Mobiele menu

Palliatieve zorg voor mensen met dementie en hun mantelzorgers in de eerste lijn

Projectomschrijving

Het beleid in Nederland is erop gericht dat mensen met dementie zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Hiervoor is het van belang dat zorgverleners klachten en problemen tijdig en adequaat signaleren en dat er sprake is van proactieve zorgplanning.

Doel

We onderzoeken of de inzet van 2 methodieken, de methode Signalering in de palliatieve fase (SPF) en de methode Besluitvorming in de palliatieve fase (BPF), door samenwerkende zorgverleners in de eerstelijn kunnen leiden tot zorg die beter is afgestemd op de behoeften van mensen met dementie en hun mantelzorgers in de thuissituatie.

Aanpak/werkwijze

We schoolden 201 medewerkers in 6 thuiszorgorganisaties en 1 organisatie voor verstandelijk gehandicaptenzorg 201 medewerkers geschoold in SPF en 41 verpleegkundigen en casemanagers in BPF. In een latere fase schoolden we ten behoeve van de borging in 2 regio’s nog eens 14 casemanagers en 8 wijkverpleegkundigen in BPF. In 1 regio vond voor de borging een train-de-trainer bijeenkomst plaats met verpleegkundigen en casemanagers. Vervolgens is geprobeerd de methoden te implementeren in de organisaties en vond per organisatie een eindevaluatie plaats.

Samenwerkingspartners

We werkten samen met casemanagers dementie, verzorgenden/verpleegkundigen/managers in thuiszorgorganisaties, Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), Stichting Drechtzorg, Stichting Palliatieve Zorg Dirksland, Netwerk Palliatieve Zorg Zeeland, Alzheimer Nederland, Universitair Medisch Centrum Utrecht en Netwerk Palliatieve Zorg Rotterdam en omgeving p/a Verpleeghuis Pniel. 

Resultaten

De resultaten van het project laten zien dat de zorg voor mensen met dementie die thuis verblijven en hun naasten op verschillende punten kan verbeteren. Mensen met dementie en hun naasten geven aan behoefte te hebben aan meer kennis en ondersteuning.

Zorgverleners zien het bespreekbaar maken van symptomen, problemen en de behandeling hiervan als knelpunt. Ook bleek dat er bij zorgverleners behoefte is aan kennis over palliatieve zorg, dementie en methodisch werken. Basiskennis is nodig om samenwerking te verbeteren en transities van patiënten naar intramurale settings te voorkomen. Die miste onder de bevraagde zorgverleners, waardoor toepassing van de methodieken SPF en BPF nu lastig was.

ZonMw en proactieve zorgplanning

Dit project financieren we vanuit ons programma Palliantie. Het tijdig herkennen en bespreekbaar maken van het levenseinde helpt patiënten en naasten om over hun doelen, wensen en behoeften rondom de palliatieve fase na te denken. Het is belangrijk dat zorgverleners tijdig en regelmatig hierover in gesprek gaan en dit inventariseren en vastleggen. Vanuit ons programma financieren we onderzoek naar handvatten voor proactieve zorgplanning en de toepassing daarvan in de zorgpraktijk.

Verslagen


Eindverslag

Het beleid in Nederland is erop gericht dat mensen met dementie zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Hiervoor is het van belang dat klachten en problemen tijdig en adequaat worden gesignaleerd en dat er sprake is van vroegtijdige zorgplanning. In dit project werd nagegaan of de gecombineerde inzet van een tweetal beproefde methodieken in de palliatieve zorg, de methode Signalering in de Palliatieve Fase (SPF) en de methode Besluitvorming in de Palliatieve Fase (BPF), tot betere zorg kan leiden voor mensen met dementie en hun mantelzorgers in de thuissituatie. De vraagstellingen luidden: 1. Welke knelpunten ervaren zorgverleners in de eerste lijn in de zorg voor mensen met dementie en hun mantelzorgers? Deze vraagstelling is beantwoord aan de hand van een vragenlijstonderzoek en kwalitatieve interviews met betrokken zorgverleners. 2. Welke ervaringen hebben thuiswonende cliënten met dementie en hun mantelzorgers met zorg en samenwerking tussen zorgverleners? Om deze vraag te beantwoorden zijn vier interactieve theatervoorstellingen georganiseerd. Ook is een dossieronderzoek uitgevoerd en zijn er vragenlijsten ingevuld door naasten van mensen met dementie. 3. Hoe kunnen de werkmethoden Signalering in de palliatieve fase (SPF) en Besluitvorming in de palliatieve fase (BPF) in de eerste lijn gebruikt worden in de zorg voor thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers? Om deze vraag te beantwoorden zijn in zes thuiszorgorganisaties en een organisatie voor verstandelijk gehandicaptenzorg medewerkers geschoold in het gebruik van de methoden en heeft per organisatie een proefimplementatie plaatsgevonden. 4. Leidt het gestructureerd gecombineerde gebruik van deze instrumenten tot betere samenwerking tussen zorgprofessionals en met mantelzorgers en kunnen transities naar intramurale settings door dat gebruik voorkómen dan wel uitgesteld worden? In elke regio zijn eindevaluatiegesprekken uitgevoerd om na te gaan hoe de proefimplementatie is verlopen en wat de mogelijke impact ervan is geweest op de zorg..
In dit project wordt nagegaan of de gecombineerde inzet van een tweetal beproefde methodieken in de palliatieve zorg, de methode Signalering in de palliatieve fase (SPF) en de methode Besluitvorming in de palliatieve fase (BPF), tot betere zorg kan leiden voor mensen met dementie en hun mantelzorgers in de thuissituatie. Het project wordt uitgevoerd in vier netwerken palliatieve zorg van het Consortium palliatieve zorg Zuidwest-Nederland, in samenwerking met IKNL, Erasmus MC en Alzheimer Nederland.

Samenvatting van de aanvraag

Het beleid in Nederland is erop gericht dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen als zij ouder worden of met gezondheidsproblemen te maken krijgen. Dat geldt ook voor mensen met dementie. Dat betekent dat mensen met dementie niet meer of in een later stadium van hun ziekte naar een intramurale setting zullen verhuizen en dat de zorg voor deze groep zich voor een belangrijk deel gaat verplaatsen van intramuraal naar extramuraal. Zorgverleners in de eerste lijn zullen goed moeten samenwerken om optimaal te voorzien in de vaak complexe zorgbehoefte van deze groep. Het beroep dat wordt gedaan op de vaak zelf ook kwetsbare mantelzorgers zal aanzienlijk toenemen. Een belangrijk aandachtspunt in de zorg voor mensen met dementie is adequate signalering van problemen en proactieve zorgplanning, dat wil zeggen het tijdig signaleren en bespreken van zorgbehoeften en voorkeuren van de cliënt en zijn of haar mantelzorgers. In dit project wordt nagegaan of de gecombineerde inzet van een tweetal beproefde methodieken in de palliatieve zorg, de methode Signalering in de palliatieve fase (SPF) en de methode Besluitvorming in de palliatieve fase (BPF), tot betere zorg kan leiden voor mensen met dementie en hun mantelzorgers in de thuissituatie. Het project wordt uitgevoerd in vier netwerken voor palliatieve zorg en vier ketens voor dementiezorg in de regio van het Consortium palliatieve zorg Zuidwest-Nederland, in samenwerking met IKNL, Erasmus MC en Alzheimer Nederland. Het project duurt drie jaar en bestaat uit vier fasen. In fase 1 (maand 1-6) wordt in vier pilotsettings in de vier deelnemende regio’s vastgesteld hoe de uitgangssituatie er is wat betreft de zorg voor cliënten met dementie en hun mantelzorgers in de eerste lijn. Het gaat daarbij om het in kaart brengen van a) de organisatie van deze zorg in de desbetreffende regio, b) de werkprocessen, c) de ervaring, kennis en deskundigheid van de betrokken zorgverleners, en d) ervaringen met en opvattingen over de kwaliteit van deze zorg vanuit het perspectief van cliënten, mantelzorgers en zorgverleners. In fase 2 (maand 7-12) worden zorgverleners in dezelfde vier settings getraind in het gecombineerd toepassen van de SPF en de BPF en worden samenwerkingsafspraken met betrekking tot de toepassing van deze methodes in de praktijk vastgelegd. In fase 3 (maand 13-30) worden de proefimplementaties uitgevoerd, waarbij gegevens worden verzameld over de cliënten en mantelzorgers voor wie deze werkmethodes worden toegepast. In fase 4 (maand 31-36) wordt de balans opgemaakt: we stellen vast of de proefimplementatie is geslaagd en of er nog verbeterpunten te benoemen zijn, er worden afspraken gemaakt over de borging van de resultaten in de desbetreffende regio, en er worden rapportages en presentaties ten behoeve van kennisverspreiding opgesteld.

Kenmerken

Projectnummer:
844001311
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2017
2021
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Prof. dr. A. van der Heide
Verantwoordelijke organisatie:
Erasmus MC