The clinical effects of leukocyte removal filters, cellsavers and their combination on blood transfusion and organ damage during cardiac surgery.
Projectomschrijving
Bij een hartoperatie verliest een patiënt tot wel 2 liter bloed. Om het gebruik van donorbloed te beperken wordt het bloed dat vrijkomt bij de operatie met een slangetje opgezogen en teruggegeven aan de patiënt. Daarbij wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van een cell saver, een apparaat dat het opgezogen bloed wast en concentreert alvorens het aan de patiënt terug te geven. De meest recente toevoeging aan deze techniek is een leukocytenfilter, een apparaat dat geactiveerde witte bloedcellen, vetbolletjes en andere deeltjes uit het bloed verwijdert. Het idee is dat het gebruik van deze apparaten zowel de behoefte aan donorbloed verder terugdringt als de conditie van de patiënt na de operatie verbetert. In Groningen zijn de verschillende werkwijzen met elkaar vergeleken (wel/geen cel saver, wel/geen leukocytenfilter). De onderzoekers concluderen dat het gebruik van de cell saver en/of het filter geen medisch voordeel en ook geen economisch voordeel oplevert.
Verslagen
Eindverslag
Samenvatting van de aanvraag
Concern about adverse effects and costs of allogenic blood transfusions and concern about postoperative organ dysfunction, has increased the use of cell savers during cardiac surgery. In a cell saver the wound blood is collected, washed, concentrated, and subsequently retransfused. However, the quality of this blood is not ideal. This may lead to organ dysfunction and even increased transfusions of blood products. Recently, leukocyte removal filters became clinically available. These filters not only remove leukocytes, but also fat and other particles. Transfusion of cell saver blood through a leukocyte filter may improve the quality and thus reduce blood transfusions and organ dysfunction. This may decrease health care costs. It is however, also possible that use of a leukocyte filter alone for the surgical wound blood has the same clinical effect as the combined procedure of washing and filtering. This would increase cost-effectiveness, as use of a cell saver is not necessary. Questions to be aswered are thus: Does use of a cell saver combined with a leukocyte removal filter result in a decrease in transfusions of allogenic blood products and in organ dysfunction, compared to the use of a cell saver alone? Is use of only leukocyte filters clinically as effective as the use of a cell saver with a leukocyte filter? Therefore we propose a prospective randomized multicenter study in 600 cardiac surgical patients. To separate the effects of the cell saver and leukocyte removal filter, patients are divided in 4 equal groups. In group I blood is processed with a cell saver and transfused. In group II blood is processed with a cell saver and transfused through a leukocyte filter. In group III blood is only filtered with a leukocyte filter before transfusion. In group IV blood will be transfused without filter and cell saver. This is now standard care in the Netherlands. Primary end point for this study is: the number of allogenic blood products used. Secondary end points are: length of intensive care unit and hospital stay, renal and pulmonary dysfunction, markers of inflammation, and costs. Een celsaver wordt steeds meer gebruikt bij hartchirurgie. Deels om bloed te besparen, maar ook als middel om postoperatieve orgaanschade te verminderen. In een celsaver wordt wondbloed opgevangen, schoongemaakt, geconcentreerd en weer aan de patiënt teruggegeven. Het blijkt echter dat dit bloed minder schoon is dan gedacht, waardoor het toch orgaanschade zou kunnen geven en dat het zelfs zou leiden tot meer transfusie van bloed. De laatste jaren zijn leucocytenfilters voor klinisch gebruik beschikbaar gekomen. Deze filters verwijderen niet alleen geactiveerde witte bloedlichaampjes, maar ook vet en partikels. Zo?n leucocytenfilter kan gebruikt worden om celsaverbloed te reinigen. Dat zou tot vermindering van bloedtransfusies en orgaanschade kunnen leiden, wat kosten kan besparen. Het is echter ook mogelijk dat toepassing van alleen een leucocytenfilter even effectief is als het gecombineerde gebruik met een celsaver. Dat zou zeer kosteneffectief zijn, omdat het gebruik van een celsaver uitspaart. Dit leidt tot de volgende vragen: Geeft gebruik van een celsaver gecombineerd met een leucocytenfilter minder bloedverbruik en orgaanschade dan gebruik van een celsaver alleen. Is gebruik van alleen een leucocytenfilter even effectief als het gecombineerde gebruik met een celsaver. Ter beantwoording willen we een prospectieve gerandomiseerde multicenter studie uitvoeren bij 600 hartchirurgische patiënten. Om de effecten van de celsaver en het leucocytenfilter te scheiden worden zij in 4 gelijke groepen verdeeld. In groep I wordt het wondbloed bewerkt met een celsaver en getransfundeerd. In groep II wordt het wondbloed bewerkt met een celsaver en getransfundeerd met een leucocytenfilter. In groep III wordt het wondzuigbloed voor transfusie alleen gefilterd met een leucocytenfilter. In groep IV tenslotte wordt het wondzuigbloed getransfundeerd zonder filter en zonder celsaver. Dit is nu de standaardbehandeling in Nederland. Het primaire eindpunt voor deze studie is het aantal eenheden vreemde bloedprodukten. Secundaire eindpunten zijn verblijfsduur op de intensive care en in het ziekenhuis, nier- en longschade, mate van ontstekingsreactie en de kosten van de interventies.