Mobiele menu

Tijdige en optimale palliatieve zorg bij mensen die dak- of thuisloos zijn: de tweede fase van een project voor ontwikkeling en implementatie van een consultatiefunctie

Projectomschrijving

Dak- en thuislozen met een ernstige ziekte krijgen vaak pas laat in een ziekteproces palliatieve zorg. Soms ontbreekt goede palliatieve zorg geheel.

Doel

Verbeteren van palliatieve zorg voor dak- en thuislozen door het ontwikkelen en implementeren van een consultatiefunctie.

Aanpak/Werkwijze

In 3 verschillende regio’s ontwikkelden en implementeerden we een consultatiefunctie, waarin een consulentenduo, 1 vanuit de palliatieve zorg en 1 vanuit de maatschappelijke opvang, samenwerkt. Naast het uitvoeren van consultaties (advies geven aan hulpverleners over patiënten die palliatieve zorg nodig hadden) nemen ze deel aan multidisciplinair overleg en geven ze nascholing over bijvoorbeeld de basisprincipes van palliatieve zorg of over pijnbestrijding bij mensen die verslaafd zijn. Met evaluatieonderzoek gingen we na hoe de implementatie van de consultatiefunctie verliep en wat de meerwaarde ervan is voor de verschillende betrokkenen.

Resultaten

In alle 3 de regio’s implementeerden we de interventie succesvol. Bij de implementatie was het belangrijk om de interventie regionaal aan te passen en af te stemmen op de daar aanwezige wensen en mogelijkheden. Verder bleek uit het onderzoek dat de interventie van meerwaarde is voor zowel patiënten als professionals, op het gebied van samenwerking tussen disciplines, vaardigheden van professionals, en de kwaliteit en timing van palliatieve zorg aan dak- en thuislozen. De combinatie van consultatie, training en multidisciplinaire bijeenkomsten zorgt dat deze elkaar versterken. Op basis van de ervaringen in 3 regio’s maakten we een draaiboek met tips en voorbeelden over het versterken van de samenwerking tussen palliatieve zorg en maatschappelijke opvang, waarmee men ook in andere regio’s aan de slag kan.

ZonMw en samenwerken en overdracht

Dit project financieren we vanuit ons programma Palliantie. Met dit programma zetten we ons in voor een goede kwaliteit van leven voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun naasten. Dat betekent dat zij zorg en ondersteuning krijgen die aansluit op hun wensen en behoeften. Goede samenwerking en overdracht tussen zorgverleners speelt daarbij een belangrijke rol.

Afbeelding
Vrouw en verpleegkundige op bed

Maatschappelijke hulpverleners hebben vaak maar weinig kennis over palliatieve zorg, terwijl palliatieve zorgverleners niet altijd bekend zijn met de complexe problemen die dak- en thuislozen kunnen hebben. Projectleider Bregje Onwuteaka-Philipsen en verpleegkundig specialist Margriet Wieles vertellen hoe beide zorgverleners baat hebben bij de consultatiefunctie.

> Lees het interview

Producten

Titel: . Evaluating a Three-Faceted Intervention to Improve Palliative Care For Persons Experiencing Homelessness : A Mixed-Method Evaluation on Process and Added Value.
Auteur: : Klop HT, de Veer AJE, Gootjes JRG, Onwuteaka-Philipsen BD
Link: https://doi.org/10.1177/02692163221093145
Titel: Implementation of a threefold intervention to improve palliative care for persons experiencing homelessness: a process evaluation using the RE-AIM framework.
Auteur: Klop HT, de Veer AJE, Gootjes JRG, Groot M, Rietjens JAC, Onwuteaka-Philipsen BD.
Magazine: BMC palliative care
Titel: Evaluating the perceived added value of a threefold intervention to improve palliative care for persons experiencing homelessness: a mixed-method study among social service and palliative care professionals
Auteur: Hanna T Klop, Anke J E de Veer, Jaap R G Gootjes, Dike van de Mheen, Igor R van Laere, Marcel T Slockers, Bregje D Onwuteaka-Philipsen
Magazine: BMC palliative care
Titel: HANDLEIDING “Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn” Interactief onderwijs voor zorgverleners o.a. werkzaam in generalistische palliatieve zorg, maatschappelijke opvang, beschermd wonen
Auteur: M. Wieles, T. Matthews, H. Klop, B. Onwuteaka-Philipsen
Titel: Palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn
Auteur: Hanna Klop, Bregje Onwuteaka-Philipsen, Anke de Veer, Jaap Gootjes

Verslagen


Eindverslag

Palliatieve zorg voor ongeneeslijk zieke dak- en thuislozen is vaak ontoereikend. Regelmatig wordt deze zorg pas laat ingezet of ontbreekt palliatieve zorg die specifiek op dak- en thuislozen is gericht. Hulpverleners (zoals Leger des Heils, HVO Querido en maatschappelijke opvang) weten vaak weinig af van zorg rond het levenseinde, maar vaak verblijven dak- en thuislozen in de laatste levensfase wel in deze (tijdelijke) woon- of verpleegvoorzieningen Zorgverleners in de palliatieve zorg weten dikwijls weinig af van de diverse problemen die deze doelgroep heeft, zoals verslaving, zorg mijdend gedrag of verstandelijke beperkingen. Er is dus over en weer kennis en ervaring nodig om goede palliatieve zorg aan deze doelgroep te bieden. De resultaten van onderzoek in fase 1 gaven aanleiding om een consultatiefunctie verder te ontwikkelen en te implementeren. In dit project wordt daarom een consultatie-functie ontwikkeld, zodat hulpverleners in de palliatieve zorg en hulpverleners in de opvang voor dak- en thuislozen elkaar kunnen ondersteunen en aanvullen door structureel samen te werken in consultatieduo’s, door gezamenlijk deel te nemen aan multidisciplinair overleg, en door nascholing te organiseren. We zullen deze activiteiten evalueren met aandacht voor zowel het proces van duurzame implementatie als hun meerwaarde bij het verbeteren van palliatieve zorg voor mensen die dak- en thuisloos zijn.

Samenvatting van de aanvraag

Palliatieve zorg voor ernstig zieke dak- en thuislozen is nog verre van optimaal. Vaak wordt pas laat in een ziekteproces palliatieve zorg geboden, en soms ontbreekt goede palliatieve zorg geheel. Om tijdige en optimale palliatieve zorg aan dak- en thuislozen te realiseren hebben wij in de eerste ronde van Palliantie een voorstel voor een fase van kennisontwikkeling ingediend en uitgevoerd (ZonMw- project nummer 844001205); dit voorstel is de tweede fase waarin op basis van de opgedane kennis een consultatiefunctie wordt ontwikkeld, geimplementeerd en geëvalueerd. De consultatiefunctie zal er met name op gericht zijn dat de mensen waarom het gaat (terminaal / palliatief zieke dak en thuislozen) zo goed mogelijk palliatieve zorg krijgen in een omgeving waar zij zich het beste en meest vertrouwd voelen. Dat zal primair in de maatschappelijke opvang zijn. Daartoe zal er kennis van de palliatieve zorg daar naar toe moeten (consultatie). En om niet achter de feiten aan te lopen is er regelmatig een op PaTz methodiek gebaseerd overleg bij de maatschappelijke opvang met zowel de maatschappelijke opvang en de consulent van de specialistische palliatieve voorzieningen. Indien nodig kan een thuisloze in een palliatieve voorziening opgenomen wordt. Deze persoon is daar dan al bekend, vanwege eerdere consultatie en PaTz overleg(gen). Dat maakt de overgang makkelijker. Op dat moment zou er omgekeerd consultatie plaats moeten kunnen vinden van de maatschappelijke opvang naar de palliatieve voorziening. In drie regio’s, die elk verschillen in de wijze waarop zorg voor dak- en thuislozen al geregeld is, zal in dit project ervaring op gedaan worden met het ontwikkelen en implementeren van de consultatiefunctie. Bij de uitwerking van de interventie moet rekening gehouden worden met de regionale situatie; wel is duidelijk dat in alle drie de regio’s de interventie uit een aantal kernelementen zal bestaan. Spil in de werkzaamheden is een consulentenduo, een consulent vanuit de palliatieve zorg en een vanuit de maatschappelijke opvang zodat zij elkaar aanvullen in benodigde kennis op het gebied van palliatieve zorg en omgaan met (ex-)dak- en thuislozen. De werkzaamheden van de consulenten betreffen (a) het doen van consultaties, en (b) deskundigheidsbevordering. Onder de laatste valt multidisciplinair overleg volgens PaTz-methodiek en overige activiteiten zoals symposia, casuïstiekbesprekingen of training. Doel van de evaluatie is om na te gaan: (a) hoe de implementatie van de consultatiefunctie verlopen is, en (b) wat de meerwaarde ervan is voor de verschillende betrokkenen. De evaluatie zal plaatsvinden aan de hand van het RE-AIM framework omdat dit geschikt is om (de meerwaarde van) van interventies in de praktijk waarbij zowel op individueel niveau (van bijv. zorgverlener) als organisatie niveau (instelling, beleid) gekeken wordt naar de implementatie waardoor het veel bruikbare aanknopingspunten voor verbetering in verspreiding, implementatie en borging oplevert. De evaluatie zal met behulp van verschillende methoden plaatsvinden: (1)De consulenten zullen hun activiteiten registreren om inzicht te krijgen in welke activiteiten zij doen, bij/met wie zij deze uitvoeren en hoeveel tijd de verschillende activiteiten kosten . (2) Elke keer wanneer een consult gevraagd wordt, zal de consulent aan de consultvrager een korte vragenlijst meegeven, onder meer over aanleiding voor de consultatie en ervaren meerwaarde. (3) Met een deel van de dak- en thuislozen voor wie een consultatie is aangevraagd zal een kwalitatief interview gehouden worden om na te gaan hoe zij het gesprek of de gesprekken met de consulent ervaren hebben (en of zij het idee hebben of de adviezen van de consulent geholpen hebben om hun situatie te verbeteren. (4) Om inzicht te krijgen in de ervaringen ten aanzien van proces, de ervaren meerwaarde en de van de verschillende activiteiten zullen er (groeps)interviews met betrokkenen gehouden worden. Vanaf het begin zal er aandacht zijn voor borging. Hierbij gaat het aan de ene kant om binnen de 3 regio’s de interventie, zo nodig aangepast n.a.v. de evaluatie, door te laten gaan na afloop van het project, en aan de andere kant om eigenaarschap van de methodiek: wie gaat ervoor zorgen dat de methodiek beschikbaar blijft en wie kan behulpzaam zijn bij implementatie in andere regio’s. Hiervoor is belangrijk dat de randvoorwaarden goed in kaart worden gebracht. Wat betreft het eigenaarschap is het belangrijk dat dit komt te liggen bij een partij die zowel op inhoudelijk als implementatiegebied bij kan dragen aan implementatie elders, bijv. een combinatie van hospice Kuria en, afhankelijk van de ontwikkelingen in de organisatie van palliatieve zorg, een netwerk palliatieve zorg, een consortium of PZNL.

Kenmerken

Projectnummer:
844003008
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2019
2023
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. B. Onwuteaka-Philipsen
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie VUmc