The effect of a PACE intervention conducted in general practice on determinants and levels of physical activity: a randomized trial.

De gezondheidswaarde van een lichamelijk actieve leefstijl wordt tegenwoordig algemeen onderkend. Deze stelling wordt mede ondersteund door een groot aantal ‘consensus statements’ van o.m. de Amerikanse Surgeon General en het Centers of Disease Control. Regelmatige lichamelijke activiteit vermindert de kans op sterfte en met name de kans op sterfte ten aanzien van hart- en vaatziekten. Om gezondheidskundig voordeel te ontlenen aan de lichamelijke actieve leefstijl wordt aanbevolen dagelijks, doch tenminste 5 dagen per week, in aanvulling op het rustmetabolisme, 200 kilocalorieën te verbranden door het uitvoeren van tenminste middelzware lichamelijke activiteit gedurende ongeveer 30 minuten per dag, waarbij het niet uitmaakt of men deze activiteit in 1 keer uitvoert dan wel verspreid over de dag. Recent onderzoek in Nederland laat zien dat slechts 23% van de bevolking 3x per week gedurende 20 minuten per keer lichamelijk actief is. Lichamelijke inactiviteit is derhalve in Nederland een groot gezondheidsprobleem. Er is echter weinig bekend op welke manier een lichamelijke actieve leefstijl bevorderd kan worden. In de Verenigde Staten is onlangs een interventiemethode ontwikkeld om mensen aan te zetten tot zo’n lichamelijke actieve leefstijl. Deze interventie, ‘Physician-based Assessment and Counseling of Exercise (PACE)’, vindt plaats vanuit de eerste lijnsgezondheidszorg, c.q. de huisartsenpraktijk. De doelstelling van het aangevraagde project is het evalueren van de effectiviteit van een aan de Nederlandse situatie aangepaste versie van PACE.