Mobiele menu

Kwaliteit van crisisbestrijding bij infectieziekten: hoe te meten?

Projectomschrijving

Wanneer een infectieziekte ons land bedreigt, moet deze snel en goed worden bestreden, zodat zo min mogelijk Nederlanders besmet en ziek worden. Bij uitbraken van ernstige of erg besmettelijke infectieziekten ?zoals recentelijk de Mexicaanse griep? is het Outbreak Management Team (OMT, het Nederlandse adviesteam op het gebied van infectieziekten) verantwoordelijk voor het geven van bestrijdingsadviezen aan verschillende organisaties: GGDen, GHORen, huisartsen, ziekenhuizen, en laboratoria. Tijdens de crisisbestrijding is het belangrijk dat deze organisaties de kwaliteit van de bestrijding meten en waar nodig bijsturen. Totnogtoe zijn er echter geen meetinstrumenten beschikbaar om die kwaliteit van de bestrijding te meten.

In dit onderzoek worden zogenaamde ‘kwaliteitsindicatoren’ ontwikkeld om de kwaliteit van de bestrijding meetbaar te maken. Voor het opstellen van deze kwaliteitsindicatoren raadplegen we de literatuur, waaronder de OMT adviezen. Vervolgens beoordelen experts van de GGD en de GHOR samen of de voorgestelde maten relevant zijn voor de kwaliteit van de crisisbestrijding. Deze experts hebben verschillende achtergronden, maar zijn allen bekend met het proces van crisisbestrijding.

Producten

Titel: Selection of key recommendations for quality indicators describing good quality outbreak
Auteur: Evelien Belfroid, Jeannine LA Hautvast, Mirrian Hilbink, Aura Timen and Marlies EJL Hulscher

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

ACHTERGROND Om de bestrijding van infectieziektecrises effectief te laten verlopen, is het noodzakelijk dat de adviezen van het Outbreak Management Team (OMT) direct en uniform worden geïmplementeerd in de praktijk, passend binnen de regionale en lokale crisisstructuur en binnen de huidige wetgeving. Dankzij de wetgeving en de hieruit voortvloeiende plannen, convenanten en draaiboeken wordt met alle ketenpartners een belangrijke stap gezet in de uniformering van de crisisaanpak. Praktijkevaluaties van recente crisissituaties laten grote variatie zien in de implementatie van crisisadviezen en dus in de aanpak van de bestrijding. Nederlandse bestrijdingsprofessionals geven aan belemmeringen te ervaren in de uniforme aanpak van de bestrijding. Door kwaliteitsindicatoren voor het monitoren van de bestrijding van infectiecrises te ontwikkelen en op te nemen in een evaluatiesysteem, kan een deel van deze in de praktijk gesignaleerde belemmeringen weggenomen worden. Indicatoren omschrijven ‘wie’ ‘wat’ ‘wanneer’ ‘op welke wijze’ ‘bij wie’ moet verrichten om, in dit geval, crises optimaal te bestrijden. Om als oplossing voor de gesignaleerde belemmeringen in de praktijk te fungeren, moeten de te ontwikkelen indicatoren gemakkelijk terug te vinden zijn in de crisisadviezen en helder en dwingend formuleren welke aanpak er verwacht wordt van de verschillende betrokken professionele groepen. Tevens moeten ze -als zijnde de belangrijkste te monitoren bestrijdingsmaatregelen- opgenomen worden in evaluatiesystemen. DOELSTELLING Het doel van voorliggende studie is: het ontwikkelen van een set generieke kwaliteitsindicatoren voor de bestrijding van infectieziektecrises. Deze set wordt door en voor GGD- en GHOR organisaties ontwikkeld en kan gebruikt worden om de kwaliteit van de bestrijding bij infectieziektecrises te meten en waar nodig bij te sturen. Met behulp van deze indicatoren kunnen GGD- en GHOR organisaties zichzelf (en anderen) inzicht verschaffen in de kwaliteit van de uitgevoerde bestrijdingsmaatregelen. METHODE Om generieke indicatoren voor crisisbestrijding bij infectieziekten te selecteren, wordt de zogenaamde Rand Modified Delphi methode toegepast. Hierbij worden zes stappen doorlopen: In STAP 1 worden uit de literatuur, OMT adviezen en uit bestaande modelconvenanten, draaiboeken, en model- en referentiekaders rampenopvangplannen, potentiële generieke indicatoren geselecteerd voor het monitoren van de kwaliteit van de crisisbestrijding bij alle infectieziekten. Resultaat van deze stap is een lijst met potentiële indicatoren voor crisisbestrijding bij infectieziekten die aan twee expertpanels (een GGDpanel en een GHORpanel met vertegenwoordigers uit alle relevante professionele geledingen in de infectieziektebestrijdingspraktijk) zal worden voorgelegd. In STAP 2 worden deze potentiële generieke indicatoren in een vragenlijst voorgelegd aan beide expertpanels met het verzoek om de potentiële generieke indicatoren te beoordelen op relevantie (9 punts-Likert schaal). Resultaat van deze stap is een lijst met geaccepteerde, verworpen, ter discussie staande en nieuw toegevoegde indicatoren voor de bestrijding van infectieziektecrises. In STAP 3, tijdens een panelbijeenkomst, ontvangen de leden van het GGDpanel cq GHORpanel feedback over STAP 2 en worden de toegevoegde en ter discussie staande potentiële indicatoren bediscussieerd en geherformuleerd. Resultaat van deze stap is een lijst met geherformuleerde potentiële indicatoren die opnieuw beoordeeld moeten worden op relevantie. In STAP 4 worden deze geherformuleerde potentiële indicatoren in een tweede schriftelijke ronde opnieuw beoordeeld door de leden van beide panels. De finale selectie wordt gemaakt door elk panel te vragen om de geselecteerde potentiële generieke indicatoren te prioriteren. Resultaat van deze stap is een lijst met door het GGDpanel cq GHORpanel geselecteerde en geprioriteerde indicatoren. In STAP 5 van de consensusprocedure worden de door het GGDpanel cq GHORpanel geselecteerde en geprioriteerde potentiële indicatoren voor de bestrijding van infectieziektecrises omgezet in indicatoren, door tellers en noemers te definiëren. Resultaat van deze stap is een lijst met geoperationaliseerde indicatoren, uitgedrukt in tellers en noemers. In STAP 6 worden beide sets indicatoren (van het GGDpanel cq het GHORpanel) samengevoegd en wordt -in een gezamenlijk bijeenkomst- de leden van beide panels een akkoord gevraagd voor de voorliggende set. Resultaat van deze stap is een breed door de GGD- en GHORpraktijk gedragen set van generieke kwaliteitsindicatoren voor het bestrijden van infectieziektecrises. TIJDPAD Maand 1-6: Literatuuronderzoek en analyse van OMTadviezen, modelconvenanten, draaiboeken, rampenopvangplannen Maand 7-15: Rand Modified Consensus Procedure GGD en GHOR infectieziektebestrijdingsexperts Maand 16-18: Rapportage

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
204000003
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2011
2015
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. ir. C. van Hooijdonk
Verantwoordelijke organisatie:
Radboudumc