Mobiele menu

Een laatste redmiddel? Morele aanvaardbaarheid van maagbandplaatsing bij kinderen en adolescenten.

Projectomschrijving

Het aantal kinderen met extreem overgewicht (morbide obesitas) is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen. De behandeling voor obesitas is gericht op leefstijlverandering: meer bewegen en gezonde voeding. Deze multidisciplinaire behandeling heeft op de lange termijn vaak een bescheiden gezondheidseffect en een gering effect op het gewicht.
In Nederland is bij een klein aantal adolescenten met morbide obesitas een maagband geplaatst. Dit heeft veel ophef veroorzaakt. Naast (wetenschappelijke) argumenten over nut en veiligheid van deze chirurgische ingreep, spelen waarschijnlijk ook andere overwegingen een rol in deze discussie.
In dit project wordt de relevantie en houdbaarheid van argumenten en morele opvattingen over maagbandplaatsing onder obesitas-specialisten, adolescenten met morbide obesitas en hun ouders onderzocht. De resultaten van dit project zullen bijdragen aan het ethisch kader rondom maagbandplaatsing bij kinderen.

Producten

Titel: American Journal of Bioethics
Auteur: Sm van Geelen, LLE Bolt & MJH van Summeren
Magazine: American Journal of Bioethics

Verslagen


Eindverslag

Maagbandplaatsing (een chirurgische ingreep) voor ernstige obese kinderen is zeer controversieel. De vraag die het onderzoek beoogde te beantwoorden was of het debat over de aanvaardbaarheid van maagbandplaatsing bij morbide obese kinderen primair een controverse over effectiviteit en risico’s betreft, of dat ook andere opvattingen en waardeoordelen een rol spelen ? Het doel van dit project was om de kwestie over de morele aanvaardbaarheid van maagbandplaatsing bij kinderen met morbide obesitas te verhelderen en om een bijdrage te leveren aan een normatief-ethisch kader voor onderzoek naar effectiviteit en risico’s van maagbandplaatsing bij deze groep. Uit het onderzoek blijkt dat de controverse over de aanvaardbaarheid van maagbandplaatsing bij kinderen en adolescenten veel meer omvat dan overwegingen van veiligheid en effectiviteit. Er spelen ook andere (conflicterende) waardeoordelen en (ethische) argumenten een rol. Verschillen in opvattingen over ziektemodellen van obesitas, persoonlijke invloed op gezondheid, motivatie van patiënten en ouders, en de (on)mogelijkheid van een zorgvuldige informed consent procedure spelen een grote rol bij zowel medisch specialisten en andere behandelaars, als (de ouders van) morbide obese kinderen en adolescenten. De gevonden normatieve opvattingen en waardeoordelen hangen nauw samen met het oordeel van de participanten over de aanvaardbaarheid van maagbandplaatsing bij kinderen en adolescenten. Deze opvattingen over de oorzaken en oplossingen voor obesitas houden de controverse over maagbandplaatsing voor pediatrische patiënten in stand. De controverse zal dan ook niet worden opgelost door alleen een wetenschappelijk onderzoek over veiligheid en effectiviteit. Om draagvlak te creëren is ook nodig dat de onderliggende normatieve opvattingen en waardeoordelen worden besproken. De gevonden opvattingen en waardeoordelen vormen geen voldoende houdbare argumenten om maagbandplaatsing als medische interventie af te wijzen.

Samenvatting van de aanvraag

Het aantal kinderen met ernstig overgewicht oftewel obesitas is de laatste jaren aanzienlijk toegenomen. Multidisciplinaire therapie bij deze kinderen heeft op de lange termijn vaak een bescheiden gezondheidseffect (Oude Luttikhuis 2009). Het aantal kinderen met morbide obesitas neemt relatief nog sterker toe: de zwaarste kinderen worden steeds zwaarder. Er is nog weinig bekend over de effectiviteit van behandeling van morbide obesitas bij kinderen. Bariatrische chirurgie, waartoe maagbandplaatsing behoort, wordt al incidenteel toegepast in de behandeling van kinderen met morbide obesitas. De maagbandprocedure is een eenvoudige chirurgische ingreep die i.p. reversibel is, in tegenstelling tot andere bariatrische ingrepen als de “gastric bypass”. Deze meer invasieve chirurgische procedures worden in Europa eigenlijk niet voor kinderen overwogen. Hoewel uit studies blijkt dat maagbandplaatsing bij volwassenen een aanzienlijke gezondheidswinst oplevert, is de ervaring bij kinderen gering en zijn de lange termijn gevolgen niet bekend. Momenteel wordt de maagbandplaatsing voor kinderen met extreem overgewicht in Nederland niet aanbevolen, omdat nut en veiligheid niet afdoende zijn onderzocht. Desondanks werd recent in Nederland bij een klein aantal adolescenten met morbide obesitas een maagband geplaatst. Dit heeft veel ophef veroorzaakt, zowel binnen de gezondheidszorg maar ook in de rest van de maatschappij. Op dit moment is het onduidelijk of er voldoende draagvlak is voor chirurgische interventie in de behandeling van morbide obesitas bij kinderen; er lijken verschillende opvattingen te heersen bij (kinder)chirurgen, kinderartsen, orthopedagogen en patiënten(verenigingen) over de aanvaardbaarheid van deze ingreep. Het gebrek aan draagvlak lijkt een uiting van verschillen in waardeoordelen en (ethische) argumenten, die verder voeren dan een eenvoudige (rationele) afweging of de maagbandplaatsing effectief en veilig is. In dit project wordt onderzocht of en onder welke voorwaarden het plaatsen van een maagband bij kinderen met extreem overgewicht moreel aanvaardbaar is. Met behulp van interviews en focusgroepen wordt een inventarisatie verricht van de argumenten, morele opvattingen en waardeoordelen onder professionals en (potentiële) patiënten en hun ouders. Vervolgens vindt een analyse plaats van de relevantie en houdbaarheid van de overwegingen en aanwezige waardeoordelen. Descriptieve en normatief-ethische argumenten zullen worden ontleed: op wat voor begrippen en waarden en normen wordt een beroep gedaan? Hoe kunnen argumenten zo sterk mogelijk worden gereconstrueerd? Hoe houdbaar, relevant en overtuigend zijn ze? Zodoende kan een ethisch kader worden geformuleerd dat vervolgens richting kan geven aan de klinische en onderzoekspraktijk rondom maagbandplaatsing bij kinderen.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
141020004
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2010
2011
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. M.J.H. van Summeren MD PhD
Verantwoordelijke organisatie:
Universitair Medisch Centrum Utrecht