Een subsidieaanvraag goed indienen kan veel vragen opleveren. Hieronder vindt u veelgestelde vragen plus antwoorden. Deze hebben betrekking op de subsidieoproep Programma poortwachter - Stimuleren van kennisuitwisseling en -netwerken - 2023 en zijn opgedeeld in de categorieën Inhoudelijk, Procedure, Financiën, en Indienen van de subsidieaanvraag.
Deze vragen worden aangevuld n.a.v. vragen uit mails, telefonisch contact en de informatiebijeenkomst.
Op dinsdag 4 april is van 9.30 tot 10.30 uur een online informatiebijeenkomst over de subsidieoproep. Tijdens de bijeenkomst zal een korte toelichting worden gegeven op de oproep en kunt u vragen stellen over de inhoud en het proces van de ronde. Meld u aan.
Zorg ervoor dat uw projectvoorstel aansluit bij het doel en de randvoorwaarden van de subsidieoproep. Het is belangrijk dat de activiteiten en (door)ontwikkeling van kennisnetwerken de kennisuitwisseling rond thema’s gerelateerd aan de re-integratie van zieke werknemers op een innovatieve manier versterken en verbreden. Ook is het belangrijk dat de kennisuitwisselingsactiviteiten en de (door)ontwikkeling van kennisnetwerken innovatief zijn en een duurzaam karakter krijgen.
Check ook de beoordelingscriteria voor relevantie en kwaliteit. Het is aan u om een opzet te kiezen en uit te werken zodat het past bij de oproeptekst. De commissie zal toetsen of zij de aanvraag passend vindt.
De doelgroep zijn niet alleen de partijen die actief zijn op het terrein van de re-integratie van zieke werknemers, zoals de arbeidsdeskundigen en bedrijfs- en verzekeringsartsen, maar ook bijvoorbeeld psychologen arbeid & gezondheid, arbeids- en organisatiedeskundigen, en HR-professionals en mogelijk ook professionals uit de curatieve sector.
Het gaat om thema’s gerelateerd aan de re-integratie van zieke werknemers, zoals preventie van frequent en langdurig verzuim. Denk hierbij aan secundaire preventie (gericht op kwaliteit van de arbeid ) bij organisaties met veel verzuim. Maar ook thema’s als positieve gezondheid, duurzame inzetbaarheid en het bevorderen van arbeidsparticipatie van mensen met een chronische aandoening kunnen aan de orde komen. Aandoeningen als post-COVID-19 en somatisch onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK) kunnen hierbij aandacht krijgen.
Bij de activiteiten staat kennisuitwisseling centraal.
Een aantal voorbeelden (deze lijst is niet uitputtend):
Het (door)ontwikkelen van kennisnetwerken dient te bestaan uit de ontwikkeling van een nieuw kennisnetwerk of het versterken en verbreden van een bestaand kennisnetwerk tussen professionals die actief zijn op het terrein van de re-integratie van zieke werkenden en professionals op aanpalende terreinen. Het netwerk moet rond een concreet doel/thema worden (door)ontwikkeld. Het netwerk kan zowel regionaal als landelijk worden georganiseerd en kan met een digitaal platform worden ondersteund.
In het (door) te ontwikkelen netwerk moeten relevante partijen met elkaar in gesprek kunnen komen, bijvoorbeeld door kennisoverdracht tussen disciplines, het bevorderen van interdisciplinaire samenwerking en het organiseren van gezamenlijke bij- en nascholing. Het doel hierbij is elkaars vakgebied beter leren kennen, de toegevoegde waarde van andere disciplines en aanknopingspunten voor samenwerking vinden.
Voor de coördinatie van het netwerk is een bestuur of voorzitter met een secretariaat nodig. Een belangrijke voorwaarde is dat deze coördinatie en de betrokkenheid van partijen gecontinueerd kan worden na de subsidieperiode.
Voor de kennisuitwisselingsactiviteiten dient de eventuele aansluiting bij lopende projecten en activiteiten in programmalijn 1 en programmalijn 2 van het Programma verbetering kwaliteit Poortwachtersproces te worden beschreven. Hierbij dient ook specifiek aandacht te worden besteed aan het voorkomen van doublures.
Voor de (door)ontwikkeling van kennisnetwerken is van belang dat - indien van toepassing - deze aansluiting wordt beschreven in relatie tot de afbakening van het kennisnetwerk.
Nieuwe professionals hebben in de regel nog geen breed netwerk binnen hun vakgebied. Het gaat in de regel om jonge professionals, maar ook om op latere leeftijd omgeschoolde professionals. Verder verstaan we hieronder ook taakgedelegeerden van de bedrijfsarts (bijvoorbeeld een praktijkondersteuner bedrijfsarts).
Een pré betekent dat bij meer honoreerbare aanvragen dan dat er budget is en bij een gelijke beoordeling deze aanvraag voorrang zal krijgen (zie ook het beoordelingsschema in de subsidieoproep bij 3.4)
1. Nederlandse onderzoeksorganisaties in de zin van het EU staatssteunrecht
2. Beroepsverenigingen
3. Kenniscentra, netwerkorganisaties, kennisplatforms , en vergelijkbare partijen, onder voorwaarde dat deze organisatie zich aantoonbaar bezighoudt met het thema van werk, inkomen en gezondheid
4. Onderzoeksbureaus, arbodiensten en onafhankelijke (communicatie)bureaus met netwerkexpertise.
De projectgroep omvat minimaal 2 partijen uit verschillende disciplines op het terrein van werk, inkomen en gezondheid: minimaal 1 van 3 beroepsverenigingen van arbeidsdeskundigen, bedrijfsartsen en verzekeringsartsen en minimaal 1 andere partij
Projectleiders van eerder gehonoreerde projecten binnen het programma Verbetering kwaliteit Poortwachtersproces worden speciaal opgeroepen projectvoorstellen in te dienen binnen de kaders van deze oproep die de resultaten van hun eerder gehonoreerde projecten helpen breder te delen en te borgen.
ZonMw hanteert hiervoor de definitie uit het Europese staatssteunrecht. De belangrijkste criteria vindt u hier
Bij een kennisplatform denken we bijvoorbeeld aan het Kenniscentrum Verzekeringsgeneeskunde (KCVG), het Kenniscentrum Arbeidsdeskundigen (AKC), de academische werkplaatsen op het thema Arbeid en Gezondheid, het Platform Arbeidsgerelateerde Zorg (RIVM) en Stichting Centrum Werk Gezondheid.
Een hoofdaanvrager dient de aanvraag bij ZonMw in. De bestuurlijk verantwoordelijke en hoofdaanvrager werken bij dezelfde organisatie en zij zijn de hoofdverantwoordelijke: zij dienen – namens alle partijen die betrokken zijn bij de aanvraag ook de gezamenlijke begroting in en ontvangen bij honorering de subsidie (die zij moeten verdelen over de betrokken partijen, conform de begroting). Dit wil niet zeggen dat de hoofdaanvrager degene is die het initiatief neemt en die het plan van aanpak bepaalt. Ook andere partijen kunnen initiatiefnemer zijn. De aanvraag dient door alle consortiumpartijen te worden onderschreven.
Bij honorering zal ZonMw een samenwerkingsovereenkomst van u vragen. Hiervoor verstrekt ZonMw een format. Voor meer informatie over de samenwerkingsovereenkomst verwijzen wij u naar de subsidieoproep.
Op de ZonMw website kunt u hier ook meer informatie over vinden op deze pagina. Daar staat ook een voorbeeld en een verkorte versie van samenwerkingsovereenkomst die u zou kunnen gebruiken. De subsidievoorwaarden staan hier. De hoofdaanvrager en mede-aanvragers zijn samen verantwoordelijk om hieraan te voldoen. In de samenwerkingsovereenkomst maakt u die afspraken formeel.
Nee, de looptijd van de projecten voor kennisuitwisselingsactiviteiten is maximaal 2 jaar en voor het (door)ontwikkelen van kennisnetwerken maximaal 2 jaar en 4 maanden. Het is dus zeker mogelijk om een project met een kortere looptijd, bijvoorbeeld 18 maanden, in te dienen en uit te voeren. Het aangevraagde budget dient wel overeen te komen met de looptijd van het project en de activiteiten die uitgevoerd gaan worden.
U hoort uiterlijk in oktober of uw aanvraag is gehonoreerd. Het project dient uiterlijk 1 januari 2024 te starten.
Bij het indienen van de uitgewerkte subsidieaanvraag kan een maximaal budget van €100.000,- worden toegekend voor het organiseren van kennisuitwisselingsactiviteiten en maximaal €200.000,- voor het (door)ontwikkelen van een kennisnetwerk.
In deze subsidieronde is €800.000,- beschikbaar voor maximaal 4 projecten voor kennisuitwisselingsactiviteiten en maximaal 2 projecten voor de (door)ontwikkeling van kennisnetwerken. Mochten bij het ene thema minder projecten worden gehonoreerd dan beoogd, dan is het mogelijk het resterende budget aan te wenden om extra projecten bij het andere thema te honoreren.
Bijdragen van derden in cash of in kind is geen vereiste, maar is wel een pré, waarbij de hoogte van de bijdrage wordt meegewogen. Dat wil zeggen dat bij teveel aanvragen met een gelijke beoordeling op relevantie en kwaliteit aanvragen met sponsoring hoger scoren op relevantie dan aanvragen zonder sponsoring.
ZonMw verstrekt geen subsidie als dit leidt of kan leiden tot het verlenen van onrechtmatige staatssteun . Wanneer ondernemingen (bijvoorbeeld bepaalde onderzoeksbureaus, arbodiensten) binnen deze subsidieronde aanspraak maken op subsidie, verstrekt ZonMw de subsidie onder de de-minimisverordening . Dat betekent dat er specifieke financieringsvoorwaarden en regels voor de begroting zijn. Daarnaast bent u verplicht om over bepaalde gegevens te verklaren. In de subsidieoproep vindt u meer informatie over de de-minimisverordening, evenals de vereisten van de de-minimisverordening waaraan moet worden voldaan.
Meer informatie over staatssteun vindt u op de ZonMw-webpagina Vrijstellingverordeningen staatssteun.
Dinsdag 16 mei om 14.00 uur wordt de oproep gesloten. Hierna kan geen aanvraag meer ingediend worden.
Ons advies: Begin op tijd met de registratie in Mijn ZonMw en vergeet de verplichte bijlagen niet te uploaden. Zie onderaan dit bestand meer vragen en antwoorden over het systeem van Mijn ZonMw.
De hoofdaanvrager dient de subsidieaanvraag in Mijn ZonMw in
U kunt het ook zelf uit MijnZonMw halen door een word document te maken van het formulier.
Zie: https://www.zonmw.nl/nl/veelgestelde-vragen/algemeen/
Zie: https://www.zonmw.nl/nl/veelgestelde-vragen/subsidie/
Disclaimer: Wij benadrukken met klem dat de oproep met de daarin gestelde criteria altijd leidend zijn voor de beoordeling van uw project.
Disclaimer: De commissieleden zullen de aanvragen beoordelen op relevantie en kwaliteit. Uiteindelijk zal de commissie adviseren welke projecten gehonoreerd zullen worden. ZonMw neemt dat advies over in een besluit.