Mobiele menu

Implementatie Zorgpad Stervensbegeleiding (goede voorbeeld)

Projectomschrijving

Zorggroep Charim levert zorg aan een grote groep ouderen in de regio Zeist en Veenendaal. High Care Hospice De Wingerd valt onder dezelfde zorggroep. In de algemene visie van Charim krijgen de begrippen palliatieve en palliatief terminale zorg geen expliciete aandacht. De inhoud van de begrippen zijn niet onder alle medewerkers van Charim bekend en de richtlijnen voor palliatieve zorg en meetinstrumenten worden nauwelijks ingezet. Daarnaast vindt er geen proactieve zorgplanning plaats en is er onvoldoende afstemming tussen alle betrokkenen.

Doel

Van 01-09-2014 tot en met 01-09-2015 heeft Zorggroep Charim gewerkt aan het Verbeterproject Zorgconsulenten palliatieve zorg. In dit jaar ontwikkelde de zorggroep een brede visie op palliatieve zorg. Vanuit deze visie is een belangrijke basis gelegd om verder te werken aan het optimaliseren van palliatieve en palliatief terminale zorg voor alle cliënten van Zorggroep Charim door de inzet van het Zorgpad Stervensfase

Aanpak/werkwijze

Er werden 3 verpleegkundigen van Hospice de Wingerd opgeleid. Ook werkten ze samen met de thuiszorg van de zorggroep. Er is een start gemaakt met deskundigheidsbevordering van de zorgmedewerkers. Contact werd gelegd met vrijwilligersorganisaties in de regio (Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland en NPV) om meer aandacht (zorg) te krijgen voor de palliatieve en palliatief terminale cliënt. 

Samenwerkingspartners

We werkten samen met Axion Continu, Zorggroep Charim, huisartsenpraktijk Ederveen, NPV, VPTZ, netwerk ZOUS en het Integraal Kankercentrum Nederland.

Resultaten

We ontwikkelden een visie op palliatieve zorg. Er zijn 3 verpleegkundigen van Hospice De Wingerd, onderdeel van Zorggroep Charim opgeleid tot zorgconsulenten palliatieve zorg. Zij hebben in het afgelopen jaar bekendheid gegeven aan hun aanwezigheid en hun wijze van begeleiding en ondersteuning. De zorgconsulenten hebben in het projectjaar hun werkgebied uitgebreid naar 2 andere locaties binnen Zorggroep Charim. We stelden specifieke zorgplannen op voor de palliatieve en palliatief-terminale cliënten, naar aanleiding van besprekingen in structurele multidisciplinaire overleggen.

Zorgmedewerkers voelen zich ondersteund in het bieden van palliatieve en palliatief terminale zorg en ervaren dat deze zorg door een multidisciplinair team wordt uitgevoerd waarvan zij een volwaardig deel uitmaken. Er is een betere controle van ziektesymptomen en problemen bij cliënten, betere symptoombestrijding en dus meer comfort in de laatste levensfase, waarbij aandacht is voor zorgbehoeftes op zowel lichamelijk, psychisch, sociaal en spiritueel gebied. Er is gewerkt volgens de richtlijnen palliatieve zorg en er is meer aandacht(zorg) voor palliatieve en palliatief-terminale cliënten door de inzet van vrijwilligers Palliatieve Zorg vanuit NPV of VPTZ.

ZonMw en palliatieve zorg

Dit project financieren we vanuit ons Verbeterprogramma palliatieve zorg. Met het programma zetten we ons in voor een goede kwaliteit van leven voor mensen die ongeneeslijk ziek zijn en hun naasten. Dat betekent dat zij zorg en ondersteuning krijgen op lichamelijk, psychisch, sociaal en spiritueel vlak, aansluitend op hun wensen en behoeften. We stimuleren verbetering in de palliatieve zorg door samen met partijen uit beleid, onderzoek, praktijk en het onderwijs te investeren in goede voorbeelden, kennisontwikkeling, verdere professionalisering van de palliatieve zorg en kennisbenutting van ontwikkelde resultaten. 

Verslagen


Eindverslag

Na een positieve pilot met het Zorgpad Stervensfase (ZS) in het Zorghotel St. Elisabeth in 2012 is besloten het Zorgpad te implementeren binnen de organisatie. Per 2014 wordt het Zorgpad gebruikt binnen de gehele Zorggroep. Zorggroep Maas & Waal biedt vanuit zeven locaties verblijf met zorg en behandeling, geriatrische revalidatie en dagbegeleiding en -behandeling. Daarnaast wordt thuiszorg en ambulante medisch-paramedische behandeling geboden. Voor de invoering van het Zorgpad binnen de Zorggroep, is de implementatie opgedeeld in drie fases waarbij de (zorg)medewerkers intensief zijn begeleid. Er zijn drie kerngroepen geïnstalleerd waarin een specialist ouderengeneeskunde, enkele verpleegkundigen en verzorgenden zijn vertegenwoordigd. De kerngroepleden hebben een speciale training (van het IKNL) gevolgd over de stervensfase, herkenning en markering hiervan en over het werken met het Zorgpad Stervensfase. Vervolgens hebben de kerngroepleden alle verzorgenden en verpleegkundigen geschoold. Per locatie waren er daarnaast twee aandachtsvelders (verzorgenden) die voor hun collega’s aanspreekpunt of vraagbaak zijn voor het Zorgpad Stervensfase. Zij houden het onderwerp onder de aandacht en zijn daarom, naast de kerngroepleden, sleutelfiguren in het project. Door deze netwerkstructuur heeft elke zorgmedewerker wel iemand in zijn/haar werkomgeving waarbij zij terecht kunnen met vragen over het Zorgpad Stervensfase (linking pins-interne netwerkorganisatie). Dit zorgt ervoor dat het Zorgpad Stervensfase niet in de kast verdwijnt, en verankert in het primaire proces (borging). Succesfactoren • Groot draagvlak; veel enthousiasme vanuit de kerngroep, maar ook bij iedereen die het gebruikt. • De netwerkstructuur; er is aandacht geweest voor ‘linking pins’ in de projectaanpak, oftewel er is gezorgd dat er tussen de verschillende groepen (vakgroep specialisten ouderengeneeskunde, verplegingsdiensten en teams) schakels zijn. • Scholing door eigen medewerkers is erg goed bevallen; de drempel tot vragen stellen is laag en blijft mogelijk ook na de scholing, het inbrengen van casuïstiek en het bespreken van praktische afspraken is toegesneden op de eigen organisatie. Belemmerende factoren • Tijdsinvestering; er is oefening nodig in het gebruik van het Zorgpad om routine te krijgen en het Zorgpad in te passen in de dagelijkse werkprocessen. Echter gezien het beperkte aantal sterfgevallen in de implementatiefase is het tijdsbestek voor sommige units te kort geweest. Ter illustratie: op een unit is er geen cliënt overleden gedurende het gehele traject waardoor het Zorgpad niet ingezet is. • Papieren versie van Zorgpad; lastig om van elektronisch werken terug te moeten naar papier. Daarom is tijdens het project gewerkt aan een digitale versie van het Zorgpad Stervensfase waarmee nu een pilot wordt gedraaid op enkele afdelingen. Tot slot, zodra de technische aanpassingen gereed zijn, wordt het Zorgpad volledig in het ECD geïntegreerd. Borging • De aandachtsvelders ZS zijn erg belangrijk om het gebruik van het ZS warm te houden. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het onder de aandacht brengen van het ZS bij nieuwe medewerkers. De aandachtsvelders van de verschillende afdelingen moeten onderling in goed contact hierover blijven om ervaringen uit te kunnen wisselen. • Het is belangrijk dat de 24uurs-verplegingsdienst erbij betrokken blijft. Juist omdat er op sommige afdelingen en diensten maar weinig ervaringen met het ZS zijn (doordat daar weinig mensen overlijden), kunnen zij voor de continuïteit zorgen. • Het ZS is opgenomen in het documentatie- en kwaliteitssysteem. • Er is een digitale versie van het ZS in het ECD en er wordt gewerkt aan een volledige integratie in het ECD.

Samenvatting van de aanvraag

Aanvraag verbeterprogramma Palliatieve Zorg 'Goed voorbeeld' Zorggroep Maas & Waal (zMW) heeft het Zorgpad Stervensfase(ZS)in 2010 en 2011 geïmplementeerd binnen één afdeling namelijk het verpleeghuis St. Elisabeth (Zorghotel). Destijds is dit project geïnitieerd en begeleid door het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid Gelderland. Gezien de positieve ervaringen met de methodiek ZS heeft de raad van bestuur besloten het ZS gefaseerd in te voeren binnen alle zes locaties en het thuiszorgteam. Omdat er binnen de Zorggroep gewerkt wordt met een elektronisch cliëntdossier (ECD) en alle zorgleefplannen gedigitaliseerd zijn, wordt in dit project ook de haalbaarheid onderzocht op welke wijze het ZS te integreren is in het ECD. 

Doelstellingen en resultaten 

We verwachten de volgende resultaten te behalen: -Betere kwaliteit van leven (minder symptoomlast) in de stervensfase; -Minder overbodige diagnostische interventies in de stervensfase; -Het veilige gevoel geven in professionele handen te zijn; 

  • Optimale en eenduidige communicatie in de stervensfase; 
  • Betere informatievoorziening voor de naasten; 
  • Beter rouwverwerking bij naasten; 
  • Er is aandacht op zowel lichamelijke als psychosociaal en spiritueel gebied. Ook zal de invoering van deze methodiek ook een belangrijk neveneffect hebben. 

Medewerkers leren om meer interdisciplinair, gestructureerd en volgens de PDCA-cyclus planmatig te werken omdat de methodiek hierin dwingend is. Daarnaast stimuleert de methodiek een open dialoog en interactie tussen cliënt, familie en professional. Het ondersteunt medewerkers om in moeilijke situaties te communiceren met cliënten en familie. De methodiek verbindt in wezen op een natuurlijke manier kwaliteit en doelmatigheid. 

Relevantie 

De methodiek Zorgpad Stervensfase heeft zich inmiddels bewezen en bij veel organisaties geleid tot zichtbare verbeteringen rond de zorg tijdens de laatste levensfase. Echter een bewezen methodiek verspreid zich niet zondermeer. Daarom acht de Zorggroep een projectmatige aanpak met intensieve scholing en coaching noodzakelijk om deze methodiek te implementeren en borgen binnen de gehele Zorggroep. Daarnaast is de Zorggroep een zorgorganisatie die zowel intramurale- als extramurale zorg biedt en stevig verankerd is in de regio en de lokale dorpsgemeenschap. Daarom wil de Zorggroep de methodiek niet uitsluitend op één locatie hanteren maar invoeren binnen de gehele organisatie. Hiermee bieden we alle cliënten deze mogelijkheid en zijn we eenduidig in onze werkwijze naar ketenpartners zoals o.a. huisartsen. 

Overdraagbaarheid 

De Zorggroep zal de aanbevelingen ter verbetering van de methodiek ZS melden aan het IKNL en ervaringen delen binnen de twee netwerken Palliatieve zorg waarin de Zorggroep participeert namelijk het netwerk Zuid Gelderland en het netwerk Rivierengebied. 

Borging 

Na de implementatie zal er een evaluatie plaatsvinden gevolgd door een borgingsfase. De nieuwe methodiek zal opgenomen worden in het kwaliteitssysteem en getoetst middels interne en externe audits. Daarnaast kent de Zorggroep de procedure ‘Verbeteren cliënt ervaringen en –tevredenheid waarbij we volgens een vaste procedure (exitgesprekken, exitvragenlijsten, ronde tafelgesprekken, mini CQ vragenlijsten) gegevens verzamelen van cliënten en cliëntvertegenwoordigers. De uitkomsten worden besproken met de cliëntenraden en gezamenlijk verbeterpunten geprioriteerd en vastgesteld. Ook de voortgang wordt periodiek besproken met cliënten en cliëntenraden. 

Plan van aanpak 

De projectaanpak ziet er globaal als volgt uit. 1.Initiatiefase (1 maand): 2.Ontwerpfase (2 maanden): -organiseren informatiebijeenkomsten; -organiseren en uitvoeren van scholing; -organiseren teamoverleggen; -organiseren van coaching en eventueel video interactiecoaching; -communiceren naar relevante anderen zoals o.a. huisartsen. In deze fase worden ook de praktische, voorbereidende acties uitgewerkt om het ZS in gebruik te kunnen nemen. Koppeling ECD Een apart onderdeel van dit project wordt het onderzoek naar de haalbaarheid van de koppeling van het ZS met het ECD. 3.Implementatiefase (6 maanden): -het in gebruik nemen van de methodiek ZS binnen de afdelingen en teams; -het (eventueel) koppelen van het ZS aan het ECD en instructie medewerkers; -het uitvoeren van een tussenmeting. 4.Evaluatie- en borgingsfase (3 maanden): -meting uitvoeren -evalueren van het plan van aanpak (proces) met de doelen en resultaten (product) en eindrapportage opstellen met aanbevelingen voor de borgingsfase. 

Bijlagen 

Een projectvoorstel, het plan van aanpak en de begroting zijn als bijlagen opgenomen bij deze aanvraag.

Kenmerken

Projectnummer:
626003014
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2012
2014
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. T. van Kraaij
Verantwoordelijke organisatie:
Zorggroep Maas & Waal