Mobiele menu

Gezond en vraaggericht bewegen in de buurt

Projectomschrijving

Gezond en vraaggericht bewegen in de buurt
Regelmatig bewegen bevordert de gezondheid van ouderen en kan achteruitgang in functioneren, zelfredzaamheid en participatie in de maatschappij voorkomen. Regelmatig bewegen verkleint het risico op allerlei chronische aandoeningen. Niet alle ouderen bewegen echter voldoende.

In dit project gaan we interviews houden met ouderen over hun beweeggedrag. In de interviews wordt ook gesproken over de invloed van vroegere ervaringen van ouderen en van verwachtingen over de toekomst over sporten en bewegen. De uitkomsten van de interviews worden besproken met medewerkers van ouderenorganisaties en met gemeenten. Het is de bedoeling dat deze organisaties en gemeenten hun activiteiten om ouderen meer te laten bewegen, beter kunnen laten aansluiten bij wat de doelgroep zelf wil. Gemeenten kunnen op die manier de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van haar
burgers vergroten. 

Producten

Titel: The influence of life events on physical activity patterns of Dutch older adults: A life history method
Auteur: Elise J. Kenter ab, Winifred A. Gebhardt a, Irene Lottman b, Mariët van Rossum b, Margreet Bekedam b & Mathilde R. Crone c a Clinical, Health and Neuropsychology, Leiden University, Leiden, The Netherlands b Regional Public Health Service Hollands Midden, Leiden, The Netherlands c Department of Public Health and Primary Care, Leiden University Medical Center, Leiden, The Netherlands
Magazine: Psychology and Health

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

De 25 gemeenten in de regio Hollands Midden werken samen aan een regionale nota gezondheidsbeleid. Deze dient als kader voor de lokale nota's gezondheidsbeleid 2012-2016. Gemeenten hebben gezond sporten en bewegen in de buurt als centraal thema gekozen voor de regionale nota. Dit is tevens een belangrijk thema in de landelijke nota gezondheidsbeleid. Alle gemeenten hebben een nota lokaal gezondheidsbeleid, maar de hierin genoemde doelstellingen zijn nauwelijks bereikt. Lokaal gezondheidsbeleid heeft niet veel prioriteit en afgelopen jaren zijn er weinig mankracht en financiële middelen voor vrijgemaakt. De komende ronde willen gemeenten hierin verandering brengen. Gemeenten zien lokaal gezondheidsbeleid als een kans om verbinding te leggen met andere gemeentelijke sectoren én met de zorg om zo de gezondheid en kwaliteit van leven van hun inwoners te vergroten. Ouderen zijn een belangrijke doelgroep voor gemeenten. Vanaf 75 jaar neemt de kans op comorbiditeit en beperkingen duidelijk toe en neemt de ervaren gezondheid en de lichamelijke kwaliteit van leven af. Nu het aantal ouderen toeneemt en delen van de AWBZ naar de Wmo overgeheveld worden, zijn gemeenten op zoek naar praktische handvatten om de zelfredzaamheid van ouderen te stimuleren. Door krachtenbundeling en samenwerking in de uitvoering willen gemeenten een realistische nota opleveren. Het thema gezond sporten en bewegen in de buurt biedt hiertoe goede kans, helemaal nu de minister budget vrijmaakt voor buurtsportcoaches. Samenwerking met Reos en Sportservice ZH loopt al goed. Bewegingsstimulering leidt tot een betere gezondheid en een goede gezondheid draagt bij aan het kunnen meedoen aan de samenleving. Maar omgekeerd geldt hetzelfde. Het letterlijk in beweging brengen van mensen en het benutten van de eigen kracht leidt tot het activeren van mensen en het nemen van meer eigen verantwoordelijkheid bij het oplossen van problemen. Daardoor kan het beroep op zorg en ondersteuning afnemen. Uit het onderzoek van de Gezondheidsraad (Systematische literatuurstudie naar de samenhang tussen factoren uit de fysieke omgeving en lichamelijke activiteit) blijkt dat het aantal Europese studies nog te klein is om hierover duidelijke uitspraken te doen. Echter uit het promotieonderzoek ‘Explaining socioeconomic inequalities in health behaviours’ van Kamphuis blijkt dat buurtfactoren een verschil kunnen maken tussen iets of helemaal niets aan sport doen. Om interventie- en beleidsstrategieën met als doel om mensen aan het bewegen te krijgen te laten slagen, beveelt Kamphuis aan naast persoonlijke interventies specifiek gericht op gedragverandering, ook meer algemene beleids- en interventiestrategieën gericht op het verbeteren van de fysieke en sociale buurtomgeving in te zetten. Dit is precies wat we met voorliggend onderzoek beogen: welke beleids – en interventiestrategieën gericht op het verbeteren van de fysieke en sociale buurtomgeving kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het bevorderen van beweeg gedrag bij ouderen, naast persoonlijke interventies specifiek gericht op gedragsverandering? Dit laatste gebeurt in de regio Hollands Midden via het versterken van de samenwerking tussen gemeente, sport en eerstelijnszorg. In Oegstgeest, Gouda en een behoorlijk aantal andere gemeenten maken genoemde partijen met elkaar afspraken over het verwijzen van risicopatiënten naar beweegaanbod en wordt het aanbod op maat gemaakt voor de doelgroep. In voorliggend onderzoek willen we via life story interviews met 20 ouderen in Oegstgeest en 20 ouderen in Gouda (te bereiken via huisarts en ouderenberaad) achterhalen wat ze willen bereiken op gebied van lichamelijke activiteit en wat zij daarvoor nodig hebben in termen van veranderingen in hun fysieke en sociale omgeving. Gekozen is voor deze twee gemeenten omdat die een goede afspiegeling vormen van de regio.De resultaten van de analyse van deze interviews leggen we voor aan twee focusgroepen bestaande uit sleutelfiguren (welzijn, sport, Wmo, wonen, RO, thuiszorg, huisartsen, fysiotherapeuten) uit de twee gemeenten. Op deze wijze krijgen de gemeenten Oegstgeest en Gouda inzicht in gewenste interventies/veranderingen in de sociale en fysieke omgeving, kan zij haar beleid hierop inrichten en kunnen zorgpartijen hun preventieaanbod afstemmen. Dit is een geheel nieuwe benadering van de problematiek in die zin dat de zienswijze van de ouderen en hun wensen het startpunt vormen van de ontwikkeling van beleid op dit terrein. De bevindingen omtrent het werken met deze specifieke methodiek zullen ook apart beschreven worden. Indien succesvol, kan de methodiek toegepast worden op andere gezondheidsthema’s, waarvan het beleid en onderzocht en uitgewerkt moet worden t.b.v. de lokale situatie. Daarnaast is de verwachting dat door een aantal slimme verbindingen tussen locaties op gebied van wonen, zorg en welzijn op relatief eenvoudige wijze ouderen makkelijker in staat worden gesteld meer te gaan bewegen.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
204000015
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2012
2013
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Ir. M. Bekedam-Vermaat
Verantwoordelijke organisatie:
GGD Hollands Midden