Triage van kinderen met koorts op de huisartspost
Projectomschrijving
De meeste kinderen met koorts hebben een virusinfectie die vanzelf overgaat. Een kleine groep heeft een bacteriële infectie die ernstig kan verlopen. Het is zaak belangrijk deze kinderen in een vroeg stadium te herkennen.
Kenmerken
Welke kenmerken van kinderen met koorts, die tijdens de triage op de huisartsenpost worden verzameld, voorspellen een verhoogd risico op een ernstige bacteriële infectie. Welke kenmerken van de kinderen met koorts zijn van invloed op de uitkomst van de triage (telefonisch advies, consult, visite).
Aanpak en doel
Het onderzoek betreft kinderen van 3 maanden t/m 5 jaar. Bijna de helft van de kinderen die met koorts een huisartsenpost bezoeken krijgen antibiotica. Dit is meer dan op basis van de prevalentie van bacteriële infecties kan worden verwacht. De huidige telefonische triage van kinderen met koorts op een huisartsenpost maakt onvoldoende onderscheid tussen kinderen die wel of geen behandeling nodig hebben. Onderzocht moet worden welke manier van triage het meest kosteneffectief is.
Producten
Auteur: Miriam Monteny, Marjolein H. ten Brinke, Jocelyn van Brakel, Yolanda B. de Rijke, Marjolein Y. Berger.
Magazine: Clinical Chemistry and Laboratory Medicine
Auteur: Johannes C van der Wouden, Miriam Monteny, Marjolein Y Berger
Magazine: British Journal of General Practice
Auteur: Miriam Monteny, Hubert G.M. Niesters, Henriëtte A. Moll, Marjolein Y. Berger.
Magazine: Emerging Infectious Diseases
Auteur: Miriam Monteny, Marjolein Y. Berger, Johannes C. van der Wouden, Berth J. Broekman and Bart W. Koes.
Magazine: British Journal of General Practice
Auteur: Marjolein Y Berger, Miriam Monteny, Johannes C van der Wouden
Magazine: Journal of Pediatrics
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
De huisarts wordt frequent geconfronteerd met kinderen met koorts. Vaak presenteren ouders hun kind in de avonduren en krijgt de consultatie een spoedeisend karakter. In de avonduren wordt de huisartsenzorg tegenwoordig meestal door een huisartsenpost (HAP) verzorgd. Anders dan bij de eigen huisarts zal de ouder hier te woord worden gestaan door een onbekende assistente. De veiligheid van de triage door deze assistentes wordt ter discussie gesteld. De NHG-standaard 'Kinderen met koorts' geeft duidelijke richtlijnen voor triage bij een dergelijke hulpvraag. Maar het blijkt dat deze richtlijnen zijn gebaseerd op onderzoek uit tweede- en derde-lijns centra. Het is daarom de vraag of de aanbevelingen van toepassing zijn in de huisartsenpraktijk. De evaluatie van het jonge kind met koorst blijft daarmee een onderwerp van discussie (2-8). Terwijl de meeste periodes met koorts bij het jonge kind ongecompliceerd zullen verlopen, kan het missen van een ernstige oorzaak van de koorts leiden tot ernstige morbiditeit en zelfs mortaliteit. Het grote dilemma blijft daarom het herkennen van het ogenschijnlijk matig zieke kind dat in korte tijd een ernstige, soms levensbedreigende aandoening ontwikkelt, en tegelijkertijd overbodige diagnostiek te voorkomen. De huisarts wordt frequent geconfronteerd met kinderen met koorts. Vaak presenteren ouders hun kind in de avonduren en krijgt de consultatie een spoedeisend karakter. In de avonduren wordt de huisartsenzorg tegenwoordig meestal door een huisartsenpost (HAP) verzorgd. Anders dan bij de eigen huisarts zal de ouder hier te woord worden gestaan door een onbekende assistente. De veiligheid van de triage door deze assistentes wordt ter discussie gesteld. De NHG-standaard 'Kinderen met koorts' geeft duidelijke richtlijnen voor triage bij een dergelijke hulpvraag. Maar het blijkt dat deze richtlijnen zijn gebaseerd op onderzoek uit tweede- en derde-lijns centra. Het is daarom de vraag of de aanbevelingen van toepassing zijn in de huisartsenpraktijk. De evaluatie van het jonge kind met koorst blijft daarmee een onderwerp van discussie (2-8). Terwijl de meeste periodes met koorts bij het jonge kind ongecompliceerd zullen verlopen, kan het missen van een ernstige oorzaak van de koorts leiden tot ernstige morbiditeit en zelfs mortaliteit. Het grote dilemma blijft daarom het herkennen van het ogenschijnlijk matig zieke kind dat in korte tijd een ernstige, soms levensbedreigende aandoening ontwikkelt, en tegelijkertijd overbodige diagnostiek te voorkomen. De huisarts wordt frequent geconfronteerd met kinderen met koorts. Vaak presenteren ouders hun kind in de avonduren en krijgt de consultatie een spoedeisend karakter. In de avonduren wordt de huisartsenzorg tegenwoordig meestal door een huisartsenpost (HAP) verzorgd. Anders dan bij de eigen huisarts zal de ouder hier te woord worden gestaan door een onbekende assistente. De veiligheid van de triage door deze assistentes wordt ter discussie gesteld. De NHG-standaard 'Kinderen met koorts' geeft duidelijke richtlijnen voor triage bij een dergelijke hulpvraag. Maar het blijkt dat deze richtlijnen zijn gebaseerd op onderzoek uit tweede- en derde-lijns centra. Het is daarom de vraag of de aanbevelingen van toepassing zijn in de huisartsenpraktijk. De evaluatie van het jonge kind met koorst blijft daarmee een onderwerp van discussie (2-8). Terwijl de meeste periodes met koorts bij het jonge kind ongecompliceerd zullen verlopen, kan het missen van een ernstige oorzaak van de koorts leiden tot ernstige morbiditeit en zelfs mortaliteit. Het grote dilemma blijft daarom het herkennen van het ogenschijnlijk matig zieke kind dat in korte tijd een ernstige, soms levensbedreigende aandoening ontwikkelt, en tegelijkertijd overbodige diagnostiek te voorkomen. De huisarts wordt frequent geconfronteerd met kinderen met koorts. Vaak presenteren ouders hun kind in de avonduren en krijgt de consultatie een spoedeisend karakter. In de avonduren wordt de huisartsenzorg tegenwoordig meestal door een huisartsenpost (HAP) verzorgd. Anders dan bij de eigen huisarts zal de ouder hier te woord worden gestaan door een onbekende assistente. De veiligheid van de triage door deze assistentes wordt ter discussie gesteld. De NHG-standaard 'Kinderen met koorts' geeft duidelijke richtlijnen voor triage bij een dergelijke hulpvraag. Maar het blijkt dat deze richtlijnen zijn gebaseerd op onderzoek uit tweede- en derde-lijns centra. Het is daarom de vraag of de aanbevelingen van toepassing zijn in de huisartsenpraktijk. De evaluatie van het jonge kind met koorst blijft daarmee een onderwerp van discussie (2-8). Terwijl de meeste periodes met koorts bij het jonge kind ongecompliceerd zullen verlopen, kan het missen van een ernstige oorzaak van de koorts leiden tot ernstige morbiditeit en zelfs mortaliteit. Het grote dilemma blijft daarom het herkennen van het ogenschijnlijk matig zieke kind dat in korte tijd een ernstige, soms levensbedreigende aandoening ontwikkelt, en tegelijkertijd overbodige diagnostiek te voorkomen. De huisarts wordt frequent geconfronteerd met kinderen met koorts. Vaak presenteren ouders hun kind in de avonduren en krijgt de consultatie een spoedeisend karakter. In de avonduren wordt de huisartsenzorg tegenwoordig meestal door een huisartsenpost (HAP) verzorgd. Anders dan bij de eigen huisarts zal de ouder hier te woord worden gestaan door een onbekende assistente. De veiligheid van de triage door deze assistentes wordt ter discussie gesteld. De NHG-standaard 'Kinderen met koorts' geeft duidelijke richtlijnen voor triage bij een dergelijke hulpvraag. Maar het blijkt dat deze richtlijnen zijn gebaseerd op onderzoek uit tweede- en derde-lijns centra. Het is daarom de vraag of de aanbevelingen van toepassing zijn in de huisartsenpraktijk. De evaluatie van het jonge kind met koorst blijft daarmee een onderwerp van discussie (2-8). Terwijl de meeste periodes met koorts bij het jonge kind ongecompliceerd zullen verlopen, kan het missen van een ernstige oorzaak van de koorts leiden tot ernstige morbiditeit en zelfs mortaliteit. Het grote dilemma blijft daarom het herkennen van het ogenschijnlijk matig zieke kind dat in korte tijd een ernstige, soms levensbedreigende aandoening ontwikkelt, en tegelijkertijd overbodige diagnostiek te voorkomen. De huisarts wordt frequent geconfronteerd met kinderen met koorts. Vaak presenteren ouders hun kind in de avonduren en krijgt de consultatie een spoedeisend karakter. In de avonduren wordt de huisartsenzorg tegenwoordig meestal door een huisartsenpost (HAP) verzorgd. Anders dan bij de eigen huisarts zal de ouder hier te woord worden gestaan door een onbekende assistente. De veiligheid van de triage door deze assistentes wordt ter discussie gesteld. De NHG-standaard 'Kinderen met koorts' geeft duidelijke richtlijnen voor triage bij een dergelijke hulpvraag. Maar het blijkt dat deze richtlijnen zijn gebaseerd op onderzoek uit tweede- en derde-lijns centra. Het is daarom de vraag of de aanbevelingen van toepassing zijn in de huisartsenpraktijk. De evaluatie van het jonge kind met koorst blijft daarmee een onderwerp van discussie (2-8). Terwijl de meeste periodes met koorts bij het jonge kind ongecompliceerd zullen verlopen, kan het missen van een ernstige oorzaak van de koorts leiden tot ernstige morbiditeit en zelfs mortaliteit. Het grote dilemma blijft daarom het herkennen van het ogenschijnlijk matig zieke kind dat in korte tijd een ernstige, soms levensbedreigende aandoening ontwikkelt, en tegelijkertijd overbodige diagnostiek te voorkomen.