Mobiele menu

Multidisciplinaire samenwerkingsafspraken palliatieve sedatie

Projectomschrijving

De zorg voor mensen die ondraaglijk lijden in hun laatste levensfase kan beter in Nederland. Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn met medicijnen kan hier onderdeel van zijn. Daarom heeft de landelijke artsenorganisatie KNMG een richtlijn ontwikkeld voor die zogeheten palliatieve sedatie. Die richtlijn moet nu in de praktijk worden toegepast.

Binnen dit project krijgen circa 350 huisartsen, verpleegkundigen en specialisten kennis over palliatieve sedatie aangereikt. Ook leren ze optimaal samenwerken. Dat gebeurt met behulp van een web-tv uitzending en een e-learning module, gevolgd door twee onderwijsmodules. De eerste gaat over de richtlijn, en de tweede over de Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraken Palliatieve Zorg (LESA).

Na de scholing zijn er nog drie bijeenkomsten. Daar bespreken deelnemers casussen, en wisselen ze samenwerkingservaringen uit. De resultaten van het project zullen worden geëvalueerd. Ook zal in kaart worden gebracht wat nodig is om de richtlijn in instellingen en ziekenhuizen in te voeren.

Producten

Titel: Palliatieve sedatie in Nederlandse ziekenhuizen
Titel: algemene checklist continue palliatieve sedatie
Link: http://knmg.artsennet.nl
Titel: LESA Samenvattingskaart Palliatieve Zorg

Verslagen


Eindverslag

Het doel van het project was de kennis van de huisarts en (wijk)verpleegkundige over palliatieve sedatie te verbeteren alsmede de onderlinge samenwerking te bevorderen. Gedurende het project zijn zestien multidisciplinaire groepen van huisartsen en verpleegkundigen geschoold in de KNMG richtlijn Palliatieve sedatie en de Landelijke Eerstelijns Samenwerkings Afspraak (LESA) palliatieve zorg. Na de scholingsactiviteiten werden drie gezamenlijke casusbijeenkomsten aan de groepen aangeboden.
Tevens zijn de mogelijkheden voor implementatie van de KNMG-richtlijn Palliatieve sedatie in de tweede lijn verkend.

De KNMG voert het project Multidisciplinaire Samenwerkingsafspraken Palliatieve Sedatie gezamenlijk uit met het VIKC (Vereniging Integrale Kanker Centra).
Het project heeft tot doel het toepassen van de KNMG-richtlijn palliatieve sedatie en de LESA Palliatieve zorg in de praktijk om de kwaliteit van de zorg in de stervensfase te verbeteren.
Uitgangspunt is dat (in totaal 12) groepen huisartsen en wijkverpleegkundigen gezamenlijk getraind worden in de KNMG richtlijn palliatieve sedatie en de LESA palliatieve zorg. Ook specialisten ouderengeneeskunde die in de eerstelijn werkzaam zijn, kunnen deelnemen aan het project, door aan te schuiven bij een groep huisartsen.
De scholing bestaat uit drie modules: een module Palliatieve sedatie (3 uur), een module LESA palliatieve zorg (3 uur) en 3 casuïstiekbesprekingen door het jaar heen met de Utrechtse methode 'palliatief redeneren' (3 x 2 uur).
Voorafgaand aan de scholing worden de deelnemers gevraagd een webtv uitzending te bekijken en de e-learning module te volgen over Palliatieve sedatie.
De scholing wordt gegeven door een koppel van een huisartsconsulent palliatieve zorg en een verpleegkundig-consulent palliatieve zorg.
Een belangrijke rol is weggelegd voor de procesbegeleiders, een van de artsen, bij voorkeur de huisarts-Erkend Kwaliteits Consulent (EKC) en een van de (wijk)verpleegkundigen, die het aanspreekpunt zijn voor het projectteam. Ze hebben o.a. de taak om de scholing in overleg met de docenten te plannen en de EKC regelt voor de huisartsen de accreditatie.
Andere doelstellingen zijn het autoriseren en/of adopteren van de richtlijn door beroeps- en wetenschappelijke verenigingen en het vertalen van de richtlijn en de LESA PZ in werkafspraken op instellingsniveau.
Mogelijkheden voor Multidisciplinaire samenwerkingsafspraken palliatieve sedatie in de 2e lijn zullen in het tweede projectjaar worden bekeken.
Het project wordt door middel van vragenlijsten geëvalueerd.

Samenvatting van de aanvraag

Dit project heeft tot doel het toepassen van de KNMG-richtlijn palliatieve sedatie in de praktijk opdat de kwaliteit van de zorg in de stervensfase verbeterd. Dit wordt bereikt door: 1. Het autoriseren en/of adopteren van de richtlijn door beroeps- en wetenschappelijke verenigingen; 2. De kennis van de huisarts en wijkverpleegkundige over palliatieve sedatie te verbeteren; 3. De samenwerking tussen huisartsen en wijkverpleegkundigen te verbeteren. 4. Het vertalen van de KNMG-richtlijn en LESA PZ in werkafspraken op instellingsniveau. Werkwijze In dit project wordt verder gebouwd op projecten van het platform palliatieve zorg, die tussen oktober 2008 en maart 2009 werden uitgevoerd. Voor het verbeteren van de kennis van artsen en verpleegkundigen over palliatieve sedatie wordt gebruik gemaakt van het project multimediale implementatie van de KNMG-richtlijn palliatieve sedatie (webtv, e-learning en het online kennisdossier) en de ontwikkelde onderwijsmodules uit het project implementatie van de KNMG-richtlijn palliatieve sedatie en Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak Palliatieve Zorg (LESA). Voorafgaand aan de scholing worden de deelnemers gevraagd de webtv uitzending te bekijken en de elearning module te doen. Deelnemers zullen vervolgens twee onderwijsmodules volgen: één module over de KNMG-richtlijn palliatieve sedatie en één module over de LESA palliatieve zorg. Alleen groepen artsen en verpleegkundigen uit de 1e lijn worden geschoold. Om het gebruik van de richtlijnen in het dagelijks werk te borgen, worden na de scholing 3 multidisciplinaire casuïstiekbesprekingen georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten (gedurende een periode van 1 tot 1,5 jaar) zal casuïstiek worden besproken en ervaringen met de samenwerkingsafspraken worden uitgewisseld. Als methodiek voor de multidisciplinaire casuïstiekbesprekingen zal het Utrechts model “palliatief redeneren” worden gebruikt. (1,2) Dit model zal al tijdens het onderwijs over palliatieve sedatie worden geïntroduceerd. Randvoorwaarden Bij de implementatie van de richtlijn hebben de EKC-en van de deelnemende huisartsengroepen (HAGRO’s) en de voor dit project verantwoordelijk wijkverpleegkundigen een belangrijke rol; zij zijn procesbegeleider (bevorderen van het gebruik van de richtlijn en LESA in de dagelijkse praktijk) en organiseren de multidisciplinaire casuïstiekbesprekingen. Om hen op deze rol voor te bereiden volgen zij een training (implementatiemodule), deze training wordt een aantal keren gedurende het project aangeboden. Aan het project zullen naar verwachting 16 groepen gaan deelnemen. Per groep zijn er 20 tot 25 artsen en verpleegkundigen. De scholing is in het oorspronkelijke project ontwikkeld en verzorgd door 2 inhoudsdeskundigen (wijkverpleegkundige en huisarts). Het is voor 2 docenten niet haalbaar om al deze groepen te scholen en de casuïstiekbesprekingen bij te wonen. Daarom zullen andere inhoudsdeskundigen worden getraind, deze zogenaamde train-de-trainersmodule moet nog worden ontwikkeld en gegeven. In het eerste projectjaar ligt het accent op de 1e lijn, in de loop van het tweede projectjaar zal de focus worden verlegd naar de 2e lijn. Er zal onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn om de richtlijn palliatieve sedatie in te voeren in de ziekenhuizen, op welke manier dit moet worden aangepakt en hoe de kennis van de professionals kan worden verbeterd. Het project zal worden geëvalueerd. Gezien het budget is het niet mogelijk een wetenschappelijke evaluatie uit te voeren. Er zal een beperkte evaluatie worden uitgevoerd die zich richt op het proces, de kennis van de professionals en de onderlinge samenwerking.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
11520001
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2009
2012
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. E.H.J. van Wijlick
Verantwoordelijke organisatie:
Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst