Bevorderende en belemmerende factoren voor succesvolle implementatie van een integraal programma op individueel en organisatieniveau gericht op duurzame inzetbaarheid in de zorgsector in Limburg
Projectomschrijving
Bijna drieduizend medewerkers uit dertien zorginstellingen hebben in 2011/2012 een vragenlijst over gezondheid en werkvermogen ingevuld, en twee jaar later nog eens. Daarnaast zijn interviews gehouden met projectleiders uit de deelnemende organisaties, en is met groepen medewerkers gesproken.
Bij de beginmeting had 20% van de deelnemers een verminderd werkvermogen, en 20% beoordeelde de eigen gezondheid als ‘minder dan goed’. 88% van de medewerkers vindt het goed dat de werkgever gezondheidsactiviteiten aanbiedt. Veel medewerkers hebben activiteiten ondernomen om hun leefstijl te verbeteren of hun fysieke of psychosociale arbeidsbelasting te verminderen, vaak op eigen initiatief. Het onderzoek laat (kleine) veranderingen zien in bijvoorbeeld werkvermogen, vitaliteit en ervaren gezondheid.
Producten
Link: http://duurzameinzetbaarheid.nl/verhaal/135/stichting-wonenplus-geeft-antwoord
Link: http://duurzameinzetbaarheid.nl/verhaal/137/psw-geeft-antwoord
Auteur: Kerstin G. Reeuwijk, Suzan J. W. Robroek, Leona Hakkaart, Alex Burdorf
Link: http://duurzameinzetbaarheid.nl/verhaal/136/vivre-geeft-antwoord
Auteur: Suzan Robroek, Kerstin Reeuwijk, Duco Molenaar, Ina van Haeff, Joep Mooren en Alex Burdorf
Auteur: Lex Burdorf en Suzan Robroek
Magazine: Arbo
Verslagen
Eindverslag
Door vergrijzing en ontgroening is er in de Limburgse zorg behoefte aan programma’s voor het behouden en bevorderen van productieve arbeidsparticipatie. Doel van de studie was de evaluatie van belemmerende en bevorderende factoren van succesvolle implementatie van een integraal programma op individueel en organisatieniveau gericht op duurzame inzetbaarheid.
Hiervoor hebben bijna 3000 medewerkers uit 13 zorginstellingen in 2011/2012 en 2 jaar later een vragenlijst ingevuld. Gedurende het onderzoek hebben andere 5 organisaties zich teruggetrokken, mede vanwege reorganisatie. Daarnaast zijn er interviews gehouden met projectleiders uit deze zorgorganisaties, en is er met groepen medewerkers gesproken. In een lerend netwerkoverleg konden de projectleiders van de deelnemende organisaties ervaringen uitwisselen en voorlopige resultaten bediscussiëren. Onderzocht werd welke interventies instellingen implementeerden, op welke manier zij dat deden, de behoeften van medewerkers, en welke activiteiten medewerkers ondernamen in het kader van het behouden of bevorderen van hun werkvermogen. Daarnaast werd onderzocht welke factoren gerelateerd zijn aan een verminderd werkvermogen en wat de relatie is tussen vitaliteit, gezondheid, werkvermogen en intentie tot blijven werken in de zorgsector.
Implementatiewerkplaats
Door vergrijzing en ontgroening is er in de Limburgse zorg behoefte aan programma’s voor het behouden en bevorderen van productieve arbeidsparticipatie. Doel van de studie is de evaluatie van belemmerende en bevorderende factoren van succesvolle implementatie van een integraal programma op individueel en organisatieniveau gericht op duurzame inzetbaarheid.
De studie bestaat uit drie onderdelen: 1) risicostratificatie, 2) persoonlijk actieplan bij slecht werkvermogen, en 3) interventies op individueel en organisatieniveau. Het is een longitudinale studie met 2 jaar follow-up en de studie vindt plaats in 16 zorginstellingen. Aan de baseline meting hebben 6.936 medewerkers meegedaan.
In stap 1 worden medewerkers met een slecht werkvermogen geïdentificeerd. In stap 2 volgt een consult voor deze medewerkers met een verhoogd risico op arbeidsuitval en er wordt een individueel actieplan opgesteld en, indien nodig, doorverwijzing naar bijvoorbeeld aanbod uit het reguliere ziektekostenpakket en interventies aangeboden door de werkgever. In stap 3, het aanbieden van activiteiten op individueel en organisatieniveau, wordt aangesloten bij het aanbod binnen de deelnemende instellingen. De aangeboden interventies worden in kaart gebracht en vergeleken met theoretisch werkbare elementen.
De studie richt zich primair op het evalueren van de implementatie. Daarnaast wordt ook gekeken wat de relatie is tussen vitaliteit, gezondheid en werkvermogen en intentie tot blijven werken in de zorgsector. We onderzoeken welke werkgerelateerde en leefstijl gerelateerde factoren een rol spelen bij verminderd werkvermogen evenals de rol van een aantal individuele kenmerken.
Samenvatting van de aanvraag
Bijna drieduizend medewerkers uit dertien zorginstellingen hebben in 2011/2012 een vragenlijst over gezondheid en werkvermogen ingevuld, en twee jaar later nog eens. Daarnaast zijn interviews gehouden met projectleiders uit de deelnemende organisaties, en is met groepen medewerkers gesproken.
Bij de beginmeting had 20% van de deelnemers een verminderd werkvermogen, en 20% beoordeelde de eigen gezondheid als ‘minder dan goed’. 88% van de medewerkers vindt het goed dat de werkgever gezondheidsactiviteiten aanbiedt. Veel medewerkers hebben activiteiten ondernomen om hun leefstijl te verbeteren of hun fysieke of psychosociale arbeidsbelasting te verminderen, vaak op eigen initiatief. Het onderzoek laat (kleine) veranderingen zien in bijvoorbeeld werkvermogen, vitaliteit en ervaren gezondheid.