Mobiele menu

De eerstelijnszorgprofessional, haar team en hun netwerk. Een beschrijvende evaluatie naar samenwerking in de eerstelijnszorg op basis van complex adaptive system theorie.

Projectomschrijving

Samenwerking in de eerstelijnszorg en in het lokale zorgsysteem meer algemeen heeft een hoge prioriteit, maar is verre van vanzelfsprekend. Er zijn plekken in het land waar succesvol samenwerking van de grond is gekomen. Toch blijkt het ook daar vaak lastig om die samenwerking te borgen en uit te bouwen.

Resultaat

en dit project een zelfreflectietool ontwikkeld die men kan gebruiken om een bestaande samenwerking te versterken of nieuwe samenwerkingen aan te gaan. De tool bestaat enerzijds uit een beschrijving van de Nederlandse eerstelijnszorg op basis complex adaptieve systeemtheorie, en anderzijds uit een format voor een avondworkshop. De zelfreflectietool is in het publieke domein beschikbaar. Voor het succesvol toepassen van de zelfreflectietool is een goede moderator met kennis van CAS cruciaal voor de begeleiding van de workshops. Binnen het project is een handleiding voor moderatoren en een standaard powerpointpresentatie voor moderatoren ontwikkeld.

Complex adaptief systeem

Het vernieuwende van de tool is dat samenwerking wordt opgevat als een complex adaptief systeem. Waar onderzoekers zich doorgaans focussen op specifieke voor samenwerking relevante deelaspecten zoals professionele competenties, leiderschap, cultuur, ICT systemen en dergelijke, ligt de focus hier op de onderlinge relaties en interacties tussen betrokkenen en hoe die samenwerking kunnen stimuleren dan wel frustreren. Specifiek geeft de tool de gebruikers inzicht in de complexe relaties en interacties in hun lokale eerstelijnszorgsysteem en de functionaliteit daarvan. Op basis van deze inzichten kan men vervolgens na gaan denken over pragmatische mogelijkheden om de samenwerking verder te versterken.

Verslagen


Eindverslag

Samenwerking in de eerstelijnszorg en in het lokale zorgsysteem meer algemeen heeft een hoge prioriteit, maar is verre van vanzelfsprekend. Er zijn plekken in het land waar succesvol samenwerking van de grond is gekomen. Toch blijkt het ook daar vaak lastig om die samenwerking te borgen en/of uit te bouwen. In dit licht hebben onderzoekers van het AMC en VUmc het onderzoeksproject ‘De eerstelijnszorgprofessional, haar team en hun netwerk. Een beschrijvende evaluatie naar samenwerking in de eerstelijnszorg op basis van complex adaptieve systeem theorie’ uitgevoerd. Binnen dit onderzoek is een zelfreflectietool ontwikkeld die men kan gebruiken om een bestaande samenwerking te versterken of nieuwe samenwerkingen aan te gaan. Het vernieuwende van de tool is dat samenwerking wordt opgevat als een complex adaptief systeem. Daar waar onderzoekers zich doorgaans focussen op specifieke voor samenwerking relevante deelaspecten zoals professionele competenties, leiderschap, cultuur, ICT systemen en dergelijke, ligt de focus hier op de onderlinge relaties en interacties tussen betrokkenen en hoe die samenwerking kunnen stimuleren dan wel frustreren. Bewustwording van patronen in die interacties biedt de gebruikers van de tool de mogelijkheid hun eigen adaptieve vermogen te vergroten en op zoek te gaan naar werkbare oplossingen om de samenwerking (verder) vorm te geven.

Samenvatting van de aanvraag

De professionele competenties van de individuele eerstelijnszorgprofessional, het multidisciplinaire team waarvan zij onderdeel uitmaakt en aard en functioneren van hun sociale netwerk vormen essentiële componenten van het systeem waarbinnen de samenwerking in de eerste lijn vorm krijgt. Veel onderzoek richt zich op de individuele componenten: het meten van specifieke voor samenwerking relevante competenties van huisartsen, het bestuderen van de effectiviteit van mono- en multidisciplinaire teams op gewenste uitkomst maten of het beschrijven en duiden van sociale netwerken (mapping). Een beperking van deze wijze van onderzoek is dat het de complexiteit en veranderbaarheid van de eerste lijn (op zich al een beleidsbegrip zonder harde operationele markeringslijnen) reduceert en kennis oplevert op deelaspecten die niet noodzakelijkerwijs breed implementeerbaar is, dan wel praktisch bruikbaar is voor zorgprofessionals, patiënten, bestuurders en financiers die in een complexe werkelijkheid dagelijks besluiten moeten nemen. Kan een dergelijke reductionistische wijze van kennis vergaring door onderzoek worden gebillijkt als het gaat om redelijk vastomlijnde zaken als de toepassing van evidence-based richtlijnen en het evalueren van de effectiviteit van organisatiestructuren en technologische innovaties, wanneer het gaat om onderzoek naar de meer “zachte”aspecten van samenwerking en verandering in de eerste lijn, lijkt een theoretisch uitganspunt dat uitgaat van de complexiteit van sociale systemen een goed alternatief. Zo’n theoretisch perspectief biedt de ‘complex adaptive system’ theorie. Door te focussen op de dynamische interacties tussen het microsysteem van de zorgverlening en het macrosysteem van de (lokale) beleidskaders, die zich primair ordenen langs de componenten individuele professional, multidisciplinair team en sociaal netwerk, ontstaat een nieuw analyse perspectief dat tot bruikbare en innovatieve inzichten kan leiden. Deze studie beoogt een beschrijvende evaluatie uit te voeren en dient te leiden tot een zelfevaluatiemodel voor de praktijk. Op basis van een literatuurstudie over de theorie en toepassingen in de zorg van ‘complex adaptive system’ theorie wordt een concept evaluatiemodel ontwikkeld in consultatie met Nederlandse onderzoekers met kennis over samenwerking in de eerste lijn (panel 1.), internationale onderzoekers met kennis van ‘complex adaptive system’ theorie (panel 2) en diverse sessies met gebruikers en stakeholders (panel 3; 1-3 brainstorm en reflectie sessies). Het concept zelfevaluatiemodel wordt vervolgens empirisch getest in een viertal huisartsen praktijken (doelgerichte sampling) door middel van semi-gestructureerde interviews. Het uiteindelijke product kan gebruikt worden om de samenwerking en het innovatief vermogen van eerstelijnspraktijken in kaart te brengen.

Kenmerken

Projectnummer:
154031001
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2014
2014
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. T. Plochg
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie AMC