Mobiele menu

Treatment of recurrent Clostridium difficile associated diarrhea with fecal therapy: the FECAL trial (Fecal therapy to Eliminate Clostridium difficile Associated Longstanding diarrhea)

Projectomschrijving

Een infectie met de bacterie Clostridium difficile kan leiden tot milde diarree en (soms) tot een levensbedreigende darmontsteking. Na een behandeling met antibiotica is ca. 80% van de patiënten genezen. Mensen die na genezing opnieuw een infectie met deze bacterie ontwikkelen zijn zeer moeilijk te behandelen. In Amsterdam is onderzocht in hoeverre het toedienen van ontlasting van een donor (vaak een familielid of vriend) in de darm van de patiënt leidt tot genezing van de nieuwe Clostridium-infectie. Van de patiënten die donorontlasting kregen toegediend, genas 94%, tegenover 26% van de patiënten die opnieuw met antibiotica werd behandeld. De behandeling met donorontlasting wordt goed verdragen. Wel blijkt het lastig goede donoren te vinden. De behandeling met donorontlasting is op zich duurder dan die met antibiotica maar doordat hierna nieuwe behandelingen niet of nauwelijks meer nodig zijn op termijn is de behandeling met donorontlasting wel doelmatiger.

Verspreidings- en Implementatie Impuls (VIMP)

Deze studie heeft een Verspreidings- en Implementatie Impuls (VIMP) gekregen.

Producten

Titel: Struggling with recurrent Clostridium difficile infections: is donor faeces the solution?
Auteur: E van Nood 1, P Speelman, E J Kuijper, J J Keller
Magazine: Euro Surveill. 2009 Aug 27;14(34)
Link: https://doi.org/10.2807/ese.14.34.19316-en
Titel: Treatment of recurrent Clostridium difficile-associated diarrhoea with a suspension of donor faeces
Auteur: M Nieuwdorp 1, E van Nood, P Speelman, H A van Heukelem, J M Jansen, C E Visser, E J Kuijper, J F W M Bartelsman, J J Keller
Magazine: Ned Tijdschr Geneeskd. 2008 Aug 30;152(35)
Link: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/18808083/
Titel: Succesvolle behandeling van een patiënt met recidiverende Clostridium difficile-infecties met donorfeces
Auteur: E. van Nood, J.F.W.M. Bartelsman, P. Speelman en J.J. Keller
Magazine: Tijdschrift voor Infectieziekten, 2009, Vol 4 (2)
Link: https://www.ariez.nl/wp-content/uploads/2018/08/66-9-1.pdf
Titel: Fecale therapie voor recidiverende Clostridium difficileinfecties: de FECAL-trial
Auteur: E. van Nood, P. Speelman, J. Keller en E. Kuijper
Magazine: Infectieziektenbulletin, Jaargang 19 Nummer 6 juli 2008
Link: https://www.rivm.nl/documenten/infectieziekten-bulletin-juli-2008

Verslagen


Eindverslag

Clostridium difficile infecties veroorzaken een ziektebeeld variërend van milde diarree tot een levensbedreigende pseudomembraneuze colitis. Van de patienten met een eerste infectie geneest ongeveer 80 % van de patienten na antibiotische behandeling. Patienten die een recidiverende infectie ontwikkelen hebben als ze opnieuw behandeld worden een veel kleinere kans van slagen. Voor deze groep patienten ontbreekt een goede behandeling. In dit onderzoek hebben wij de standaardbehandeling met vancomycine (met of zonder darmspoeling) vergeleken met de behandeling waarbij ontlasting van een vooraf gescreende donor ingebracht wordt in de darm van patienten. Patienten die een bewezen terugkerende Clostridium difficile infectie hadden konden meedoen aan het onderzoek. Nadat zij een van de drie behandelingen toegewezen hadden gekregen werden zij gedurende 10 weken begeleid, hielden ze bij hoe vaak ze ontlasting per dag hadden en werd op een aantal vaste tijdstippen de ontlasting nagekeken op de aanwezigheid van de Clostridium difficile bacterie. Bij patienten die geen recidief meer ontwikkelden van een Clostridium difficile infectie werd de behandeling als geslaagd beschouwd, en bij patienten die binnen de 10 weken een nieuwe infectie ontwikkelden niet. De patienten die faalden op de antibiotische behandeling, en dus een nieuwe infectie ontwikkelden kregen aansluitend alsnog de behandeling met ontlasting aangeboden. Gebleken is dat door de behandeling met ontlasting veel meer patienten genezen dan door de standaardbehandeling (met of zonder darmspoeling)met antibiotica.(gemiddeld 94% versus 26%). Ook van de groep patienten die eerst een antibiotische therapie ontwikkelden, en daarna een nieuwe infectie doormaakten genazen vervolgens in 88% van de gevallen alsnog. Daarnaast is gebleken dat de behandeling met ontlasting in het protocol zoals dat gebruikt is goed wordt verdragen. Voor het onderzoek zijn een groot aantal donoren gescreend, zodat hun ontlasting gebruikt kon worden voor de behandeilng.Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat potentiele donoren zonder darmklachten vaak parasieten in de ontlasting dragen, waardoor de helft van de gescreende donoren niet geschikt bleek. Uit de economische evaluatie die verricht is, is gebleken dat de behandeling met ontlasting iets duurder is dan de behandeling met vancomycine, maar doordat nieuwe infecties (en dus nieuwe behandelingen) voorkomen worden, het doelmatiger is een patient met ontlasting te behandelen.
De FECAL trial vergelijkt het effect van donor feces infusie met conventionele antibiotica voor de behandeling van recidiverende Clostridium difficile infecties (CDI). Het originele studieplan had twee behandelarmen: een controle arm (14 dagen vancomycine) en een experimentele arm (4 dagen vancomycine gevolgd door darmlavage met KleanPrep en daarna donor feces infusie). Wij hebben uiteindelijk besloten om een 2e controle arm toe te voegen om er zeker van te kunnen zijn dat de gevonden effecten bij patiënten die behandeld worden in de experimentele feces infusie arm niet kunnen worden toegeschreven aan de darmlavage. Patiënten die loten voor deze extra behandel arm krijgen 14 dagen vancomycine met op dag 4 darmlavage met KleanPrep. De inclusie van patiënten loopt redelijk voorspoedig. Echter, patiënten met een 1e recidief CDI worden nauwelijks aangemeld voor de studie, dit is anders dan waar wij rekening mee hadden gehouden. Omdat behandeling met antibiotica (vancomycine) effectief is bij ~60% van de patiënten met een 1e recidief maar slechts bij ~30% van de patiënten met ≥2 recidieven, is de respons op antibiotica in de controle arm lager dan verwacht. Mogelijk hebben we daarom minder patiënten nodig dan oorspronkelijk gepland om een goede uitspraak te kunnen doen over de effectiviteit van donor feces infusie vergeleken met antibiotica. Het selecteren van donoren blijkt moeilijker dan vooraf was ingeschat, maar dit heeft niet geleid tot vertraging van de studie. De werkgroep heeft er vertrouwen in dat de studie gedurende het komende jaar succesvol kan worden afgerond.

Samenvatting van de aanvraag

Objective: To investigate whether fecal therapy (infusion of donor feces in the bowel) is more effective and efficient than conventional antibiotic therapy for recurrent C. difficile associated diarrhea (CDAD). Study design: Randomized controlled multicenter trial. Study Population: Patients with a clinical and microbiological proven relapse of CDAD after at least one course of adequate antibiotic therapy. Exclusion criteria are age < 18 years and prolonged compromised immunity. Treatment: Patients will be randomised to bowel lavage combined with fecal therapy (infusion of donor feces by nasoduodenal tube) or conventional antibiotic therapy with vancomycin only. Outcome measures: The primary endpoint is response to treatment at 10 weeks after initiation of therapy. Cure is defined as absence of C. difficile associated diarrhea, and if diarrhea persists a repeatedly negative C. difficile toxin stool test (ELISA). Secondary endpoints are response at 5 weeks and time without diarrhea during a follow up period of 10 weeks, costs, and quality adjusted life-years. Sample Size: It is estimated that 40 patients per treatment arm are needed. Economic evaluation: Cost-effectiveness and cost-utility analyses of fecal therapy against antibiotic therapy as its best alternative will be performed from a societal perspective. Psychological evaluation: Patient acceptance and coping will be investigated because of the unconventional nature of this therapy. Time schedule: Patients will be enrolled during a period of 22 months and follow up will be completed at 24 months after initiation of the study. Nederlandse samenvatting Doel: Het onderzoeken of fecale therapie (inspuiten van donor ontlasting in de darm) effectiever is dan antibiotica voor de behandeling van terugkerende C. difficile geassocieerde diarree (CDAD). Studie opzet: Randomised controlled multicenter trial. Studie populatie: Patienten met een klinisch en microbiologisch bevestigd recidief van CDAD na adequate behandeling met antibiotica. Exclusie criteria zijn leeftijd < 18 jaar en een langdurig immuungecompromiteerde staat. Behandeling: Patienten worden behandeld met darmlavage gevolgd door het inspuiten van donor ontlasting in de dunne darm (via een nasoduodenale sonde), of met conventionele antibiotische therapie met vancomycine. Uitkomstmaat: Het primaire eindpunt is respons op 10 weken na het starten van de behandeling. Respons wordt gedefinieerd als de afwezigheid van diarree. Secondaire eindpunten zijn response na 5 weken en het aantal dagen zonder diarree tijdens de observatie periode, kosten, en kwaliteit van leven. Sample Size: Er zijn 40 patienten per groep (totaal 80 patienten) nodig om een verschil tussen de behandelingen aan te kunnen tonen. Economisch evaluatie: De kosten-effectiviteit en kosten-utiliteit van fecale therapie in vergelijking met conventionele antibiotische behandeling zal worden onderzocht. Psychologische evaluatie: Acceptatie van de behandeling door patienten zal worden onderzocht vanwege de aard van de toegepaste therapie. Tijdpad: Patienten worden gedurende 22 maanden geincludeerd en de follow up is 24 maanden na het starten van de studie afgerond.

Kenmerken

Projectnummer:
170881001
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2008
2010
Onderdeel van programma:
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Dr. J.J. Keller
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie AMC