Metoclopramide versus haloperidol, al dan niet in combinatie met dexamethason, bij de behandeling van misselijkheid en braken bij patiënten met kanker in de palliatieve fase: een gerandomiseerd onderzoek
Projectomschrijving
Er is veel onderzoek gedaan naar de medicamenteuze behandeling van misselijkheid en braken ten gevolge van chemotherapie, maar nauwelijks naar de medicamenteuze behandeling van misselijkheid en braken door andere oorzaken. Er is behoefte aan onderzoek waarbij we de effectiviteit van de verschillende anti-emetica goed in kaart brengen.
Doel
We wilden de effectiviteit van 3 vaak gebruikte middelen (metoclopramide, haloperidol en dexamethason) bij de behandeling van misselijkheid en braken bij patiënten met kanker in de palliatieve fase door andere oorzaken dan chemotherapie onderzoeken.
Aanpak/werkwijze
De helft van de patiënten wilden we behandelen met metoclopramide en de andere helft met haloperidol. Indien onvoldoende effect optrad op de klachten, waren we van plan eerst de dosering op te hogen en daarna dexamethason toe te voegen. Met dagelijkse vragenlijsten wilden we bekijken hoe het verloop van de klachten ging. Op deze manier kon duidelijk worden welk middel effectiever is bij misselijkheid en braken door de genoemde oorzaken en of toevoeging van dexamethason hielp. Ook wilden we onderzoeken of het effect van de medicijnen afhing van de oorzaak van de klachten.
Resultaten
Helaas moesten we besluiten om de studie niet van start te doen gaan. Uit een inventarisatie bleek dat de aantallen patiënten die nodig waren om de onderzoeksvraag te beantwoorden niet haalbaar zijn binnen de onderzoeksperiode. Daarom stopte ons project vroegtijdig.
Verslagen
Eindverslag
Misselijkheid en braken komen veel voor bij patienten met kanker in de palliatieve fase en doen veel afbreuk aan de kwaliteit van leven.
In dit onderzoek wordt de werking van een aantal geneesmiddelen (metoclopramide, haloperidol en dexamethason) onderzocht die veel gebruikt worden bij de symptomatische behandeling van misselijkheid en braken bij patienten met kanker.
De helft van de patienten wordt behandeld met metoclopramide en de andere helft met haloperidol. Indien onvoldoende effect optreedt op de klachten, wordt eerst de dosering opgehoogd en daarna dexamethason toegevoegd. Er wordt dagelijks met behulp van vragenlijsten gekeken hoe het verloop van de klachten is.
Samenvatting van de aanvraag
Achtergrond Misselijkheid treedt op bij 31% en braken bij 20% bij patiënten met kanker in de palliatieve fase. Deze klachten hebben een grote impact op de kwaliteit van leven. Verschillende factoren kunnen een rol spelen bij het ontstaan van deze klachten. De belangrijkste oorzaken zijn vertraagde maagontlediging (35%), andere abdominale oorzaken (25%)en chemisch metabole oorzaken (30%). Soms zijn er cerebrale of vestibulaire oorzaken.
De VIKC-richtlijn Misselijkheid en braken adviseert behandeling met metoclopramide als 1e stap met domperidon en haloperidol als alternatieven. Bij onvoldoende effect dexamethason toevoegen. Wetenschappelijke onderzoek onderbouwt de keuze en sequentie van deze middelen echter nauwelijks. Evenmin is bekend of de effectiviteit van bovengenoemde middelen gerelateerd is aan de oorzaken van de misselijkheid en/of het braken.
Het voorgestelde open label gerandomiseerde onderzoek vergelijkt metoclopramide en haloperidol met elkaar met betrekking tot hun effect op misselijkheid en braken bij patiënten met kanker in de palliatieve fase (door andere oorzaken dan chemotherapie). Waarbij de behandelende arts een indicatie voor behandeling met anti-emetica presenteert. Ook onderzoeken we wat het effect is van de toevoeging van dexamethason aan deze middelen bij onvoldoende effect ervan of dat het effect van metoclopramide en haloperidol afhangt van de oorzaak van de misselijkheid en het braken (exploratief).
Interventie Patiënten worden in een 1:1 ratio gerandomiseerd tussen:
- Metoclopramide 3dd 10 mg p.o. of 20 mg supp; bij onvoldoende effect na 2 dagen de dosis opgehogen naar 3dd 20 mg p.o. of 40 mg supp; bij onvoldoende effect hiervan na 2 dagen dexamethason 1dd 4 mg toevoegen; of
- Haloperidol 2dd 1 mg p.o.; bij onvoldoende effect na 2 dagen de dosis opgehogen naar 2dd 2 mg; bij onvoldoende effect hiervan na 2 dagen dexamethason 1dd 4 mg toevoegen.
De primaire uitkomstmaat is het percentage waarin er sprake is van 'drug failure', gedefinieerd als het staken van metoclopramide of haloperidol binnen 1 week (ongeacht de reden) of de noodzaak tot het toevoegen van dexamethason. Iedere patiënt die ten minste 1 gift metoclopramide of haloperidol had is evaluabel voor 'drug failure'. Secundaire uitkomstmaten zijn scores voor misselijkheid, braken en onwelbevinden, het aantal keren braken per dag en het gebruiksgemak in geval van bijwerkingen van medicatie.
Als meetinstrumenten gebruiken we:
- Scores voor misselijkheid, braken en onwelbevinden op een schaal van 0 tot 10; de scores hebben betrekking op de afgelopen 24 uur en we scoren ze dagelijks gedurende 7 dagen.
- Lijst, waarop de patiënt dagelijks het aantal keren braken bijhoudt, net als de ingenomen anti-emetica (inclusief dosering) en ervaren bijwerkingen Steekproefgrootte 196 patiënten (98 per arm).