Mobiele menu

Het PaTzproject, door samenwerking toename van kwaliteit in de palliatieve thuiszorg.

Projectomschrijving

De vraag naar palliatieve zorg thuis zal in de komende jaren toenemen. Dit is complexe zorg. Deskundigheid, coördinatie van zorg en communicatie tussen hulpverleners zijn essentieel. In 2010 zijn we in  Amsterdam gestart met het pilot project PaTz (Palliatieve Thuiszorg).

Huisartsen en de wijkverpleegkundigen van de thuiszorgorganisaties  komen  tweemaandelijks bij elkaar. Zij identificeren hun palliatieve patiënten en houden daarvan een palliatief zorgregister bij. Vervolgens wordt voor deze patiënten een zorgplan gemaakt en uitgevoerd, waarbij de wensen van de patiënt en zijn omgeving centraal staan.

Het pilotproject laat zien dat de samenwerking verbetert. Meer patiënten worden tijdig als palliatieve patiënt in kaart gebracht. Meer patiënten krijgen ook een zorgplan op maat. Huisarts en wijkverpleegkundige zijn enthousiast.

In dit Zon Mwproject wordt de pilot als ‘Goed Voorbeeld’ uitgewerkt. De ‘tools’ voor de samenwerking worden beschreven. Ook wordt er een handleiding geschreven om deze manier van werken op meerdere plekken mogelijk te maken.

Verslagen


Eindverslag

PaTz door samenwerking toename van kwaliteit in de Palliatieve Thuiszorg. Gebiedsgerichte PaTzgroepen, bestaand uit huisartsen en wijkverpleegkundigen, komen 6x per jaar bij elkaar onder leiding van een inhoudelijk deskundige. Palliatieve patienten worden vroegtijding geindentificeerd; hun behoeftes, symptomen en voorkeuren in kaart gebracht in een zorgplan. De werkwijze en ervaringen in PaTzgroepen zijn geevalueerd middels focusgroepen en vragenlijsten. Hieruit komt naar voren dat het contact tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen is verbeterd en het vertrouwen is toegenomen. PaTz heeft ook invloed op zorg(uitkomsten). Hoewel niet altijd significant (mede door de beperkte omvang van de evaluatie) waren in de nameting het oordeel over de coordinatie van palliatieve zorg toegenomen; werd vaker een zorgplan gemaakt; zijn het aantal contacten met wijkverpleegkundigen in de laatste week toegenomen en werd eerder rekening gehouden met overlijden binnen een half jaar (dit gold voor patienten met kanker).

Samenvatting van de aanvraag

De vraag naar palliatieve zorg thuis zal in de komende jaren toenemen. Dit is complexe zorg waarbij deskundigheid, coördinatie van zorg en communicatie tussen hulpverleners essentieel zijn. Maar terwijl de technische mogelijkheden binnen de palliatieve zorg zijn toegenomen evenals de deskundigheid, lijkt de continuïteit van zorg en de samenwerking tussen huisartsen en wijkverpleging erop achteruit te gaan. Dat is onder andere het gevolg van de versplintering van de thuiszorginstellingen, van de veranderingen in de zorg buiten kantooruren en van het toegenomen parttime werken. In Engeland is het Gold Standards Framework (GSF) opgezet. Het doel van het GSF is het ontwikkelen van een kleinschalig plaatselijk systeem dat de organisatie en de kwaliteit van zorg voor patiënten en hun verzorgers in hun laatste levensjaar verbetert. Het is een systematisch, evidence-based plan dat voorziet in het vroegtijdig herkennen van palliatieve patiënten en het samenstellen van een palliatief zorgregister. Medio 2009 deden 80% van de Engelse huisartsen mee, en proces- en effectevaluaties zijn positief. In 2010 is in Amsterdam gestart met het pilot project PaTz (PAlliatieve ThuisZorg) gebaseerd op de GSF. Vier hagro’s en de wijkverpleegkundigen van de diverse thuiszorgorganisaties waar de betrokken huisartsen al een samenwerkingsrelatie mee hebben, komen tweemaandelijks bij elkaar. Zij identificeren hun palliatieve patiënten en houden daarvan een palliatief zorgregister bij. Vervolgens wordt voor alle palliatieve patiënten een zorgplan gemaakt en uitgevoerd, waarbij de wensen van de patiënt en zijn netwerk centraal staan. De bijeenkomsten worden inhoudelijk ondersteund door de aanwezigheid van een IKC consulent palliatieve zorg. Het zorgplan is in feite een concrete uitwerking van het zorgmodel van Lynn en Adamson. De nadruk wordt gelegd op het vroegtijdig herkennen van de palliatieve fase en het proactief inzetten van beleid en heeft tot doel het bieden van een hoge kwaliteit van zorg aan patiënten en hun omgeving in de laatste maanden van hun leven. Na een jaar proefdraaien in Amsterdam blijkt dat deze manier van werken aanslaat en alle Amsterdamse PaTz-groepen willen doorgaan met de bijeenkomsten. De opkomst was goed, zowel van huisartsen als van wijkverpleegkundigen. De groepen zijn verschillend, maar de kerntaak: het in kaart brengen van palliatieve patiënten en nadenken over zorgplannen gebeurt overal. Een breed scala aan palliatieve zorg komt aan bod, en het betreft niet alleen kankerpatiënten. Ook de overdracht naar de huisartsenposten wordt aan de orde gesteld. Volgende stappen zijn het systematisch evalueren van PaTz en het goed beschrijven van de wijze waarop de PaTz groepen zijn opgezet en hun werk uitvoeren met als doel dat elders in Nederland ook PaTz-groepen kunnen starten die daarbij gebruik kunnen maken van al opgedane kennis en ervaringen. Er is belangstelling in diverse regio’s in Nederland (waaronder Almere, Eindhoven en Rotterdam) voor het opzetten van PaTz-groepen. In dit project zullen de werkwijzen en ervaringen van de verschillende PaTz (PAlliatieve ThuisZorg) groepen in de regio Amsterdam in kaart worden gebracht. Op basis daarvan zal een handleiding worden geschreven voor het opzetten en uitvoeren PaTz-groepen in Nederland en een train-de-trainer voor trekkers van de PaTz-groepen worden ontwikkeld. De werkwijzen en ervaringen zullen in kaart worden gebracht, waarvoor vragenlijsten en focusgroepen zullen worden gebruikt. In deze procesevaluatie zal onder andere aandacht zijn voor: * het aantal keer dat de groepen bijeen zijn geweest, de tijdsinvestering van de deelnemers * de opkomst bij de bijeenkomsten (huisartsen én verpleegkundigen) * praktische bevorderende en belemmerende factoren in de uitvoering (bv. grootte van de groepen, benodigde competenties en vaardigheden van deelnemers, beleid vanuit thuiszorgorganisaties ) * of en hoe een register met palliatieve patiënten is opgezet * de ervaringen van de deelnemers (tevredenheid, meerwaarde, bereidheid om door te gaan met PaTz, gewenste frequentie en duur van bijeenkomsten) * de invloed van PaTz op geleverde palliatieve zorg * de invloed van PaTz op de samenwerking/gezamenlijke werkwijze professionals * communicatie met de patiënt/naasten/mantelzorg Ook zal aan het begin van dit project een beperkte literatuurreview worden gedaan, gericht op ervaringen met samenwerkingsverbanden tussen huisarts en wijkverpleging binnen de palliatieve thuiszorg. De resultaten van de review zullen, naast de procesevaluatie dienen als input voor de handleiding Het netwerk palliatieve zorg Amsterdam-Diemen zal de handleiding schrijven (ondermeer op basis van de literatuurreview en de procesevaluatie) en een strategie ontwikkelen om de handleiding te verspreiden onder mogelijk geïnteresseerde groepen. Het EMGO instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg van het VU medisch centrum zal de literatuurreview en de procesevaluatie uitvoeren.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
11510029
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2012
2013
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. B.P.M. Schweitzer
Verantwoordelijke organisatie:
Netwerk Palliatieve Zorg Amsterdam-Diemen