Mobiele menu

Active living: physical activity as a daily habit for primary school children through adaptations in social and physical environment

Projectomschrijving

Active Living: fysieke en sociale beweegprikkels op de basisschool

Vraagstuk

Active Living wil beweeggedrag bevorderen bij basisschoolleerlingen. Dat gebeurt via aanpassingen in de fysieke en sociale omgeving op en rondom scholen. De domeinen zijn ‘actief transport’, ‘beweging op school’ en ‘beweging in de vrije tijd’. Het programma is in het schooljaar 2012-2013 geïmplementeerd op tien basisscholen in Zuid-Limburg, gelegen in wijken met een lage sociaaleconomische status. Wat is het effect?

Onderzoek

Ruim 1.300 kinderen van groep 6 en 7 en hun ouders vulden vragenlijsten in. Daarnaast hebben ongeveer 800 kinderen een acclerometer en 140 kinderen een gps-meter gedragen om hun activiteit te meten.

Uitkomst

Omgevingsinterventies zoals die van Active Living moeten in substantiële aantallen worden aangeboden om effect te hebben. Alleen bij voldoende beweegprikkels in de fysieke en/of sociale omgeving worden kinderen actiever en minder sedentair. Het gecombineerd aanbieden van fysieke en sociale omgevingsinterventies (bijvoorbeeld leraren die meedenken over beweegspellen tijdens de pauze) leidt tot de meeste beweegwinst.

Producten

Titel: Play equipment, physical activity opportunities, and children’s activity levels at childcare.
Auteur: Gubbels, J.S., Van Kann, D.H.H. & Jansen, M.W.J.
Magazine: Journal of Environmental and Public Health

Verslagen


Eindverslag

Active Living is een school gecentreerde interventie die beweging bij basisschoolleerlingen beoogde te bevorderen door aanpassingen door te voeren in de fysieke en sociale omgeving op en rondom basisscholen. Beweegstimulering diende te worden gerealiseerd binnen de beweegdomeinen ‘actief transport’, ‘beweging op school’ en ‘beweging in de vrije tijd’. Active Living is vanaf schooljaar 2012-2013 geïmplementeerd op 10 basisscholen in Zuid-Limburg, gelegen in wijken met een lage sociaaleconomische status. De effectstudie naar Active Living werd uitgevoerd middels een longitudinaal, quasi-experimenteel onderzoeksdesign. Alle 10 interventiescholen werden gekoppeld aan een soortgelijke controle school die niet binnen een straal van 800 meter rondom de interventieschool lag. In het najaar van 2012 heeft de nulmeting plaatsgevonden. Tijdens deze meting hebben ruim 1300 kinderen van groep 6 en 7 en hun ouders een vragenlijst ingevuld. Daarnaast hebben ongeveer 800 kinderen een accelerometer gedragen en 140 kinderen een GPS meter. Deze metingen zijn herhaald in het voorjaar van 2013 en 2014. In 2015 heeft nog een extra nameting plaatsgevonden onder de kinderen die in het schooljaar ’12-’13 in groep 6 zaten.

Het project Active Living is inmiddels 2 jaar geleden gestart op 21 basisscholen in Zuid-Limburg. Tien van deze scholen waren interventiescholen waar door middel aanpassingen in de fysieke en sociale omgeving van de school en buurt geprobeerd is het beweeggedrag van kinderen positief te beïnvloeden. De overige scholen dienden als controle scholen. Inmiddels zijn alle geplande interventies uitgevoerd, denk hierbij bijvoorbeeld aan de realisatie van beweegvriendelijke(re) schoolpleinen, een veilige schoolroute naar school en een buitenschools beweegaanbod. Tevens heeft afgelopen jaar het grootschalige beweegevenement ‘Active Living Spelen’ plaatsgevonden, waarbij alle interventieschool een hele dag een veelvoud aan sporten en beweegactiviteiten hebben uitgevoerd.
Het project bestond uit 3 meetmomenten, waarvan de laatste voor zomervakantie 2014 is afgerond. Gedurende de 2 jaar dat Active Living op de scholen heeft gelopen, is geen school afgehaakt en is er evenmin een groot verlies van deelnemers waargenomen. Tijdens het laatste meetmoment hebben 1320 kinderen een vragenlijst ingevuld en daarvan hebben 780 ouders (59%) ook weer een vragenlijst ingevuld. Van deze kinderen hebben er ook 740 (56%) een beweegmeter gedragen en daarvan hebben 527 kinderen (71% van gedragen beweegmeters) eveneens een GPS-meter gedragen. Komende periode worden deze data geanalyseerd en zullen de resultaten van de effectiviteit van de interventies op het beweeggedrag van kinderen bekend worden. Het project Active Living zal ook komend jaar worden doorgevoerd op de scholen, waarbij de controle scholen nu als eerste de kans krijgen om een interventieschool te worden, met andere woorden; een school waar de omgeving beweegvriendelijk wordt ingericht.

Samenvatting van de aanvraag

The primary goal of proposed study is to increase daily moderate to vigorous activity of elementary school children living in deprived urban neighborhoods. This is important because less than a quarter of Dutch youth meet minimal (60 minutes) dose of daily physical activity. In deprived neighborhoods percentages are even lower. Physical inactivity at young age leads to risk factors (i.e. overweight) for chronic diseases in the population. All the more reason to encourage young people to take part in sufficient physical activity. Thereby strategies that aim sustained, efficient and effective improvement of physical activity levels in children are needed. There is growing interest in the role of the physical and social environment on physical activity. Until recently attention tended to focus manly on influencing behavior by providing information and promoting participation in sport. The focus of research has shifted from individual-oriented determinants of physical activity toward environmental-oriented determinants. The conviction is steadily gaining ground that changes in the physical environment with support from the social environment and municipality can indeed lead to changes in physical activity. The proposed study focuses on increasing physical activity level and thereby improving healthy lifestyle of elementary school children, situated in deprived neighborhoods through alteration in physical and social environment aiming at changes in 1. active mobility pattern of children 2. increasing physical activity at school and 3. increasing physical activity during leisure time. At school level a working-group will discuss the possibilities and prioritize two actions. The working-group will be supported by a supervisory group of experts. The environmental situation in and around school will be the input for further discussion about the activities to be undertaken. Schools in deprived areas are selected. The action plan must fit to the school priorities. Parents and teachers as well as policy makers from different municipality departments will be involved. The intervention is carried out by school and, if proven successful, it will be embedded in the GGD-Schoolbeat structure, including collaboration with Neighborhood, Education and Sport, (In Dutch: BOS). In this way the interventions are made part of the school health programs and embedded in a routine working structure between the Regional Public Health Service (GGD) and schools. The primary outcome measure of this study is the percentage of elementary school children meeting the National Guideline for Physical Activity (in Dutch: NNGB) and the Fitnorm. These will be calculated from objective measurements with accelerometers, and GPS monitors combined with data from questionnaires, observation of children’s activities (SOFIT) and neighborhood characteristics. Secondary outcome measures include factors related to physical activity, health and other characteristics thought to influence physical activity.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
200130003
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2015
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. S. Mujakovic
Verantwoordelijke organisatie:
Maastricht Universitair Medisch Centrum+