Mobiele menu

Development of a prediction model for the early identification of Specific Language Impairment (SLI) [Ontwikkeling van een predictiemodel voor vroegtijdig opsporen van specifieke taalstoornissen]

Projectomschrijving

Eén van de doelen van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is het vroegtijdig herkennen van taalproblemen bij kinderen. Een specifieke taalstoornis treedt op wanneer er naast een afwijkende of vertraagde taalontwikkeling geen sprake is van andere aandoeningen. De gezondheidswinst van tijdige signalering bestaat o.a. uit een betere prognose voor het kind en in het geven van meer handelingsopties (bijv. voorschoolse educatie) aan de ouders.

Het Van Wiechen Onderzoek (VWO) wordt gebruikt door de JGZ voor het volgen de communicatieve ontwikkeling van 0-4 jr. Hoofddoel van dit project is de ontwikkeling van een instrument gebaseerd op álle VWO communicatiekenmerken voor de tijdige herkenning specifieke taalstoornissen. Het instrument maakt ook gebruik van achtergrondgegevens van kind en ouders.

Het instrument is bedoeld als hulpmiddel voor JGZ. Het is niet de bedoeling dat het wordt ingezet als een “mechanische” screening, ook het oordeel van de professional blijft belangrijk.

Producten

Titel: Oral Presentation: Early detection of Specific Language Impairment using developmental language milestones
Link: http://eusuhm2013.org.uk/
Titel: Mondelinge presentatie: Vroegsignalering van een primaire taalstoornis ?op basis van het Van Wiechenonderzoek
Titel: Mondelinge presentatie: Vroegsignalering van een primaire taalstoornis op basis van het Van Wiecheninstrument
Titel: PreT study: Prediction model for Language Disorders
Titel: Scholing Taal nav implementatie handreiking “uniforme signalering van taalachterstanden bij jonge kinderen”
Titel: Poster: Early detection of Specific Language Impairment using developmental language milestones
Titel: Oral Presentation: Early detection of Specific Language Impairment using Developmental Language milestones

Verslagen


Eindverslag

Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) maken gebruik van taalmijlpalen om de taalontwikkeling van een kind te bepalen, maar er is slechts weinig bekend over de voorspellende eigenschappen van deze taalmijlpalen. Het belangrijkste doel van dit onderzoek was om een predictiemodel (oftewel “voorspelmodel”) te ontwikkelen dat gebruikt kan worden in de JGZ voor het zo vroeg mogelijk signaleren van een primaire taalontwikkelingsstoornis.
In de JGZ wordt de ontwikkeling van kinderen tussen 0 en 4 jaar gevolgd met het Van Wiechenonderzoek. Voorbeelden van taalmijlpalen die in dit onderzoek zijn opgenomen zijn: "Zegt zinnen van 2 woorden" op de leeftijd van 2 jaar en "Noemt zichzelf bij eigen naam of "ik"" op de leeftijd van 2 ½ jaar. Voor ons onderzoek hebben we gebruik kunnen maken van gegevens uit de JGZ dossiers van 253 kinderen die een primaire taalstoornis hebben (i.e., kinderen die nu speciaal onderwijs volgen en voldoen aan de zogenoemde ESM criteria) en van 253 kinderen zonder taalstoornis (i.e., die nu regulier basisonderwijs volgen). Beide groepen kinderen hebben we met elkaar vergeleken ten aanzien van het wel of niet behalen van de taalmijlpalen op de bijbehorende leeftijd (tussen 1 maand en 4 jaar) en op perinatale - en achtergrondkenmerken. De voorspellende eigenschappen werden bepaald met behulp van logistische regressie analyse.
Uit de resultaten blijkt dat een predictiemodel met de taalmijlpalen van 2 en van 2 ½ jaar goede voorspellende eigenschappen had. Dit was het vroegst mogelijke moment waarop kinderen met een primaire taalstoornis konden worden gesignaleerd. De perinatale- en achtergrondfactoren konden de voorspellende eigenschappen van het model niet verbeteren.
Voor de JGZ praktijk betekent dit dat bij kinderen die de taalmijlpalen van het van Van Wiechen-onderzoek op de leeftijd van 2 en 2 ½ jaar niet halen, uitgebreider onderzoek zeer wenselijk is. Een verwijzing naar een audiologisch centrum voor verdere diagnostiek van de spraaktaalontwikkeling moet dan nadrukkelijk worden overwogen. Een aandachtspunt voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek is het ontwikkelen van verwijsregels op de leeftijd van 3 en 3,9 jaar, gericht op kinderen die nog niet uitvallen op de taalmijlpalen op 2 en 2 ½ jaar.

In het eerste jaar van dit onderzoek concentreerden de werkzaamheden zich voornamelijk op de dataverzameling. We hebben de volgende gegevens verzameld:
1) Testgegevens rondom indicatie voor speciaal onderwijs (cluster 2) van 286 kinderen die in 2012 dit type onderwijs volgden.
2) gegevens op gebied van familie-historie en meertaligheid van 222 van deze kinderen (respons is 78%), gerapporteerd door de ouders mbv. een korte vragenlijst.
3) achtergrondgegevens en de Van Wiechen kenmerken van 508 kinderen, uit dossiers van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ). Het gaat hierbij om 254 van bovengenoemde speciaal onderwijs kinderen en 254 kinderen die regulier basisonderwijs volgden. Deze kinderen zijn paarsgewijs gematcht op geboortedatum en geslacht.

De meeste gegevens zijn inmiddels ingevoerd. De uitdaging is nu om met behulp van deze gegevens een bruikbaar en accuraat instrument te ontwikkelen om, binnen de JGZ, kinderen met een specifieke taalstoornis vroegtijdig te herkennen.

Samenvatting van de aanvraag

Eén van de doelen van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is het vroegtijdig herkennen van taalproblemen bij kinderen. Een specifieke taalstoornis treedt op wanneer er naast een afwijkende of vertraagde taalontwikkeling geen sprake is van andere aandoeningen. De gezondheidswinst van tijdige signalering bestaat o.a. uit een betere prognose voor het kind en in het geven van meer handelingsopties (bijv. voorschoolse educatie) aan de ouders.

Het Van Wiechen Onderzoek (VWO) wordt gebruikt door de JGZ voor het volgen de communicatieve ontwikkeling van 0-4 jr. Hoofddoel van dit project is de ontwikkeling van een instrument gebaseerd op álle VWO communicatiekenmerken voor de tijdige herkenning specifieke taalstoornissen. Het instrument maakt ook gebruik van achtergrondgegevens van kind en ouders.

Het instrument is bedoeld als hulpmiddel voor JGZ. Het is niet de bedoeling dat het wordt ingezet als een “mechanische” screening, ook het oordeel van de professional blijft belangrijk.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
200320016
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2013
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. P.H. Verkerk
Verantwoordelijke organisatie:
TNO