QPC (Quality of Psychosocial Care). Naar een meetinstrument voor de kwaliteit van psychosociale nazorg na rampen en crises.

Betrokkenheid bij een ramp, ernstig ongeluk of andere ingrijpende gebeurtenis kan leiden tot psychosociale problemen voor de getroffene. Evidence-based richtlijnen en andere kennisproducten zijn ontwikkeld ter bevordering van de effectieve opvang van en nazorg voor getroffenen. Dat past binnen de wens om de kwaliteit van de zorg te optimaliseren en professionele diensten te bieden. Echter, om gericht te kunnen verbeteren en bijsturen is inzicht nodig in de kwaliteit van het eigen aanbod. Individuele hulp- zorg en dienstverleners, hun organisaties en bestuurlijk verantwoordelijken hebben hier belang bij. Een eerste probleem in dit verband is dat er geen consensus bestaat over wat de kwaliteit van psychosociale nazorg precies inhoudt. Een tweede probleem is het ontbreken van een eenduidig meetinstrument voor de kwaliteit van deze zorg. Dit ontwikkelproject richt zich op beide problemen. In samenspraak met een klankbordgroep met sleutelactoren werkt het projectteam (bestaande uit meerdere GGD’en, het Nederlandse Rode Kruis en diverse kennisinstituten) – middels literatuuronderzoek, desk research en betrokkenheid van wetenschappers, professionals en getroffenen (via concept mapping) – aan een conceptuele kaart van de kwaliteit van psychosociale nazorg: uit welke elementen bestaat deze kwaliteit? Vervolgens wordt gezamenlijk een instrument ontwikkeld om de kwaliteit te meten vanuit het perspectief van de getroffene. Dit instrument - quality of psychosocial care (QPC) - wordt getest en gereedgemaakt voor toepassing in de praktijk. Om de succesvolle implementatie en brede verspreiding van de QPC-vragenlijst te bevorderen wordt gestreefd naar een eenvoudig instrument met een minimale omvang voorzien van een beknopte gebruiksaanwijzing. Bij de ontwikkeling van het instrument wordt aansluiting gezocht bij lopende landelijke ontwikkelingen binnen de psychosociale opvang en verzorging na rampen en crises. De mogelijkheid tot landelijke verankering bestaat omdat leden van het projectteam betrokken zijn bij onder meer de totstandkoming van het nationaal draaiboek Psychosociale Hulpverlening en de module Opleiden, Trainen, Oefenen (OTO). Beide producten worden tijdens het project in samenwerking met sleutelpartijen in het veld uitgewerkt in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het RIVM. Het te ontwikkelen meetinstrument is een logisch element om daarin een plek te geven. Het is een onmisbare stap om te komen tot een gericht kwaliteitszorgsysteem.