Mobiele menu

Effectiveness and cost-effectiveness of the Communities on the Move program.

Projectomschrijving

Communities in Beweging: vooral het plezier in bewegen werkt

Vraagstuk

De interventie Communities in Beweging van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (tegenwoordig Kenniscentrum Sport) stimuleert mensen met een lage sociaaleconomische status en beweegachterstand om meer en regelmatig te bewegen. De aanpak kent zeven werkprincipes, waaronder participatie, plezier in bewegen, aandacht voor het groepsproces en intersectorale samenwerking.

Onderzoek

In dit project is de effectiviteit – en de mechanismen die hierop van invloed zijn – geëvalueerd van zes Communities-beweegprogramma’s met in totaal negentien beweeggroepen en 268 deelnemers.

Uitkomst

Buurtgerichte beweegprogramma’s helpen sociaal kwetsbare groepen om te blijven bewegen, niet zozeer om dat meer te doen. Deelnemers doen vooral mee voor hun plezier en willen ook best een bescheiden contributie betalen. Dat beweegprogramma’s langdurig bestaan, komt doordat betrokkenen passie hebben voor sport en bewegen, toegewijd zijn aan sociaal kwetsbare groepen en dialoog en reflectie stimuleren.

Producten

Titel: Kosten en baten van buurtgerichte beweegprogramma’s, gezien vanuit de beleidsperspectieven sport, welzijn en gezondheidsbevordering.
Titel: Dynamisch Delfshaven brengt beweging in Post West & De Schans; tussentijdse rapportage effectonderzoek Communities in Beweging 2012-2013.
Titel: Wat werkt voor wie in de praktijk van meer bewegen met lage ses groepen … Communities in Beweging onder de loep.
Titel: Verslag van de informatiesessie over het 4 jarig onderzoekstraject naar (kosten)effectiviteit van Communities in Beweging, 24 april 2012, Ede.
Titel: De Beweegtuin brengt beweging in de Leonardusbuurt; tussentijdse rapportage effectonderzoek Communities in Beweging 2012-2013.
Titel: Wijkgerichte ketenaanpak brengt Beweging in ‘t Spoor; tussentijdse rapportage effectonderzoek Communities in Beweging 2012-2013.
Titel: Bewegende communities bieden kansen, voor iedereen’.
Titel: Validiteit vragenlijst effectonderzoek Communities in Beweging: Een goed alternatief ontbreekt.
Titel: Communities in Beweging.
Titel: Een onderzoek naar hoe de effecten van de CiB aanpak het beste kunnen worden gemeten vanuit een economische invalshoek.
Titel: Literatuuronderzoek naar economische evaluatie.
Titel: Communities in Beweging: Onderzoek naar een geschikte methode om de effecten van Communities in Beweging op groepsniveau inzichtelijk te maken.
Titel: Reden van uitval bij Communities in Beweging.
Titel: Een instrument voor het monitoren van sociale netwerken.
Titel: QALYs and Community-Based HEPA Programs: A reflection on the use of the QALY in the light of a new definition of health.
Titel: Health-Related Quality of Life, Self-Efficacy and Enjoyment Keep the Socially Vulnerable Physically Active in Community-Based Physical Activity Programs: A Sequential Cohort Study
Auteur: Herens, Marion, Bakker, Evert Jan, van Ophem, Johan, Wagemakers, Annemarie, Koelen, Maria
Magazine: SpringerPlus
Titel: Welke factoren zijn van invloed op duurzaam beweeggedrag bij vrouwen van niet-westerse herkomst?
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Besten H den, Bernaards, C.
Magazine: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen
Titel: Strengthening sense of coherence: Evidence from a physical activity intervention targeting vulnerable adults.
Auteur: Thompson K, Herens M, Ophem J van, Wagemakers A
Magazine: Preventive Medicine
Titel: Werkzame elementen van erkende interventies en kwaliteit van het interactieproces gaan hand in hand.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L.
Magazine: Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen
Titel: The value of the participatory network mapping tool to facilitate and evaluate coordinated action in health promotion networks: two Dutch case studies.
Auteur: Wijenberg E, Wagemakers A, Herens M, Hartog F den, Koelen M.
Magazine: Global Health Promotion
Titel: Exploring participant appreciation of group-based principles for action in community-based physical activity programs for socially vulnerable groups in the Netherlands.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Koelen MA.
Magazine: BMC Public Health
Titel: Promotieonderzoek bevestigd nog eens de kernwaarde van MBvO. Marion Herens: “Beweegleiders zijn blij met de wetenschappelijke onderbouwing”
Auteur: Kroes, G.
Magazine: Oudfit
Titel: Predictors of willingness to pay for physical activity of socially vulnerable groups in community-based programs.
Auteur: Herens, M, Ophem J van, Wagemakers A, Koelen MA.
Magazine: SpringerPlus
Titel: Contexts, Mechanisms, and Outcomes That Matter in Dutch Community-Based Physical Activity Programs Targeting Socially Vulnerable Groups
Auteur: Herens, M., Wagemakers, A., Vaandrager, L., van Ophem, J., Koelen, M.
Magazine: Evaluation & the Health Professions
Titel: Promotieonderzoek bevestigd nog eens de kernwaarde van MBvO. Marion Herens: “Beweegleiders zijn blij met de wetenschappelijke onderbouwing”
Auteur: Kroes, G.
Magazine: Oudfit
Titel: Health-related quality of life, self-efficacy and enjoyment keep the socially vulnerable physically active.
Auteur: Herens M, Bakker EJ, Ophem J van, Wagemakers A, Vaandrager L, Koelen M.
Auteur: Koelen M, Vaandrager L, Wagemakers A
Auteur: Lepoutre N, Ophem J, Herens M, Wagemakers A, Koelen M.
Titel: Dutch CPHEPA programs: contexts, mechanisms and outcomes that matter.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Van Ophem J, Koelen MA.
Auteur: Wielinga E, Herens M.
Titel: Communities in Beweging Onderzoek effectiviteit en kosteneffectiviteit.
Titel: Tackling Physical Activity Inequalities: the promise of community based health enhancing physical activity programs.
Auteur: Wagemakers A, Herens M.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Ophem J van, Koelen M.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Besten LAA den, Bernaards CM, Koelen M, Vaandrager L, Ophem JAC van.
Titel: Dutch CPHEPA programs: Contexts, mechanisms and outcomes that matter.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Van Ophem J, Koelen MA.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Ophem J van, Koelen M.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Van Ophem J, Koelen M.
Auteur: Schuitemaker S, Herens M, Vaandrager L, Wagemakers A.
Titel: Factors for physical activity maintenance in socially disadvantaged groups in the Netherlands.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Van Ophem J, Koelen MA.
Titel: Wat willen mensen in buurtgerichte beweegprogramma’s betalen voor sport en bewegen? Resultaten van een ‘willingness to pay’ studie.
Auteur: Ophem JAC van, Herens M, Wagemakers A, Koelen MA.
Auteur: Wagemakers A, Herens M, Berg M van den, Ophem J van, Koelen M.
Titel: Communities in Beweging Onderzoek effectiviteit en kosteneffectiviteit.
Titel: Participant views on principles for action in Dutch community-based physical activity programs.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L, Koelen MA.
Auteur: Dierx J, Boonekamp G, Herens M.
Titel: Buurtgerichte beweegprogramma’s: veelbelovend voor activeren van sociaal kwetsbare groepen, maar hoe zit het met evaluatie?
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Van Ophem J.
Auteur: Herens M, Wagemakers A, Vaandrager L. Koelen M.
Titel: Vragenlijst Bewegen, Sport en Gezondheid in de Buurt.
Titel: Slotbijeenkomst CiB.
Auteur: Herens, M. Wagemakers A.
Titel: De rol van Sense of Coherence in de relatie tussen bewegen en gezondheid.
Auteur: Imminkhuizen, M.
Titel: Beweegprogramma in buurt bereikt laagopgeleiden.
Auteur: Janssen, A.
Titel: Promoting physical activity in socially vulnerable groups. A mixed method evaluation in multiple community-based activity programs.
Auteur: Herens M.

Verslagen


Eindverslag

De interventie Communities in Beweging (CiB) van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) (tegenwoordig Kenniscentrum Sport) stimuleert mensen met een lage sociaal economische status en beweegachterstand om meer en regelmatig te bewegen. De aanpak bestaat uit zeven werkprincipes: sociale netwerkbenadering, participatie, plezier in bewegen, aandacht voor het groepsproces, betrekken van sociale en fysieke omgeving, intersectorale samenwerking en structurele inbedding.
Het vierjarig onderzoeksproject had tot doel buurtgerichte beweegprogramma’s zoals CiB te evalueren in en met de praktijk. Er is gewerkt met een ‘mixed methods’ design om effecten te meten en om inzicht te krijgen in de mechanismen die hierbij een rol spelen. Zeven locaties met buurtgerichte beweegprogramma’s hebben meegedaan aan het onderzoek: Helmond, Tilburg, Amsterdam, Rotterdam, Hengelo/Enschede en Den Haag met in totaal 19 beweeggroepen.
Onderzoeksactiviteiten op de verschillende niveaus waren:
1. Afname van vragenlijsten over gezondheids- en beweeggedrag en bereidheid tot investeren in termen van tijd en geld bij deelnemers van beweegprogramma’s (individuele niveau). 268 deelnemers hebben de T0 vragenlijst ingevuld, 151 deelnemers de T1 vragenlijst (follow-up bereik 56%), 145 deelnemers de T2 vragenlijst (54%) en 129 deelnemers de T3 vragenlijst (48%) (zie bijlage).
2. Operationaliseren en meten van principes van buurtgerichte beweegprogramma’s zoals stimuleren van groepsdynamische processen, actieve participatie en plezier op basis van literatuuronderzoek en focus groep gesprekken met 10 groepen (groepsniveau).
3. Mechanismen en de context in kaart brengen: organisatie, intersectorale samenwerking, inbedding, leerervaringen door diepte interviews met beweegleiders en groepsbegeleiders van alle locaties (programmaniveau).

De belangrijkste bevindingen uit het project zijn:
• Buurtgerichte beweegprogramma’s die stand houden, helpen sociaal kwetsbare groepen om te blijven bewegen en daarmee een bijdrage leveren aan het terugdringen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. Mensen die bereikt worden zijn niet noodzakelijkerwijs inactieve mensen.
• Buurtgerichte beweegprogramma’s gedijen bij stakeholders met een passie voor sport en bewegen, die toegewijd zijn aan sociaal kwetsbare groepen.
• Mensen uit sociaal kwetsbare groepen doen vooral mee met buurtgerichte beweegprogramma’s voor hun plezier. Ze willen daar een bescheiden contributie voor betalen. Dit vraagt bij de organisatie van buurtgerichte beweegprogramma’s om een dienstverleningsperspectief .
• Vooral het matchen van een combinatie van specifieke interventies op meerdere niveaus is belangrijk bij buurtgerichte beweegprogramma’s.
• Een belangrijk mechanisme voor duurzame beweegprogramma’s is experimenteel leren op de verschillende niveaus. Dialoog en reflectie ondersteunt dit leren.
• Het stimuleren van groepsdynamische processen blijkt een overkoepelend en voorwaardelijk principe voor het creëren van het plezier en de actieve participatie. Beiden zijn nodig voor de ontwikkeling van eigenaarschap onder deelnemers voor het functioneren van de beweeggroep en voor het volhouden van het eigen beweeggedrag. Een professionele, competente en responsieve beweegleider speelt een sleutelrol in de organisatie en het behoud van buurtgerichte beweegprogramma’s.
• Lokale buurtgerichte beweegprogramma’s zijn afhankelijk van de context en bijbehorende dynamiek. Voor verduurzaming van beweeginitiatieven is het inspelen en reageren op een voortdurend veranderende context cruciaal.

Voor onderzoek:
• CiB is een multilevel interventie – gebaseerd op een ecologisch perspectief, in samenwerking uitgevoerd, ingebed in lokale culturen en structuren, en gericht op individuele én collectieve capaciteitsontwikkeling. De toegevoegde waarde van dit onderzoek, is dat naast effecten ook mechanismen en leeruitkomsten zijn meegenomen.
• Verschillende soorten bewijs, verzameld in verschillende case studies e

De interventie Communities in Beweging (CiB) van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) stimuleert mensen met een lage sociaal economische status en beweegachterstand om meer en regelmatig te bewegen. De aanpak bestaat uit zeven werkprincipes: sociale netwerkbenadering, participatie, plezier in bewegen, aandacht voor het groepsproces, betrekken van sociale en fysieke omgeving, intersectorale samenwerking en structurele inbedding.

Het vierjarig onderzoeksproject heeft tot doel de effectiviteit en kosteneffectiviteit van CiB te evalueren. (Kosten)Effectiviteit van CiB en mechanismen die daar in een rol spelen worden op drie niveaus onderzocht:
1. individuele niveau: gezondheids- en beweeggedrag;
2. groep niveau: groepsbinding, participatie en plezier;
3. programma niveau: organisatie, intersectorale samenwerking, inbedding, leerervaringen, context.

Het onderzoek wordt uitgevoerd door de leerstoelgroep Gezondheid en Maatschappij van de Wageningen Universiteit. NISB werft, onderhoudt contacten met locaties en verzorgt op verzoek van locaties trainingen om de implementatie van CiB te faciliteren.

In 2014 zijn zeven organisaties betrokken in het onderzoek, die beweeggroepen hebben in verschillende gemeenten. Eind 2014 zijn in totaal 19 groepen betrokken in het onderzoek. In deze groepen zijn doorlopend gegevens verzameld op het individuele, groeps-, en programmaniveau:
• Op individueel niveau worden T0, T1, T2 en T3 metingen uitgevoerd in 19 groepen in vier cohorten. Voor alle cohorten is de T1 vragenlijst ingevuld, totaal 151 deelnemers (follow-up bereik 56%). De T2 en T3 metingen zijn voor cohorten één en twee afgerond. In 2015 worden de laatste metingen gedaan.
• Op groepsniveau zijn de werkprincipes van CiB onderzocht in tien groepen.
• Op het programma niveau zijn met beweegleiders en groepsbegeleiders diepte-interviews gehouden en is de tijdlijnmethode en de Coordinated Action Checklist toegepast.

Wetenschappelijke producten in 2014 zijn:
• Artikel over factoren van invloed op duurzaam beweeggedrag bij vrouwen van niet-westerse herkomst. Geaccepteerd door Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG 93(1), 2015).
• Drie abstracts (mondelinge presentaties) op (inter-)nationale congressen.
• Interview protocol voor focusgroep gesprekken over werkprincipes participatie, plezier en aandacht voor groepsproces.
• Vier onderzoeksrapporten.

Samenvatting van de aanvraag

This research project aims to study the effectiveness and cost-effectiveness of the Communities on the Move program (CiB) of the Netherlands Institute for Sport and Physical Activity (NISB). The aim of CiB is to stimulate exercise in low SES (Socio Economic Status) groups that lack physical activity. NISB supports local organizations to collaborate and to address low SES groups not reached by other programs. CiB is implemented in 37 municipalities, reaching over 100 low SES groups. CiB consists of a collection of health promotion instruments based on participation and collaboration. CiB fits into the ZonMW ‘Preventieprogramma 4’ because it addresses low SES groups, promotes physical activity and is implemented nationwide. The theoretical foundation of CiB has been certified by a Dutch expert panel of the Centre of Healthy Living. The research project contributes to the search for more evidence based programs targeting low-SES groups where substantial health gains can be achieved. The CiB health promotion intervention affects three impact levels: the individual health and well-being, the program level that includes national and local organizations, and the wider community. Therefore, the (cost-) effectiveness needs to be addressed at the three levels of impact. This research project addresses the following research questions: 1. At the individual level, what is the effectiveness of CiB with respect to physical activity and habitual behaviour, physical health, quality of life and life satisfaction? 2. At the program level, what mechanism explain the successes and failures of CiB for different low SES groups and how can these be addressed to support nationwide implementation of CiB? 3. At the community level, what is the mutual relationship of CiB with community participation and social capital in general? 4. At the individual, program and community level, how can results be interpreted in terms of costs and benefits for CiB and what combination of economic valuation methods and tools is most appropriate to evaluate a community-program such as CiB on cost-effectiveness? Data are collected at four points in time at the three levels of impact before (t0) and 6 (t1), 12 (t2) and 18 months (t3) after the start of a local CiB program. Data will be collected through questionnaires, interviews, document analysis and focus groups. The data will be gathered for 16 local CiB programmes and involve about 240 respondents. In analysing the qualitative data the Atlas program will be used, while the survey data will be analysed using appropriate cohort analysis techniques. This research project is innovative in two ways: 1. It assesses (cost-) effectiveness at the individual, program and community level of CiB comprehensively. 2. It creates a win-win situation at the program and community level as both research and practice benefit. Research activities will be part of the intervention in such a way that change is facilitated and learning processes are stimulated. Results will be fed back into the program immediately in order to undertake subsequent action. In addition to evidence on effectiveness, this research project facilitates wider implementation of CiB on both the national and local level. The deliverables of this research project are a report about the (cost-) effectiveness of CiB, an improved manual for community programs addressing different low SES groups, guidelines for research and practice and a PhD thesis consisting of peer reviewed articles. Knowledge transfer of this research project and its results is guaranteed by the involvement of stakeholders, consultation of Dutch experts in the field of health promotion, presentations at (inter-) national networks and conferences and inclusion in the curricula of university and European teaching programs. If CiB turns out to be (cost)effective it will be put forward for certification as evidence-based by the Dutch Centre of Healthy Living (CGL).

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
200130010
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2012
2016
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. ir. M.A.E. Wagemakers
Verantwoordelijke organisatie:
Wageningen Universiteit