Health
Titel: Effectiveness of dementia follow-up care by memory clinics or general practitioners: randomised controlled trial
Auteur: Els J Meeuwsen, René J F Melis, Geert C H M Van Der Aa, Gertie A M Golüke-Willemse, Benoit J M De Leest, Frank H J M Van Raak, Carla J M Schölzel-Dorenbos, Desiree C M Verheijen, Frans R J Verhey, Marieke C Visser, Claire A Wolfs, Eddy M M Adang, Marcel G M Olde Rikkert,
Titel: Are memory clinics effective? The odds are in favour of their benefit, but conclusive evidence from direct comparison is not yet available.
Auteur: RJF. Melis, EJ. Meeuwsen, SG. Parker*, MGM. Olde Rikkert
Magazine: Journal of the Royal Society of Medicine

Verslagen


Eindverslag

In Nederland is het aantal geheugenpoliklinieken de laatste jaren duidelijk toegenomen en daarbij nemen de geheugenpoliklinieken, naast de diagnostiek, in toenemende mate de behandeling en begeleiding van dementiepatiënten op zich. Gezien deze ontwikkeling en gezien het stijgende aantal patiënten met dementie en de bijkomende kosten is de vraag gerechtvaardigd wat de meest optimale zorg voor dementiepatiënten is en door wie deze het best uitgevoerd kan worden.
De AD-Euro studie is een onderzoek naar doelmatigheid en effectiviteit van behandeling van, en zorg voor patiënten met dementie en hun mantelzorgers. In het onderzoek is een vergelijking gemaakt tussen de geheugenpolikliniek en de huisarts voor wat betreft behandeling en begeleiding gedurende het eerste jaar na de diagnosestelling dementie op de geheugenpolikliniek.
In totaal zijn 175 paren (patiënt en mantelzorger) door negen geheugenpoliklinieken in de studie geïncludeerd. Deze paren zijn gerandomiseerd naar ofwel de huisarts ofwel de geheugenpolikliniek voor verdere behandeling en begeleiding ten aanzien van de dementie. De deelnemende paren zijn een jaar lang gevolgd en gedurende dit jaar zijn op verschillende tijdstippen metingen (bij de deelnemers aan huis) uitgevoerd. In de studie is gekeken hoe de twee behandeltrajecten, huisarts versus geheugenpolikliniek, de kwaliteit van leven van de patiënten en de ervaren belasting van hun mantelzorgers beïnvloeden en er is gekeken naar de doelmatigheid van de twee trajecten. Uit de resultaten van de studie kunnen we concluderen dat er geen verschil is tussen de huisarts en de geheugenpolikliniek wat betreft doelmatigheid en effectiviteit als het gaat om behandeling en begeleiding van een patiënt met dementie en zijn of haar mantelzorger.

De AD-Euro studie is een onderzoek naar kosten, effecten en doelmatigheid van behandeling van, en zorg voor patiënten met dementie en hun mantelzorgers. In het onderzoek wordt een vergelijking gemaakt tussen de geheugenpolikliniek en de huisarts voor wat betreft behandeling en begeleiding gedurende het eerste jaar na de diagnosestelling dementie op de geheugenpolikliniek.

Geheugenpoliklinieken staan in de belangstelling. Actueel is een uitgebreide discussie over het nut van de geheugenpolikliniek betreffende de zorg en behandeling van patiënten met dementie nadat de diagnose is gesteld. Deze discussie speelt op dit moment vooral in Groot-Brittannië waar men een landelijk netwerk van geheugenpoliklinieken aan het opzetten is in het kader van de zogenaamde nationale dementiestrategie. Deze vraag over het nut, effectiviteit en doelmatigheid, van geheugenpoliklinieken met betrekking tot de behandeling en begeleiding van dementiepatiënten, blijft uiteraard niet beperkt tot Groot-Brittannië. In Nederland is het aantal geheugenpoliklinieken de laatste jaren ook duidelijk toegenomen en daarbij nemen de geheugenpoliklinieken, naast de diagnostiek, in toenemende mate de behandeling en begeleiding van dementiepatiënten op zich.

Gezien deze ontwikkeling en gezien het stijgende aantal patiënten met dementie en de bijkomende kosten is de vraag gerechtvaardigd wat de meest optimale zorg voor dementiepatiënten is en door wie deze het best uitgevoerd kan worden. Met de resultaten van de AD-Euro studie kunnen we een belangrijke wetenschappelijk onderbouwde bijdrage leveren aan de discussie over het belang van geheugenpoliklinieken bij de behandeling en begeleiding van dementiepatiënten. De studie heeft onder andere ten doel toekomstige keuzen in de zorg voor het sterk stijgend aantal dementiepatiënten goed te onderbouwen. Een belangrijke uitkomst van de studie is hoe de twee verschillende behandeltrajecten, huisarts versus geheugenpolikliniek, de kwaliteit van leven van dementiepatiënten en de ervaren zorgbelasting van hun mantelzorgers beïnvloeden. De studie geeft inzicht in de doelmatigheid en de kosten die gepaard gaan met de twee behandeltrajecten. De transparantie in de zorg voor dementiepatiënten wordt hiermee sterk bevorderd.

Aan de studie is een methodologische studie gekoppeld die kijkt naar het meten van kwaliteit van leven bij ouderen met een dementie (zie HTA annex studie).

Samenvatting van de aanvraag

BACKGROUND: In The Netherlands a rapidly increasing number of multidisciplinary memory clinics (MMC) currently diagnose 25% of the patients with dementia. Following the diagnostic work-up, MMCs are increasingly involved in post-diagnosis treatment and co-ordination of care, which probably is very important for patients and caregivers, but also very time consuming and expensive. This study will focus on the important question whether this complex post-diagnosis treatment and care co-ordination, evaluated both on effectiveness and costs, should be carried out by MMCs (intervention) or by General Practitioners (GPs) (control) as pivot of delivery of health care for these patients. OBJECTIVES: To determine, given a societal perspective, MMCs’ effectiveness and costs in post-diagnosis care for dementia-patients to improve or stabilize patients’ health related quality of life and performances in daily living and to improve informal caregivers' perceived burden of care. STUDY DESIGN: Controlled, cluster randomized study on effectiveness and costs, in which 300 GPs are randomised over intervention and control condition. All GPs in the referral area of the 6 participating MMCs are invited to participate in the study. STUDY POPULATION/DATA SETS: 220 patients suffering from mild to moderate dementia (DSM-IVTR dementia criteria and Clinical Dementia Rating 1 to 2), and 220 informal caregivers, will receive either the intervention or control condition INTERVENTION: MMCs will deliver 12 months of post-diagnosis treatment and care, which consists of: 1. Initiating, targeting and monitoring acethylcholinesterase inhibitors (AChI), as symptomatic drug treatment in case of Alzheimer’s disease (AD). 2. Other drug interventions in patients with other types of dementia and/or psychiatric or somatic co-morbidity. 3. Initiating psychosocial interventions and care-coordination. CONTROL: In the control group the patients with dementia will be referred back to the GP after diagnosis has been made, with advices on drug treatment, and on psychosocial interventions and care-planning. GPs will co-ordinate this care, but can also refer to a range of other services as they currently do in regular practice without MMCs in their health region. PRIMARY OUTCOME MEASURES: Patients: Health-related quality of life as measured with a dementia specific HrQoL-instrument (i.e. QoL-AD) and functional performance in daily living as measured by the IDDD (Instrumental activities of Daily living in Dementia Diagnosis); Informal caregivers: caregiver burden as measured with the Sense of Competence Questionnaire (SoCQ). POWER/DATA ANALYSIS: 220 patients are required to be included for a power of 80%, reached with 160 patients who can be fully evaluated. For this calculation we used: a two-sided significance level of 0.05, an attrition rate of 30%, and an intraclasscorrelation of 0.1. ECONOMIC EVALUATION: Costs will be assessed from a societal perspective, using the Resource Utilization in Dementia-questionnaire (RUD), which has been used in several other economic evaluations in AD treatment. An incremental cost-utility ratio (costs per QALY) and an incremental cost-effectiveness ratio, for a meaningful change in Qol-AD and functional performance in patients and SoCQ in proxies will be calculated. Long-term economic outcome will be estimated with a Markov model. TIME SCHEDULE: The study will take 36 months: 6 months preparation, 12 months inclusion of GPs and patients/proxies, 12 months follow-up and 6 months analysis and reporting. HTA-ANNEX STUDY: it is highly relevant for this and forthcoming economic evaluations to clarify the relationship between proxy and patient assessment of Quality of life, of which the latter probably becomes less reliable with progression in cognitive decline. SAMENVATTING: DOEL: Deze studie beoogt een economische evaluatie van de snel groeiende post-diagnose behandeling van patiënten met een dementie door geheugenpoliklinieken (MMC). OPZET: In een clusterrandomisatie op huisartsniveau wordt de behandeling door 6 MMCs vergeleken met die door de huisartsen (GPs). PATIENTEN: Pten met een dementie (DSM IV) van matige ernst en hun mantelzorgers. INTERVENTIE: Volledige post-diagnose behandeling, medicamenteus en niet-medicamenteus) en zorg gedurende 12 maand geregeld door de MMCs. CONTROLE: Volledige post-diagnose behandeling en zorg gedurende 12 maand gecoordineerd door de GPs. PRIMAIRE UITKOMSTMATEN: Kwaliteit van leven en funcioneel niveau bij de patiënt en zorgbelasting bij de mantelzorger. ECONIMISCHE EVALUATIE: met maatschappelijk perspectief worden de kosten per QALY gezondheidswinst en per responder op de primaire uitkomstmaat voor patient en mantelzorger bepaald. DUUR: 36 maanden, waarvan 12 maand inclusie en 12 maand follow-up. Er wordt bovendien een HTA-annex studie uitgevoerd op het thema proxies.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
94507703
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2007
2010
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. M.G.M. Olde Rikkert