Mobiele menu

Nationaal onderzoek naar de meerwaarde van de geïntegreerde eerstelijn

Projectomschrijving

Doel
Doel van het onderzoek is om na te gaan welke aspecten van geïntegreerde eerstelijnszorg bijdragen aan de doelmatigheid daarvan, waarbij ook de kwaliteit van zorg en de kwaliteit van leven van de betrokken patiëntenpopulatie in beschouwing worden genomen.

Onderzoeksvragen
Het onderzoek richt zich op de algemene vraagstelling: 'Welke aspecten van geïntegreerde zorg zijn  bepalend voor effectieve en efficiënte zorg, gecorrigeerd voor kwaliteit van leven?'

Onderzoeksopzet
We beantwoorden deze vragen door bij 320 eerstelijnsvoorzieningen vast te stellen in welke mate ze geïntegreerde zorg bieden. Van de praktijken wordt op gedetailleerd niveau vastgesteld welke kosten zij in 2011 gegenereerd hebben. Met een vragenlijst onder steekproeven van patiënten wordt de kwaliteit van leven per praktijk vastgesteld. Voor de praktijken die participeren in de bestaande netwerken LINH, SUNN of peilstations wordt de kwaliteit van in 2011 geleverde zorg vastgesteld.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

De verwachtingen omtrent de eerstelijnsgezondheidszorg zijn hoog gespannen, wanneer het gaat over een beter beheersbare en kosteneffectiever gezondheidszorg. Het vermoeden bestaat dat de eerstelijnsgezondheidszorg deze verwachtingen alleen kan waarmaken, wanneer deze een zekere mate van organisatie vertoont en op grotere schaal dan die van de individuele hulpverlener wordt aangeboden. Hoe ver deze integratie en opschaling zou moeten gaan, is niet eenduidig vastgesteld. Ook is nooit goed vastgesteld in hoeverre kostenbesparingen gepaard kunnen gaan met voldoende kwaliteit van zorg en zodoende een gelijke kwaliteit van leven. Doel van het onderzoek dat we hier voorstellen, is om na te gaan welke aspecten van geïntegreerde eerstelijnszorg bijdragen aan de doelmatigheid daarvan, waarbij naast de kosten als uitkomstmaat ook de kwaliteit van zorg en de kwaliteit van leven van de betrokken patiëntenpopulatie in beschouwing worden genomen. Het onderzoek richt zich op de volgende algemene vraagstelling: Welke aspecten van geïntegreerde zorg zijn het meest bepalend voor effectieve en efficiënte zorg, gecorrigeerd voor kwaliteit van leven? Het onderzoek betreft de zorg in de meest uitgebreide zin van het woord (eerstelijns en specialistisch, medisch, paramedisch en verpleegkundig) maar heeft als eenheid van onderzoek de eerstelijns-voorziening en de mate waarin hierin diverse aspecten van geïntegreerde zorg aanwezig zijn. De hoofdvraag kan in de volgende deelvragen uitsplitst worden 1) Welke vormen van geïntegreerde zorg kunnen we onderscheiden en in welke mate komen ze voor? 2) Is er een samenhang tussen het voorkomen van deze vormen en andere aspecten van de context waarbinnen eerstelijnsvoorzieningen werken (zoals b.v. financieringsvormen)? 3) In hoeverre en in welke opzichten verschillen eerstelijnsvoorzieningen in de kosten die ze genereren? 4) Is er een verband tussen de aanwezigheid van aspecten van geïntegreerde zorg en de kosten die eerstelijnsvoorzieningen genereren, onder gelijke kwaliteit van leven van de patiëntenpopulatie? 5) Is er een verband tussen de aanwezigheid van aspecten van geïntegreerde zorg en de kwaliteit van zorg die geleverd wordt, onder gelijke kwaliteit van leven van de patiëntenpopulatie? 6) Is er een verband tussen de aanwezigheid van aspecten van geïntegreerde zorg en de kosten-effectiviteit, gecontroleerd voor de case-mix in de patiëntenpopulatie? We zullen deze vragen beantwoorden, door bij 320 eerstelijnsvoorzieningen, gestratificeerd over kenmerken van samenwerking, omvang, regionale spreiding en urbanisatiegraad, vast te stellen in welke mate deze geïntegreerde zorg bieden. Van deze praktijken wordt via VEKTIS op gedetailleerd niveau vastgesteld welke kosten zij in 2010 gegenereerd hebben. Met een survey onder steekproeven ingeschreven patiënten wordt de kwaliteit van leven per praktijk vastgesteld. Bij een belangrijk deel van deze praktijken – n.l. voor zover ze participeren in bestaande netwerken LINH, SUNN of peilstations – wordt de kwaliteit van in 2010 geleverde zorg vastgesteld. Al deze gegevens met betrekking tot “geïntegreerde zorg”, kosten, kwaliteit van zorg en kwaliteit van leven worden binnen één integraal kader geanalyseerd, waarmee bovenstaande vraagstelling zal worden beantwoord. Dit onderzoek is uniek in Nederland, omdat tot nu toe onderzoek naar meerwaarde van georganiseerde eerstelijnszorg nog nooit op integrale wijze kosten, effecten en kwaliteit van zorg/leven in beschouwing nam. Ook is dit onderzoek tot op heden niet op nationaal niveau met nationaal te generaliseren resultaten uitgevoerd. Het onderzoek zal het veld inzicht verschaffen in de werkzame bestanddelen van de diverse aspecten van “geïntegreerde eerstelijnszorg”.Het zal zorgverzekeraars informatie verschaffen waarmee ze hun zorginkoopbeleid kunnen valideren en evalueren. Dit inzicht zal voor patiënten en hun organisaties de zorgorganisatie transparanter maken en hen daarbij bijstaan in keuzes die ze moeten maken bij de samenstelling van hun verzekeringspakket. Het zal de overheid c.q. beleidsmakers inzicht verschaffen in de factoren waarmee effectiviteit en kosteneffectiviteit kan worden beïnvloed. Op verzoek van de financiers is het onderzoek opgesplitst in fasen. Na 3, 6, 9 en 12 maanden zal de begeleidingscommissie de voortgang beoordelen en eventueel bijsturen. Na 12 maanden is het mogelijk het onderzoek, waarvoor op dat moment de grootschalige gegevensverzameling moet starten af te gelasten of bij te stellen. Het onderzoek als geheel wordt beschreven in de ijlage "Onderzoeksvoorstel", de nadere fasering en de opdeling van de begroting over de onderscheiden tijdsvakken staat weergegeven in de bijlage "fasering". Hierin staat ook de thans overeengekomen fasering in de tijd, uitgesmeerd over 27 maanden in plaats van de 24 maanden uit het oorspronkelijke onderzoeksvoorstel. In de bijlage begroting wordt de totale begroting voor het hele project gegeven.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
154033001
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2013
2015
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. D.H. de Bakker
Verantwoordelijke organisatie:
NIVEL