Communicatie tussen zorg en welzijn over thuiswonende ouderen: vat op de Babylonische spraakverwarring met de SBAR
Projectomschrijving
Aanleiding
Bij thuiswonende kwetsbare ouderen zijn vaak verschillende hulpverleners uit zorg- en welzijnssector betrokken. Communicatie en afstemming tussen hulpverleners vindt echter weinig plaats of verloopt stroef. In dit project werd een training voor eerstelijns verpleegkundigen en welzijnswerkers ontwikkeld. Deze had als doel het implementeren van het gebruik van het communicatie instrument SBAR.Hoe het werkt
Een interdisciplinaire training werd ontwikkeld op basis van interviews met betrokken hulpverleners en ouderen. In 7 maanden vonden 15 trainingen plaats waaraan 97 zorgprofessionals (met name verpleegkundigen en verzorgenden) en 55 welzijnsprofessionals (met name casemanagers en maatschappelijk werkenden) deelnamen. Via de Radboud Health Academy kan de training in de toekomst tegen betaling gevolgd worden, in eerste instantie door verpleegkundigen en later ook interdisciplinair.Wat levert het op
De SBAR training werd heel positief beoordeeld: 8 of 9 (op een schaal van 1 tot 10) evenals de haalbaarheid van het gebruik van SBAR in de praktijk. Een kleine groep (verpleegkundige) deelnemers (N=26) nam gesprekken met andere hulpverleners op voor en na de training. Hieruit werd duidelijk dat de training geen effect had op de structuur van de gesprekken en tevredenheid van de ontvanger. Omdat de groep klein was, kan een evaluatie met een groter aantal gesprekken mogelijk wel effecten laten zien.Voor wie
De training is ontwikkeld voor eerstelijns hulpverleners uit de zorg en welzijnssector
Deelnemer training: "Eigenlijk is alles toepasbaar in de praktijk. We gaan de training zeker gebruiken in ons team."
Meer informatie
Contact
Mevrouw Dr. M. (Marieke) Perry, RadboudUmc NijmegenMarieke.Perry@Radboudumc.nl
Ook interessant voor u
Producten
Auteur: Leny Theunisse, Minke Nieuwboer, Marieke Perry, Radboud Health Academy
Auteur: Leny Theunisse, Minke Nieuwboer, Radboud Health Academy
Auteur: Leny Theunisse, Minke Nieuwboer, Radboud Health Academy
Auteur: Minke S. Nieuwboer , Rob van der Sande , Irma T.H.M Maassen , Marcel G.M Olde Rikkert , Marieke Perry & Marjolein A. van der Marck
Magazine: European Journal of General Practice
Auteur: Minke Nieuwboer, Leny Theunisse, Marieke Perry
Auteur: Leny Theunisse, Minke Nieuwboer, Radboud Health Academy
Verslagen
Eindverslag
Communicatie tussen zorg en welzijn over thuiswonende ouderen: vat op de Babylonische spraakverwarring met de SBAR
Bij thuiswonende kwetsbare ouderen zijn vaak verschillende hulpverleners uit zorg- en welzijnssector betrokken. Communicatie en afstemming tussen hulpverleners vindt echter weinig plaats of verloopt stroef. Hulpverleners spreken een andere taal. In de zorg spreekt men over een ‘patiënt’ en diens problemen. Welzijnswerkers spreken van ‘cliënt’ en wat de oudere nog goed kan. Daarnaast zijn hulpverleners niet gewend zijn om buiten hun aandachtsgebied te kijken. Communicatieproblemen worden mogelijk opgelost door SBAR, een instrument dat richtlijnen geeft voor gestructureerde communicatie én tegelijkertijd hulpverleners ruimte geeft voor hun eigen werkwijze.
In dit project werd een training voor eerstelijns verpleegkundigen en welzijnswerkers ontwikkeld met als doel het implementeren van het gebruik van SBAR in de zorg voor thuiswonende kwetsbare ouderen. De verwachting was dat het gebruik van SBAR de communicatie en de tevredenheid erover verbetert. Uiteindelijk draagt verbeterde afstemming bij aan betere en doelmatigere zorg.
In het project hebben we de volgende stappen/fases doorlopen:
Stap 1: Randvoorwaarden creëren voor de implementatie van de SBAR in de eerstelijns ouderenzorg. In deze fase werd kennis over bestaande SBAR toepassingen en trainingen verzameld en betrokken hulpverleners en ouderen werden geïnterviewd over hun wensen wat betreft onderlinge communicatie. Onderling vertrouwen en het elkaar kennen bleken essentiële voorwaarden voor goede communicatie onder hulpverleners. Ouderen vonden het moeilijk iets te zeggen over communicatie tussen hun hulpverleners. Een opnameprotocol voor telefonische gesprekken tussen hulpverleners werd ontwikkeld en getest. 26 verschillende hulpverleners namen 39 gesprekken voordat zij getraind werden.
Stap 2: Ontwikkeling van een training over interdisciplinaire communicatie waarin de SBAR centraal staat. De training werd op basis van de informatie uit stap 1 ontwikkeld als een module van twee workshops waarin theorie werd afgewisseld met rollenspelen. Later werd ook een module van een workshop ontwikkeld. In 7 maanden vonden 15 trainingen plaats waaraan 97 zorgprofessionals (mn verpleegkundigen en verzorgenden) en 55 welzijnsprofessionals (mn casemanagers en maatschappelijk werkenden) deelnamen. Zij namen via het opnameprotocol 22 gesprekken op die input vormen voor de evaluatie. Van de geplande coaching on the job op basis van deze gesprekken werd door 4 hulpverleners gebruik gemaakt.
Stap 3: Evaluatie gebruik en effect SBAR. Hierbij wordt gekeken naar de haalbaarheid
De SBAR training werd heel positief beoordeeld, over het algemeen met een 8 of een 9 (op een schaal van 1 tot 10). Men was tevreden (4-5 op Likert scale) met de inhoudsdeskundigheid van trainers, het behalen van de trainingsdoelen, de variatie in de werkvormen, de aansluiting bij de eigen leervragen en de toepasbaarheid in de praktijk. Ook de haalbaarheid van het gebruik van SBAR in de praktijk werd positief beoordeeld, al was het aantal ontvangen reacties (N=14) ondanks herhaaldelijke herinneringen zes weken na de trainingen beperkt (Tabel 2).
Daarnaast wordt bij een beperkte groep (verpleegkundige) deelnemers duidelijk dat geen significant verschil was tussen de gesprekken voor en na de training wat betreft structuur en tevredenheid van de ontvanger. Er lijkt wel een trend te zijn richting een positief effect van de training. Een evaluatie met grotere aantallen gesprekken is daarom nodig. Om een dergelijke evaluatie op te kunnen zetten zullen eerst enkele praktische en logistieke barrières moeten worden overwonnen. Daarnaast vonden we dat de structuur van de gesprekken in deze evaluatie geen correlatie heeft met de tevredenheid van de ontvanger. Dit lijkt te maken te hebben met het feit dat de ontvanger de tevredenheid over het gevoerde gesprek in zijn algemeenheid als hoog ervaart (plafond effe