Mobiele menu

Goed, Beter, BEST; Inventarisatie van werkzame elementen in stoppen met roken programma’s in de eerstelijnsgezondheidszorg ter onderbouwing van Beslissingen in Eerstelijns Stoppen-met-roken ondersTeuning

Projectomschrijving

Vraagstuk

Het Nationaal Preventie Akkoord streeft naar een Rookvrije Generatie in 2040. Eerstelijns zorgverleners, zoals huisartsen en verloskundigen, kunnen hierbij helpen door hun cliënten te begeleiden bij het stoppen met roken. Er zijn verschillende effectieve programma’s ontwikkeld, maar het is niet duidelijk waarom deze programma’s werken en onder welke voorwaarden.

Onderzoek

Via een Realistische Evaluatie is geïdentificeerd welke (combinaties van) programma elementen zorgen voor een positief effect op het stopgedrag van rokers en de stoppen met roken begeleiding van eerstelijns zorgverleners. De inhoud van bestaande programma’s van de beschikbare programma’s is vergeleken met een lijst van bewezen effectieve gedragsveranderingsstrategieën.

Uitkomst

Er zijn 40 stoppen met roken programma’s voor rokers en 14 trainingen voor zorgverleners gevonden. Beschrijvingen van werkzame elementen zijn echter vaak niet compleet. Verder onderzoek moet daarom de relatie tussen werkzame elementen en het effect van de programma’s gaan testen.

De eindrapportage van dit project vindt u hier.

Verslagen


Eindverslag

In dit project brachten we in kaart welke werkzame elementen in A) programma’s voor rokers en B) trainingen voor zorgverleners, gericht op stoppen met roken in de eerstelijnsgezondheidszorg te identificeren waren en hoe ze relateerden aan de effectiviteit van deze programma’s. We gebruikten hiervoor een combinatie van gedragsveranderingstechnieken (Behaviour Change Techniques (BCTs)) en werkingsmechanisme (Mechanisms of Action (MoAs)). Effectieve programma's vonden we via 1) online Nederlandse programma databases; 2) online wetenschappelijke databases, en 3) Nederlandse stoppen met roken-experts binnen en buiten ons Consortium. Voor elk geïdentificeerd programma en training (40 programma’s voor rokers, 14 trainingen voor zorgverleners) werden studie karakteristieken en algemene, specifieke, inhoudelijke en uitvoering-gerelateerde werkzame elementen geabstraheerd. Onze voorlopige analyse werd waar mogelijk door de programma ontwikkelaars geverifieerd. Vergelijkingen in werkzame elementen werden getrokken tussen 3 groepen programma’s/trainingen; effectief, gemengde resultaten en niet-effectief. Werkzame elementen werden weinig structureel beschreven, vooral gericht op de uitvoering van de programma’s in de praktijk. BCT-categorieën Sociale Ondersteuning en Vormen van Kennis werden het vaakst beschreven binnen programma’s voor rokers, voor zorgverlener trainingen was dit Feedback & monitoring. De meest voorkomende MoA overall was bewustzijn/kennis. Veronderstelde relaties tussen BCTs en MoAs werden amper empirisch getoetst. Er was geen duidelijk patroon te ontdekken tussen gebruik van bepaalde werkzame elementen en programma effect. Vervolgonderzoek zou zich moeten richten op de toetsing van relaties tussen BCTs en MoAs en integratie van BCT & MoA strategieën in de programma analyse.

Samenvatting van de aanvraag

Roken is nog altijd veruit de belangrijkste oorzaak van vermijdbare ziekte en sterfte in Nederland. Eeen Rookvrije Generatie in 2040, een van de drie doelstellingen uit het Nationaal Preventieakkoord, zal deels bereikt kunnen worden door het verminderen van het huidige aantal Nederlandse rokers; zien roken doet immers roken. Eerstelijns zorgverleners hebben in dit proces een belangrijke taak; het gedragsmatig ondersteunen van rokers die willen stoppen. Om deze taak optimaal uit te kunnen voeren, hebben eerstelijns zorgverleners informatie nodig over effectieve programma's voor hun rokende clienten en zorgverlener training om gedragsmatige ondersteuning te geven. Er zijn verschillende databases waarin zorgverleners effectieve programma's kunnen vinden, maar het is niet altijd direct duidelijk waarom deze programma's werken, onder welke omstandigheden en voor wie. Een praktische vertaling naar de eerstelijnszorgsetting blijft vooralsnog dus uit. Dit project beoogt daarom werkzame elementen te identificeren voor A) gedragsmatige stoppen met roken programma’s ingebed in de Nederlandse eerstelijnsgezondheidszorg en B) trainingen voor Nederlandse eerstelijns zorgverleners om gedragsmatige ondersteuning bij stoppen met roken aan te bieden. In fase 1 zullen we starten met het inventariseren van werkzame elementen in Nederlandse programma's door gebruik van een combinatie van een Realist Evaluation en de Behaviour Change Technique/Mechanisms of Action Taxonomy; 2 eerder succesvol toegepaste strategieën die echter niet eerder gecombineerd werden voor de evaluatie van werkzame elementen in preventieve programma's. Op deze wijze inventariseren we niet alleen welke inhoudelijke en specifieke werkzame elementen een programma effect veroorzaken, maar ook binnen welke context (voor wie en onder welke omstandigheden). Een multidisciplinair consortium zal actief betrokken worden bij de programma inventarisatie in fase 1, alsmede het inkaderen van de definitieve invulling van fase 2 aan het einde van fase 1. In fase 2 breiden we onze kennis over werkzame elementen uit door middel van meta-analyses en micro-trials en zoeken we naar consensus met belangrijke stakeholders, zoals rokers, zorgverleners, programmaontwikkelaars/trainers en onderzoekers. Op basis van deze activiteiten ontwikkelen we een programmatheorie over (combinaties van) werkzame elementen en onder welke omstandigheden en voor wie ze in welk mate werkzaam zijn. Uiteindelijke doel is om de geïdentificeerde kennis over werkzame elementen te vertalen in een toegankelijk beslisinstrument voor eerstelijns zorgverleners; hiermee ontsluiten we op praktische wijze de kennis over werkzame elementen voor stoppen met roken programma's in de eerstelijnszorg.

Kenmerken

Projectnummer:
555002004
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2019
2019
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. C. Hoving
Verantwoordelijke organisatie:
Maastricht University