Mobiele menu

Kennisinfrastructuur UNO-VUmc 2017

Projectomschrijving

De komende vijf jaar intensiveert het UNO-VUmc de ontwikkeling, verspreiding en implementatie van kennis. De wetenschappelijke staf wordt uitgebreid om onderzoeksprojecten te initiëren en te begeleiden. Nieuwe collega’s gaan zich richten op het vertalen en implementeren van kennis naar/in de praktijk. En een jaarlijkse stimuleringssubsidie wordt beschikbaar gesteld voor praktijkgericht onderzoek. Het wetenschappelijk klimaat in de zorgorganisaties wordt hiermee gestimuleerd.

Werkwijze

Met een aantal leden wordt de samenwerking geïntensiveerd in ‘ontwikkelpraktijken’. Men richt zich hier op de onderzoeksthema’s van het netwerk, met ondersteuning van ervaren onderzoekers. Medewerkers, zogenaamde science practioners, worden vrijgesteld voor het doen van onderzoek in combinatie met praktijkwerk.

Samenwerkingspartners

Het UNO-VUmc werkt met een uitgebreid netwerk, waarin lokale en (inter)nationale samenwerkingsverbanden bestaan, aan actuele thema’s als infectiepreventie, antibioticaresistentie, GRZ, beroerte en dementie.

Verslagen


Samenvatting van de aanvraag

UNO-VUmc plannen ter versterking van de kennisinfrastructuur I PERSONEEL A. Er wordt een kennis en communicatie medewerker aangesteld voor 24 uur per week, die in samenwerking met de onderzoekers implementatiepakketten samenstelt op basis van onderzoeksresultaten, en die de implementatie daarvan organisatorisch begeleidt en monitort. Naast deze kennistaken is deze medewerker verantwoordelijk voor het uitvoeren en verder ontwikkelen van het communicatie- en PR-beleid van UNO-VUmc zodat ontwikkelde kennis beschikbaar komt voor de praktijk. B. Er wordt geïnvesteerd in wetenschappelijke staf ten behoeve van het initiëren van projecten (inclusief het verwerven van externe financiering), en het ondersteunen en begeleiden van deze projecten, inclusief die van de science practitioners (zie punt I.C). In 2017/18 betekent dit dat we wetenschappelijke staf op het gebied van infectiepreventie kunnen behouden (financiering liep af), en op het gebied van GRZ kunnen uitbreiden (met 5 uur per week). Daarnaast wordt gezocht naar uitbreiding wetenschappelijke staf op het gebied van het thema hersenaandoeningen en levenseindezorg voor 24 uur per week. Door de uitbreiding van het aantal projecten zal ook de aanstelling van het hoofd van het UNO worden uitgebreid met 3,6 uur per week (0,1 fte). C. Binnen het UNO-VUmc bestaat al enige tijd de mogelijkheid tot het aanstellen van science practitioners. Het doel hiervan is het uitvoeren van onderzoeksprojecten in samenwerking met leden van het UNO-VUmc, teneinde een bijdrage te leveren aan ontwikkeling van kennis, adviezen, producten en inzichten op een onderzoeksgebied in de ouderenzorg. De science practitioner dient werkzaam te zijn binnen een zorgorganisatie. Het onderwerp van onderzoek dient aan te sluiten bij de thema’s van het UNO-VUmc. In 2017 streeft het UNO-VUmc naar het aanstellen en financieren van één science practitioner. De komende jaren wordt de inzet van science practitioners binnen het UNO-VUmc verder ontwikkeld, samen met de deelnemende zorgorganisaties. II VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN KENNIS A. Ontwikkeling van een implementatiepakket ‘Levenseinde zorg bij dementie’. Het implementatiepakket bundelt kennis en geeft praktische handvatten voor het implementeren ervan in de dagelijkste praktijk. In het voorjaar van 2018 wordt over dit thema een workshop voor verzorgenden georganiseerd. B. Er wordt geld beschikbaar gesteld om in 6 organisaties een binnen het UNO-VUmc ontwikkeld kennisproduct (Grip op Probleemgedrag, IMPACT, levenseindezorg bij dementie) te implementeren. C. Er wordt samen met de VUmc Amstelacademie scholing over evidence-based werken ontwikkeld en geëvalueerd voor verpleegkundigen en verzorgenden. D. Er worden samen met Gerion en met de VUmc Amstelacademie introductiecursussen over de verpleeghuiszorg (kennis en vaardigheden) ontwikkeld en geëvalueerd voor de volgende doelgroepen: basisartsen, psychologen en verpleegkundigen/verzorgenden die in een verpleeghuis gaan werken. E. Door een verhoging van het budget zal het jaarlijkse symposium toegankelijk zijn voor een groter aantal deelnemers. III ONDERZOEKSPROJECTEN A. Er wordt een plan gemaakt voor het doorontwikkelen van de landelijke peilstations ouderenzorg. Tevens wordt een datamanager aangesteld die tijdens deze ontwikkelperiode de dataverwerking van de lopende peiling kan continueren. De peilstations zijn behandeldiensten van ouderenzorgorganisaties, die in het EPD gegevens vastleggen met betrekking tot bepaalde ziektebeelden, gebeurtenissen of verrichtingen. Deze gegevens komen in een database terecht, welke gebruikt kan worden om inzicht te krijgen in de zorg die ouderen in verpleeghuizen ontvangen. De uiteindelijke ambitie is een landelijk representatief netwerk van peilstations dat informatie levert over de verpleeghuiszorg. B. Er wordt voor het UNO-VUmc een ‘call’ uitgezet naar de zorgorganisaties voor het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek. IV SAMENWERKINGSINITIATIEVEN A. De samenwerking met HBO/MBO-opleidingen wordt verder uitgebreid. De samenwerking met het lectoraat ‘gezondheid en welzijn van kwetsbare ouderen’ van Hogeschool InHolland zal verder worden ontwikkeld. De mogelijkheden voor intensieve samenwerking met het lectoraat ‘wonen, welzijn en zorg op hoge leeftijd’ van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden worden verkend. De contacten met de VUmc Amstelacademie zullen de komende jaren verder geïntensiveerd worden. Daarnaast stemmen we met de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven af of we kunnen bijdragen aan de keuzedelen binnen de MBO-opleidingen. B. Samenwerking met andere relevante kennisinstituten wordt voortgezet. Partners zijn thans: Nivel, het RIVM, het Kenniscentrum wilsbekwaamheidsvragen, het CCE en Verenso. De komende jaren zullen we nauwer gaan samenwerken met Vilans in het uitzetten van implementatiepakketen, nadat binnen het UNO-VUmc is gebleken dat implementatie tot zorgverbetering leidt.

Onderwerpen

Kenmerken

Projectnummer:
640001002
Looptijd: 100%
Looptijd: 100 %
2018
2019
Gerelateerde subsidieronde:
Projectleider en penvoerder:
Drs. E.M. Wattel
Verantwoordelijke organisatie:
Amsterdam UMC - locatie VUmc